3.1.3 - Soorten die afhankelijk zijn van boerenland
Met sommige boerenlandsoorten gaat het zo slecht dat speciale aandacht nodig is om ze te behouden. In het algemeen zal meer variatie in het landschap veel soorten helpen. De aanwezigheid van landschapselementen, zoals houtsingels, natuurvriendelijke oevers en hagen, kan hier een belangrijke rol in spelen. Sommige soorten hebben echter meer nodig en stellen specifieke eisen aan hun omgeving en het beheer. Om deze soorten te beschermen is het nodig te weten wat ze nodig hebben. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
Grutto: de grutto is een voorbeeld van een weidevogel, een soort die afhankelijk is van extensief beheerd boerenland. Grutto’s hebben vochtige bodems nodig om met hun snavel voedsel uit de bodem te kunnen halen. Ze hebben graag een open landschap zonder bomen, waarin roofvogels op de uitkijk kunnen zitten. Voor de kuikens, nestvlieders, is het belangrijk dat het grasland een open structuur heeft om zich er doorheen te kunnen bewegen. Voor hun voedsel zijn de kuikens afhankelijk van insecten. Extensief kruidenrijk grasland is daarom geschikt voor de kuikens, een bemest grasland met Engels raaigras niet.
Grutto's nestelen graag bij elkaar om samen predatoren te kunnen opmerken en verjagen. Het leefgebied van zo’n groep grutto’s is groter is dan de oppervlakte van een individueel bedrijf; denk aan minimaal 500 ha. Boeren kunnen grutto’s helpen door te zorgen voor een vochtige bodem in het voorjaar en door vaste mest, liefst ruige stalmest, te gebruiken. Daarnaast helpt het om verstoring door honden, wandelaars, werkzaamheden en koeien te minimaliseren en door mozaïekbeheer toe te passen.
Icarusblauwtje: dit is een voorbeeld van een algemene vlindersoort in o.a. kruidenrijke graslanden en wegbermen. Een boer kan deze soort, en vele andere soorten, helpen door hier en daar kruidenrijke vegetatie te laten staan en door ervoor te zorgen dat niet alles tegelijk gemaaid wordt. Zo kunnen vlinders van mei tot augustus voldoende voedsel blijven vinden en hun eitjes afzetten voor een volgende generatie. Ook kunnen de half volgroeide rupsen er in de winter overleven.
Roggelelie: dit is een voorbeeld van een inheemse plantensoort die in Nederland alleen voorkomt in akkers. Het komt voor in roggevelden, waar ondiep wordt geploegd. Deze soort is gevoelig voor chemische gewasbeschermingsmiddelen.