Ziektepreventie en -behandeling
Ziekte, chronische stress, pijn en verwondingen bij dieren kun je vaak voorkomen. Je moet dan op een aantal zaken in de omgeving van het dier letten, zoals de voeding, de huisvesting en de hygiëne. Ook het management vraagt daarbij aandacht. En als een dier toch ziek wordt, moet je zorgen voor de juiste behandeling.
Voeding en huisvesting
Voor een goede gezondheid is het van belang dat een dier voer van voldoende voedingswaarde tot zijn beschikking heeft en voldoende tijd krijgt om het op te nemen. Tekorten aan bepaalde voedingsstoffen, zoals eiwitten, mineralen en vitamines, brengen de gezondheid in gevaar.
Een comfortabele en ruime huisvesting draagt ook positief bij aan de gezondheid. Comfortabel kunnen liggen en rusten zorgt ervoor dat dieren minder snel ziek worden en sneller van ziekte herstellen. Meer bewegingsruimte verbetert de conditie van het dier en verkleint het risico op chronische stress. Temperatuur, luchtvochtigheid, licht en lucht moeten goed op de diersoort zijn afgestemd om de gezondheid te waarborgen.
Hygiëne
Een goede hygiëne is ook belangrijk. Door dierruimtes schoon en opgeruimd te houden, voorkom je dat ziektekiemen zich kunnen ontwikkelen. Ook wordt dan minder ongedierte aangetrokken. Ongedierte, zoals ratten, muizen en vliegen kunnen ziekteverwekkers overbrengen.
Sommige hygiënemaatregelen zijn wettelijk voorgeschreven. Bijvoorbeeld de maatregel wat te doen als er een besmettelijke dierziekte uitbreekt (zoals varkenspest) of hygiënemaatregelen bij de verwerking van dierlijke producten (vlees, melk en eieren). Op sommige bedrijven is er een scheiding tussen de vuile weg en de schone weg. Je kunt het bedrijf dan alleen maar betreden via een hygiënesluis.
Vaccinaties
Op een bedrijf worden vaak meerdere dieren bij elkaar gehouden. Als dan één dier een besmettelijke ziekte krijgt, raken de andere dieren ook besmet. Om dit te voorkomen, worden dieren vaak preventief tegen parasieten behandeld. Een ander belangrijk preventief middel om ziektes te voorkomen is het vaccineren (inenten) van dieren. Door te vaccineren worden er net voldoende ziekteverwekkers in het dier gebracht, zodat het dier niet ziek wordt, maar wel geheugencellen opbouwt. Bij een echte besmetting heeft het dier dan voldoende weerstand, omdat het afweersysteem met behulp van de geheugencellen snel kan worden geactiveerd.
Werkindeling
Op een bedrijf is de werkindeling belangrijk bij het voorkomen van ziektes. Gezonde dieren worden eerst verzorgd, daarna pas de zieke dieren. Jonge dieren worden eerst verzorgd, dan pas de oudere dieren. Zo voorkom je, dat je de ziektekiemen van oud naar jong of van ziek naar gezond versleept. Het verslepen van ziekteverwekkers kun je ook voorkomen door in elke ruimte of voor elk dier aparte materialen te gebruiken. Zo kunnen alle paarden een eigen zadeldekje, hoofdstel en singel en eigen poetsspullen hebben. Soms werken bedrijven op elke afdeling met andere bedrijfskleding.
Dit zijn allemaal maatregelen om te voorkomen dat mensen of materialen ziektekiemen verspreiden over het bedrijf.
Behandelen van ziekte
Wordt een dier ondanks alle maatregelen toch ziek, dan is het verstandig om het zieke dier apart te houden van andere dieren en direct een behandeling te starten.
Voor ziekte door schimmels en bacteriën kun je een antibioticum geven. Antibiotica gebruik je echter alleen als het strikt noodzakelijk is en levensreddend. Te vaak preventief behandelen zorgt voor resistentie en benadeelt op langere termijn de gezondheid van mens en dier.
Wonden moeten ontsmet en verzorgd worden, botbreuken moeten worden gezet, et cetera. Als dit zich voordoet, moet je zo snel mogelijk een dierenarts inschakelen.