7.4.5 Nabehandelen
- VezelhennepWiki
Verzachten
Na het voorbehandelen en verven zijn de meeste textielmaterialen hard en broos. Door het toepassen van verzachters krijgen ze een zachte en aangename greep. Voorbeelden van verzachters zijn hygroscopische producten en smeermiddelen; deze worden aangebracht door impregneren.
Kreukherstellend maken
Doeken uit hennep, vlas, katoen en viscose minder gevoelig voor kreuken maken. Dit gebeurt door het aanbrengen van chemicaliën die onderling vernetten of een binding met de vezels aangaan en zo een laag vormen die het textiel minder kreukgevoelig maakt. Aanbrengen kan door impregneren of coating.
Kalanderen
Weefsels worden tussen twee of meerdere op elkaar drukkende walsen geperst om ze meer gesloten, glanzender en gladder te maken of een reliëfstructuur te geven.
Sanforiseren
Krimpvrij maken, genoemd naar zijn uitvinder Sanford L. Cluett. Onder invloed van vocht en warmte wordt het doek mechanisch in elkaar geduwd waardoor het krimpt, waarna de krimp wordt gefixeerd.
Vloeibare ammoniakbehandeling
Deze behandeling (Figuur 48) is een alternatief voor merceriseren/logen/caustifiëren van cellulose-textiel waarbij een algehele substraatverbetering nagestreefd wordt op vlak van: betere verfbaarheid, hogere glans, hogere vormstabiliteit, verbetering van fysische basiseigenschappen (o.a. sterkte, abrasie) en een betere greep. De traditionele processen op basis van hoge concentraties natriumhydroxyde leiden mogelijk tot ongewenste substraatafbraak en ecologische impact (afvalwater). Behandeling van het textiel in vloeibare ammoniak (Beau-Fixe®) omvat een continu 4-staps procesgang en kan in loon uitgevoerd worden bij Veramtex (Brussel).
[1] https://www.veramtex.com/beaufixe. https://www.veramtex.com/wa_files/brochurebb_nl.pdf