Veldmuis

De veldmuis is een plomp gebouwde muis met een stompe snuit. De ogen en oren zitten verborgen in de bruine tot donkerbruine vacht. De buikzijde is iets lichter gekleurd.

De veldmuis is 9,5-12 cm lang en heeft een staart die veel korter is dan het lichaam.

De veldmuis komt in heel Nederland voor in het buitengebied, voornamelijk is weide- en graslandgebieden. Hier kunnen veldmuizen voor aanzienlijke schade zorgen aan graszoden, gewassen en bomen. Veldmuizen graven holen waarin ze nestelen. Die holen zijn vaak verbonden met looppaadjes. In de zogenaamde 'veldmuisjaren', die elke drie tot zes jaar optreden, kunnen ze in grote aantallen voorkomen. De veldmuis eet voornamelijk grassen en granen, soms ook insecten.

De veldmuis heeft een draagtijd van 19-21 dagen en krijgt 5-6 jongen per keer. De zoogtijd is 3 weken en na een maand zijn de veldmuizen al geslachtsrijp.

Als veldmuizen binnen komen, zijn ze op dezelfde manier te bestrijden als huismuizen. Hierbij is preventie het belangrijkste aspect. Dit kan door bouwkundige maatregelen waardoor muizen niet binnen kunnen komen en door hygiënische maatregelen waardoor er voor de muizen geen voer te vinden is. Daarnaast kunnen muizen mechanisch (klemmen, vallen) en chemisch (giftig lokaas) worden bestreden. Chemische bestrijding mag alleen gedaan worden door mensen met een geldig Bewijs van bekwaamheid hiervoor.

• Dossier knaagdierbeheersing (Groen Kennisnet)