5.3. Wat is een fokwaarde?
Fokwaardeschatting
Er bestaat een wiskundige methode waarbij de genetische aanleg van een dier kan worden geschat. Je schat dan hoe goed het dier als ouder voor de volgende generatie zal zijn. Met andere woorden: je schat de waarde van het dier voor de fokkerij: de fokwaarde dus. Er zijn twee belangrijke voordelen van het gebruik van fokwaarden ten opzichte van selectie op basis van metingen: 1. de fokwaarde is een schatting van de aanleg van het dier, waarbij rekening is gehouden met het verschil in omgeving, voeding, training, en alle andere externe invloeden voor zover die bekend zijn. De fokwaarde is dus gecorrigeerd voor milieu-invloeden. 2. bij de schatting van de fokwaarde wordt niet alleen de eigen prestatie, maar ook de prestaties van alle verwante dieren meegenomen. Daardoor is er meer informatie beschikbaar en kan de genetische aanleg beter geschat worden.
Deze beide punten zorgen dat de fokwaarde in bijna alle gevallen een meer nauwkeurige maat voor de genetische aanleg van een dier is dan alleen de metingen aan het dier of aan verwanten van het dier.
Fokwaarden worden al jaren standaard gebruikt in de fokkerij van landbouwhuisdieren. Maar ook bij een aantal paarden-, pony- en schapenstamboeken worden fokwaarden gebruikt. Een aantal hondenrasverenigingen zijn bezig met de voorbereidingen. Binnen de stamboeken en commerciële fokkerijen worden met vaste intervallen (bijvoorbeeld dag, week, maand, kwartaal, jaar, afhankelijk van de instelling) de fokwaarden opnieuw geschat. Dit omdat er in de tussentijd mogelijk extra dingen zijn gemeten aan de dieren zelf of aan verwante dieren.
Deze extra informatie kan invloed hebben op de geschatte fokwaarde. Want hoe meer informatie, hoe nauwkeuriger je de fokwaarde van een dier kunt schatten. Bij de meeste stamboeken en fokkerijen worden de fokwaarden vervolgens gepubliceerd, zodat de eigenaren van de vrouwelijke dieren een keuze kunnen maken uit de beschikbare mannelijke dieren. Bij andere stamboeken of fokkerijen is dit niet het geval. Dat kan zijn omdat zij zelf de selectiebeslissingen nemen. Dit is het geval bij de commerciële varkens en pluimvee fokkerijen.