Mest

’’Er verschillende producten op de markt voor het analyseren van drijfmest. Het gaat hierbij om snelle testen, die op het bedrijf toegepast kunnen worden. De uitkomsten van de metingen met de apparatuur zijn vergeleken met laboratoriummetingen. Hiervan zijn de correlatiecoefficienten berekend, die een indicatie van de betrouwbaarheid van de geteste apparatuur zijn ten opzichte van de laboratoriumapparatuur. De volgende principes werden hier toegepast:’’(Laar, 2010)

Soortelijk gewicht

’’Hierbij wordt gebruik gemaakt van onder andere de verhouding tussen N- en P-gehalte en het drogestofgehalte van drijfmest. Hiernaast is het drogestofgehalte evenredig met het soortelijk gewicht. Door deze twee verhoudingen samen te voegen kan de N- of P- concentratie in drijfmest bepaald worden door middel van de Hydrometer. Het soortelijk gewicht wordt bepaald door te kijken naar wat het drijvend vermogen is van het monster dat genomen is uit de mest. Als de mest te dik is, is verdunning met water noodzakelijk.’’(Laar, 2010)

Colorimetrisch

’’De Reflectometer maakt gebruik van het toevoegen van een reagens aan de drijfmest. Deze reagens reageert met ammonium, waarbij de intensiteit van de kleur de concentratie weergeeft. De kleur geeft dus de ammoniumconcentratie aan.’’(Laar, 2010)

Chemische reactie

’’De Agros-N-Meter en de Quantofix-N-Volumeter maken gebruik van een chemische reactie. Aan een mestmonster wordt hypochloriet toegevoegd, wat reageert met ammonium. Hypochloriet oxydeert ammonium waarbij het gas N2 vrijkomt. Door de hoeveelheid gas te meten, wordt de hoeveelheid stikstof, aanwezig in de vorm NH4 bepaald.’’ (Laar 2010)

Elektrische geleidbaarheid

’’Electrische geleidbaarheid (EC) is een veel gebruikte manier om de concentratie ammonium stikstof te bepalen in drijfmest. Maar het kan ook gebruikt worden voor het meten van Kalium. Deze methode is gebasseerd op de relatie tussen de concentratie ammonium ionen in drijfmest en de electrische geleidbaarheid hiervan. De EC van een bepaalde oplossing is een waarde voor de stroom van elektronen als gevolg van de kationen en anionen in de oplossing. Deze verhouding is sterk afhankelijk van de ionische sterkte, dat is de totale concentratie van ionen die aanwezig zijn in de oplossing. Dit wordt ook beinvloedt door het type ionsoort dat gemeten wordt, de specifieke ion-concentratie en de temperatuur. In drijfmest zijn vooral de kationen Ammonium (NH4+) en Kalium (K+) aanwezig. De verandering in de concentratie van Ammonium en Kalium wordt gereflecteerd in de totale ionische sterkte. Deze waarde wordt gemeten bij het meten van electrische geleidbaarheid. Ondanks dat de verhouding tussen EC en de gewenste ion-concentratie bepaald kan worden, blijft dit een indirecte meetmethode en kan een verandering van concentratie van een bepaald ion gevolgen hebben voor de verhouding tussen EC en het andere ion. Het meten van de EC van drijfmest kan door middel van twee verschillende apparaten, een sonde die bijvoorbeeld in een tank op een vaste positie gemonteerd kan worden of een handmeter, die met de hand in de drijfmest gebracht dient te worden. De sensor bestaat uit twee elektroden en een thermistor, voor temperatuurcompensatie. EC wordt gemeten in Siemens per Meter. De gewenste meststofconcentratie zou dan kunnen worden bepaald door een vooringeprogrameerde kalibratiecurve, die de verhouding tussen de concentratie van de meststof en EC aangeeft.’’(Laar, 2010)

Near infrared spectroscopie (NIRS)

’’Near Infrared (NIR) spectroscopie betreft de spectroscopie die gebruik maakt van het nabij infrarood gedeelte van het elektromagnetische spectrum. Dit betreft de golflengtes tussen 800 en 2500 nm. Elke molecuul heeft een specifieke frequentie, waarmee ze draait of vibreert. Deze verschillende resonantiefrequenties hangen af van de moleculaire structuur en de atoommassa. Het NIR spectrum van een stof kan bepaald worden door alle golflengten uit het spectrum via een lichtstraal naar de stof te sturen, en dan registreren welke golflengten teruggekaatst worden. In figuur 5 is een voorbeeld weergegeven van het weerkaatste spectrum van een bepaald monster. De absorptie kan bepaald worden door te kijken naar de golflengten die niet teruggekaatst worden. Het NIR-spectrum dat door een bepaalde stof geabsorbeerd word, is kenmerkend voor de gemeten stof. Water is een van de grootste absorbeerders in het NIR-spectrum en absorbeert vooral NIR straling met een golflengte van 1400 nm en 1900 nm. Een groot voordeel van NIR is, dat het veel dieper in het te meten product doordringt dan bijvoorbeeld midden infrarode straling. Hierdoor wordt de stroom niet alleen aan het oppervlakte gemeten, maar vooral dieper. Dit levert een grotere betrouwbaarheid van de metingen op, omdat dit een representatiever beeld geeft van de te meten stroom. De concentratie aan bepaalde stoffen die aanwezig in het gemeten monster kan door middel van kalibratiemethoden berekend worden uit de hoogte van de pieken. ‘’(Laar, 2010)Â