Rhizoctonia - biet

Gewas: Suikerbiet

Wetenschappelijke naam: Rhizoctonia solani

Groep: Schimmels

Doorgesneden bieten met aantasting
Aangetaste jonge planten
Afgestorven jonge planten
Rhizoctonia-plek in suikerbiet

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Rhizoctonia in bieten geeft afstervende planten. Het afsterven begint bij de buitenste bladeren. In een later stadium worden de wortels van de bieten aangetast.

In extreme gevallen, kan de oogst van een perceel in zijn geheel verloren gaan. In een warm voorjaar kan rhizoctonia al in een betrekkelijk jong bietengewas voor komen en geeft dan wortelbrandachtige verschijnselen. In een later stadium veroorzaakt rhizoctonia koprot en wortelrot verschijnselen.

Levenswijze

Levenswijze

De rhizoctoniaschimmel blijft in de grond achter in de vorm van sclerotiën. Hieruit ontwikkelen zich schimmeldraden, die het gewas aantasten. De ziekte komt vooral voor op lichtere gronden in het oosten en zuiden van ons land, maar wordt ook elders waargenomen. Aangezien meerdere gewassen waardplant zijn, kan soms een aantasting optreden op een perceel waar nog nooit eerder bieten hebben gestaan. De rhizoctoniastammen, die de biet aantasten, hebben een grote waardplantenreeks. Onder ander peen, schorseneren en ma#s zijn slechte voorvruchten. Aangetaste bieten veroorzaken problemen bij verdere verwerking in de industrie en worden dus als tarra aangemerkt. Bij een hoog percentage aangetaste bieten, zijn de bieten niet meer leverbaar en moeten de aangetaste bieten worden verwijderd.

Maatregelen

Maatregelen

Rhizoctonia in bieten is een schoolvoorbeeld van een ziekte, die geïntegreerd moet worden aangepakt. Er zijn geen mogelijkheden voor chemische bestrijding.

Raskeuze

In de rassenlijst staan een aantal rassen met een partiële resistentie tegen rhizoctonia. Deze rassen geven op niet besmette percelen een iets lagere opbrengst dan de gangbare rassen, maar verdienen op percelen, waar eerder rhizoctonia is geconstateerd, de voorkeur. De resistentie is niet absoluut. In een warm voorjaar kunnen van de rassen met een partiële resistentie toch nog de nodige planten uitvallen. In een later ontwikkelingsstadium zijn deze gewassen minder gevoelig.

Voor meer informatie zie de site van het IRS www.irs.nl

Cultuuromstandigheden

Rhizoctonia is min of meer een zwakteparasiet. Indien alle groeiomstandigheden optimaal zijn, wordt het gewas minder gemakkelijk aangetast. Factoren als voldoende hoge pH, een goede structuur en een goede ontwatering van de grond zijn belangrijk ter voorkoming van aantasting. Het blijkt, dat de teelt van kruisbloemige groenbemesters, zoals gele mosterd en bladrammenas, een positieve invloed hebben. Waarschijnlijk is dat te danken aan de diepe doorworteling van deze gewassen en de structuurverbeterende invloed.

Bouwplan

De volgende lijst geeft de invloed weer van de voorvrucht op besmette percelen aan op de relatieve suikeropbrengst, waarbij bieten met als voorvrucht bieten op 100 is gesteld.

  • Voorvrucht suiker opbrengst. (bron IRS)

  • bladrammenas 175

  • tarwe 165

  • braak 150

  • it. raaigras 145

  • maïs 135

  • waspeen 115

  • biet 100

Uit dit overzicht blijkt dat bladrammenas als braakgewas of als groenbemester na bijvoorbeeld granen, de beste voorvrucht is. Onkruiden kunnen waardplant zijn voor de bodemschimmel. Een zorgvuldige onkruidbestrijding drukt de infectiekansen op termijn.

Maïs en gras, wortelen, schorseneren en lelies zijn slechte voorvruchten voor bieten i.v.m. een grotere kans op rhizoctonia aantasting.

Meer informatie

Meer informatie