/
2. Bouw en cyclus

2. Bouw en cyclus

De manier van huisvesten en kweken van dieren hangt sterk samen met hoe een dier zich gedraagt en hoe het dier eruit ziet. Hoe leeft het dier en waar heeft het behoefte aan? Er is een aantal kenmerken dat de verschillende insecten soorten gemeenschappelijk hebben. Deze komen hierna aan bod. De subhoofdstukken gaan dieper in op de Black Soldier Fly, meelworm en huisvlieg.

Gemeenschappelijk kenmerken voor de volwassen stadia zijn bijvoorbeeld:

  • 6 poten

  • Gesegmenteerd lichaam (kop, thorax, buik)

  • Vleugels

  • Ectotherm/ poikilotherm (koudbloedig)

  • Ademhalen door trachea

  • Metamorfoses

Levenscyclus

De meeste insecten ondergaan tijdens hun leven een gehele of gedeeltelijke metamorfose. Het gaat niet alleen om het volwassen dier, maar ook om de eerdere stadia. Insecten hebben een levenscyclus, net als elk ander organisme, waarbij verschillende stadia zich opvolgen. De snelheid wordt bepaald door o.a. de temperatuur en luchtvochtigheid.

Cyclus insect algemeen

 

In de afbeelding is de algemene cyclus van een insect te zien. Hoeveel stadia er precies zijn, kan per soort verschillen. Daarnaast kan de benaming van de verschillende stadia verschillen. Bij krekels spreek je bijvoorbeeld van nimfen in plaats van larven.


Tijdens de larven stadia vinden er vaak meerdere vervellingen plaats. Een insect heeft een hard exoskelet (uitwendig skelet). Dit groeit niet mee met het dier. Ze zullen om te groeien, of om een metamorfose te ondergaan, dus hun oude huid moeten verliezen.

Goed om te weten

Het bestaan van verschillende stadia in een levenscyclus vergroot de overlevingskansen van een dier. Doordat de larven en volwassen dieren ander voedsel (kunnen) eten, vormen ze geen concurrentie voor elkaar.

Uiterlijk

Het lichaam van insecten kan je opdelen in drie onderdelen: kop, thorax en buik. Deze drie onderdelen hebben specifieke functies.

Kop

De kop bevat de antennen, ogen en monddelen. Het heeft als functies waarnemen en voedselinname.
Elke soort insect heeft zo zijn voorkeursvoedsel. De focus ligt op één of enkele voedsel soorten. De soorten die gehouden worden voor de kweek zijn juist generalist. Zij kunnen een breed scala aan voedsel benutten. Wel zo handig, want dit verhoogt de overlevingskansen en dus de productie!
Ze hebben hiervoor drie verschillende ‘aanpassingen’ ondergaan:

  • Morfologisch (vorm):

    • Monddelen: ze kunnen bijten en kauwen, prikken en opzuigen of raspen/schrapen en opzuigen

    • Anatomie van het verteringstelsel

  • Fysiologisch / biochemisch:

    • Smaak ervaren

    • Vertering met behulp van enzymen

    • Ontgiften en uitscheiden

  • Microbiële symbiose: bacteriën, gisten, schimmel

    • Vertering met behulp van enzymen

    • Voedingsstoffenproductie

    • Ontgifting

 

Goed om te weten

Wist je dat meelwormen zelfs in staat zijn om plastic te verteren met behulp van de microben in hun maagdarmstelsel?

 

Om te bepalen of iets eetbaar is, zijn insecten in staat om materiaal te testen door middel van bijvoorbeeld smaak, het voelen van de textuur en ook de temperatuur. Dit zijn de waarnemingen die plaatsvinden vóór dat iets wordt gegeten. Erna vindt er, naast het absorberen en benutten van de voedingstoffen, ook een “leer” proces plaats: ‘dit soort voedsel is geschikt’. Zo kunnen huisvlieglarven bijvoorbeeld de efficiëntie om voedingsstoffen te verteren over de generaties heen verbeteren.


Mensen proeven voedsel alleen in hun mond, door smaakpapillen op de tong. Insecten hebben ook smaakpapillen, deze kunnen verschillende vormen hebben zoals een haar, een pin of een pit. Een verschil is dat deze smaakpapillen zich op meerdere plekken bevinden, op het labellum, maxillaire palp, de antennen en zelfs op de vleugelranden en poten. Daarnaast bevinden ze zich ook nog ín het dier, het maagdarmkanaal, de hersenen en de voorplantingsorganen. (Joseph and carlson (2015). Trend in Genetics).

Thorax

Aan de thorax zijn de poten en vleugels (mits aanwezig) bevestigd. De voornaamste functie is het bewegen van het dier. Daarnaast bevinden zich aan de zijkant kleine openingen waardoor het insect kan ademhalen.
De vorm van de poten kan sterk variëren en is afhankelijk van hun functie. Bijvoorbeeld lopen, zwemmen, springen of prooien vangen.

Buik

De buik is het grootste onderdeel en heeft meerdere functies, zoals vertering, ademhaling (net als bij de thorax), uitscheiding en voorplanting. Ook de voortplantingsorganen kunnen veel verschillende vormen aannemen.

Insecten bezitten een centraal zenuwstelsel. De hersenen bevinden zich in de kop, waaruit 2 ‘zenuwbanen’ zich uitstrekken langs de bodem van het midden- en buikgedeelte.

Naast deze gemeenschappelijke kenmerken, heeft elke insectensoort zo zijn eigen variatie hierop. In de volgende subhoofdstukken zullen deze worden besproken voor de meest gebruikte insecten.

Related content

3. Kweek
More like this
1. De insectenteelt
1. De insectenteelt
More like this
8. Toekomst
8. Toekomst
More like this
2.3 Meelworm
2.3 Meelworm
Read with this
Rozenbladwesp
More like this
Inleiding
Inleiding
Read with this