Diverse agrarische ondernemers combineren land- of tuinbouw en natuur. Ze maken gebruik van akkerranden, werken aan een gezonde bodem of zorgen dat het landschap aantrekkelijker wordt voor specifieke soorten vogels of planten. In dit hoofdstuk vindt je inspirerende voorbeelden voor akkerbouw, melkveehouderij en tuinbouw. De ondernemers laten zien hoe ze de bodem gezond houden, hoe ze specifieke soorten stimuleren of werken aan het landschap. De voorbeelden zijn ontleend aan de brochure ‘ Verdienmodellen Natuurinclusieve Landbouw’ , een rapport van Wageningen Economic Research uit 2017.
Verder lezen
-
Aardappelziekte - aardappel —
Phytophthora of aardappelziekte is een ziekte, die in aardappelen enorme schade kan aanrichten. De ziekte, veroorzaakt door de waterschimmel Phytophthora infestans, is in het blad in het groeiseizoen herkenbaar aan de donkere vlekken.
-
Aarfusarium —
Fusarium is een verzamelnaam voor een aantal schimmelaantastingen, die vooral tijdens de afrijping schade veroorzaken. De bekendste zijn de sneeuwschimmel (Gerlachia nivalis) en de rode kafschimmel ( Fusarium spp).
-
Aardvlo - suikerbiet —
Bij droog en schraal weer in het voorjaar net na opkomst van de biet zijn in de kiemlobben en eerste echte blaadjes van aangetaste planten gaatjes met een doorsnede van 1 tot 2 mm zichtbaar.
-
Bietenmoeheid - wit bietencysteaaltje —
Bij het witte bietencysteaaltje blijven planten pleksgewijs achter in groei.Vanaf het zesbladstadium kunnen planten wegvallen. Door aantasting van het wortelstelsel vermindert de opname van water.
-
Bietenmoeheid - geel bietencysteaaltje —
Kenmerkend voor percelen, die aangetast zijn door het gele bietencysteaaltje is de onregelmatige stand van het gewas. Gezonde en zieke planten wisselen elkaar af.
-
Bietenkever —
Het bietenkevertje komt vooral op zwaardere gronden voor. De kevertjes vreten boorgaatjes in de wortel van het kiemende en dus kwetsbare bietenplantje.
-
Bladrandkever —
Deze snuitkever is 4-5 mm lang, donkerbruin en bedekt met grijze schubjes met op de dekschilden lichtbruine strepen. De kevers komen zeer algemeen voor en kunnen in sommige jaren vrij veel schade doen aan erwten en andere vlinderbloemigen.
-
Alternaria - Aardappel —
Alternaria is een schimmelziekte, die herkenbaar is aan kleine ronde of rondhoekige vlekken in het blad. De vlekken zijn donker van kleur, variërend van donkergroen tot zwart en worden vaak begrensd door de nerven in het blad, vandaar de hoekige vormen.
-
Lakschurft —
Rhizoctonia komt op de knol voor in de vorm van zwarte vlekjes. Deze vlekjes bestaan uit propjes droog schimmelpluis of mycelium en worden (pseudo)sclerotiën genoemd.
-
Stengelaaltje - aardappelen —
Stengelaaltjes komen voor op klei, zavelgronden en leemhoudende zand en dalgrond. In het loof is de aantasting herkenbaar aan verkorting en verdikking van stengeldelen. In bladoksels worden soms gallen aangetroffen.
-
Rhizoctonia - biet —
Rhizoctonia in bieten geeft afstervende planten. Het afsterven begint bij de buitenste bladeren. In een later stadium worden de wortels van de bieten aangetast.
-
Ritnaalden —
Ritnaalden zijn de tot drie cm lange dunne, harde, geel tot donkergeel gekleurde of koperkleurige larven van de kniptor. Vanwege hun kleur worden deze larven ook wel koperwormen genoemd.
-
Rhizomanie —
Bietenrhizomanie is te herkennen aan de volgende verschijnselen: bleek gele verkleuring van de bladeren, aanvankelijk pleksgewijs in het perceel maar soms bij een zware besmetting egaal over het hele perceel verdeeld.
-
Coloradokever —
De volwassen kever is ongeveer 1 cm lang en geelzwart gestreept. De larven worden ook ongeveer 1 cm lang en zijn in een wat ouder stadium oranje rood van kleur met een zwarte kop en drie paar poten.
-
Cercospora bladvlekkenziekte —
Cercospora is een schimmelaantasting, die in de tweede helft van het groeiseizoen optreedt. De ziekte is herkenbaar aan de kleine bladvlekken, met een doorsnede van 1 tot 3 mm.