Zodebemester

Doel

’’Spuiloog is een vloeibare meststof die vooral ammoniak stikstof bevat in relatief lage concentraties. Daarmee is het een meststof die op grasland in principe ook goed inzetbaar is in de nazomer. In de nazomer zijn slechts kleine stikstofgiften nodig. Via de techniek van precisiebemesting (zoals die door Landbouwcommunicatie B.V. en Slootsmid B.V. is ontwikkeld) kan in principe in één werkgang mest en vloeibare meststof worden toegediend. De machine wordt Zodebemester-PPL genoemd (zie figuur 1).’’
(Draai & Bussink, 2011)

Figuur 1

Zodebemester-PPL (Bron: Holshof et al., 2011)

Mogelijkheden

’’Het is gebleken dat spuiloog toegediend in combinatie met dunne rundermest goede opbrengst resultaten geeft. De opbrengstrespons was bovendien beter dan bij mest in combinatie met mineralenconcentraat. Gezien de samenstelling van spuiloog mag verwacht worden dat de inzet het meest rendabel is in het vroege voorjaar. Meststoffen met een hoger ammoniumgehalte (zoals spuiloog) geven dan veelal een hogere opbrengst dan kalkammonsalpeter omdat in het vroege voorjaar ammonium slechts langzaam wordt omgezet in nitraat, waardoor er minder risico van nitraatuitspoeling bestaat. Bijkomend voordeel bij toediening in het vroege voorjaar is dat fosfaat mogelijk beter beschikbaar wordt door de verzurende werking van de meststof.

Wel werkt spuiloog verzurend en bevat veel zwavel. Dat betekent dat de meststof niet jaarrond toegediend dient te worden. Toediening voor de eerste snede en eventueel de tweede snede lijkt het meest gewenst. Nazomer toediening is ook een optie omdat op deze manier kleine giften (15 kg N per ha) gegeven kunnen worden. 

De mogelijkheden en toepassingen worden tot dusverre nog onderzocht. In een aantal rapporten zoals te vinden in attachment 1 en 2 zijn de onderzoeksresultaten opgenomen. Uit deze onderzoeken komen ook enkele conclusies en aanbevelingen naar voren die hieronder zijn opgenomen.’’
(Draai & Bussink, 2011)

’’Conclusies

  • Het is goed mogelijk om met de Zodebemester-PPL vloeibare (kunst)meststoffen (inclusief spuiloog) in combinatie met drijfmest in 1 werkgang toe te dienen, waarbij de dosering van de vloeibare kunstmest en de drijfmest afzonderlijk van elkaar kunnen worden ingesteld.

  • Voor toediening op deze wijze van grote hoeveelheden (>1200 l per ha) van laag-geconcentreerde vloeibare N-meststoffen zoals mineralenconcentraat, is de gebruikte Zodebemester-PPL niet geschikt. Daarvoor zou de capaciteit van de slangenpomp op de Zodebemester-PPL moeten worden verhoogd.

  • Spuiloog geeft toegepast als aanvullende vloeibare N-meststof vergelijkbare of zelfs wat hogere opbrengsten dan de vloeibare N meststof urean, wanneer deze in combinatie met drijfmest wordt aangewend.

  • Het effect (de werking) van de vloeibare N-vervangers (spuiloog en MC) en urean is op de opbrengst is in elk geval in de onderzochte range tussen 40 en 70 kg N/ha vergelijkbaar.

  • De nawerking van de vloeibare meststoffen in combinatie met drijfmest is gelijk en in deze proef was deze gering.’’

(Draai et al., 2011)


’’Aanbevelingen

  • Als men met de Zodebemester-PPL vloeibare meststoffen met een zeer laag N-gehalte (van enkele procenten) wil toedienen en/of sneller wil rijden dan 5 km per uur, dan zou de capaciteit van de slangenpomp moeten worden verhoogd. Men moet hierbij echter een kritisch afweging maken of de capaciteit dusdanig moet worden verhoogd om ook mineralenconcentraat met amper 1% N toe te dienen.

  • In vervolgonderzoek is het zinvol om de gecombineerde toediening van RDM + spuiloog te vergelijken met toediening van RDM en volvelds strooien van KAS (in 2 aparte werkgangen)."

(Holshof et al., 2011).


Werking



De werking van de Zodebemester-PPL staat gelijk aan die van elke andere zodebemester. Wel zijn er enkele aanpassingen gedaan waardoor er in een werkgang zowel drijfmest als kunstmestvervanger kan worden toegepast. Zo zijn de mestinjecteurs aangepast zoals te zien in figuur 2 en is er een extra slangenpomp toegevoegd voor de kunstmestvervanger welke in een aparte tank zit ten opzichte van de drijfmest. Een afbeelding van deze slangenpomp is opgenomen in figuur 3. De machine is nog steeds in ontwikkeling en zal continu worden vernieuwd en verbeterd.

Figuur 2

Injecteur Zodebemester-PPL (Bron: Holshof et al., 2011)

Figuur 3

Slangenpomp voor de kunstmeststoffen (Bron: Holshof et al., 2011)