/
35. Hoe wordt een fokwaarde berekend?

35. Hoe wordt een fokwaarde berekend?

Vraag 35

Hoe wordt een fokwaarde berekend?

Antwoord

De ingrediënten die nodig zijn
Iets vereenvoudigd, zijn er drie ingrediënten nodig om fokwaarden (FW) te kunnen berekenen:

  1. Meetgegevens van paarden (b.v: sportstanden, verrichtingscijfers, lineaire scores, etc.)
  2. Eigenschappen van die meetgegevens (de erfelijkheidsgraad van ieder meetgegeven en de onderlinge genetische correlaties tussen de verschillende meetgegevens)
  3. Familierelaties tussen het paard waarvan je de FW wilt weten en alle andere paarden


De berekening
Voor de berekening worden alle beschikbare meetgegevens gebruikt: gegevens gemeten aan alle dieren in de afstamming van het paard, gegevens gemeten aan het paard zelf en gegevens gemeten aan alle nakomelingen van het paard. De meetgegevens worden ingewogen op basis van:

  1. Hoogte van de familierelatie (hoe nauwer de familierelatie tussen het paard waaraan is gemeten en het paard waarvan men de FW wil schatten, hoe zwaarder de inweging)
  2. Eigenschappen van de meetgegevens (hoe hoger de erfelijkheidsgraad van een kenmerk of hoe sterker de genetische correlatie tussen het kenmerk dat is gemeten en het kenmerk waarvoor men de FW wil schatten, hoe zwaarder de inweging).


Vervolgens kan het rekenwerk starten. Dit kan alleen worden uitgevoerd door sterke computers met speciale programmatuur. Veel stamboeken doen dit eenmaal per jaar. Dan worden de meeste recente meetgegevens toegevoegd aan de al beschikbare meetgegevens en worden voor alle paarden in de populatie gelijktijdig, nieuwe fokwaarden geschat. De 'kern' van een fokwaardeberekening is dat ieder meetgegeven wordt vergeleken met een 'vergelijkbaar gemiddelde'. Hieronder wordt daarvan een voorbeeld uitgewerkt.


De presentatie
Als - voor een gegeven kenmerk – alle dieren een nieuwe fokwaarde hebben, dan wordt het gemiddelde daarvan berekend.
Paarden die met hun fokwaarde precies op dat gemiddelde zitten krijgen de fokwaarde 100.
Dieren die boven of onder dat gemiddelde zitten worden zó ingeschaald dat 2/3 deel van alle dieren tussen 80 en 120 fokwaardepunten zit (bij spreiding van 20 punten) of tussen 96 en 104 (bij spreiding van 4 punten).

Even iets meer

Voorbeeld: vergelijken met een vergelijkbaar gemiddelde
Gezegd kan worden dat de ‘kern’ van een fokwaarde bestaat uit: het vergelijken van meetgegevens met een vergelijkbaar gemiddelde. Om dit principe te illustreren zijn meetgegevens van de fokwaarde-springen van de hengst Numero Uno opgezocht (de situatie zoals die was in 2009). In deze fokwaarde-springen worden vier verschillende soorten meetgegevens gebruikt: de cijfers vrij springen afkomstig van SK en 1e bezichtiging, het aanlegcijfer springen uit de EPT, het aanlegcijfer springen uit de IBOP en als laatste de sportstanden. Deze vier soorten gegevens worden gemeten aan alle dieren in de afstamming van Numero Uno, aan de hengst Numero Uno zelf en aan alle nakomelingen van Numero Uno. In onderstaande tabel zijn, om reden van eenvoud, alleen de gegevens van de nakomelingen weergegeven.

In de tabel valt te lezen (eerste regel met getallen) dat van in totaal 233 nakomelingen van Numero Uno, een cijfer ‘vrij springen’ beschikbaar is. Het gemiddelde van deze 233 meetgegevens bedroeg 70.9. Op hetzelfde moment zaten in de computer van het KWPN een totaal van 18755 cijfers vrij springen met een gemiddelde van 67.4. De vergelijking tussen de meetgevens van de Numero Uno nakomelingen en alle vergelijkbare andere paarden is 70.9 – 67.4 = 3.5 punten ten gunste van Numero Uno. Dit betekent een ‘plus’ voor de fokwaarde springen van Numero Uno.
Een tweede voorbeeld uit de tabel: iets verderop valt te lezen dat er 26 zesjarige merries (M) afstammend van Numero Uno, een bruikbare sportstand hebben. De gemiddelde sportstand van die 26 merries is (omgevormd) 6.8. In de KWPN computer zitten 3763 merries die op zesjarige leeftijd hun hoogste sportstand hebben behaald. Het gemiddelde van deze groep is (omgevormd) 6.6. De zesjarige vrouwelijke nakomelingen van Numero zitten weer boven het ‘vergelijkbare gemiddelde’ en ook dit is dus een plus voor de fokwaarde springen van Numero Uno.



Lees verder