Primehumic en Primefulvic

 

Naam middel

Primehumic en Primefulvic

 

Algemeen

Primehumic en Primefulvic zijn producten uit humus. Humus is het traag afbreekbare deel van de organische stof in de bodem; organische stof is al het dode organische materiaal dat in de bodem aanwezig is. Humus wordt gevormd door de ontbinding van plantaardig en dierlijk materiaal. Hieraan gebonden zijn voedingsstoffen en mineralen. De leeftijd en de locatie van de humuslaag is bepalend voor de kwaliteit. Fulvinezuur en humuszuur worden uit humus geëxtraheerd. Fulvinezuur is een zuiverder product wordt een aantal maanden gefermenteerd. Aan humuszuur en fulvinezuur worden gezondheidsbevorderende eigenschappen toegeschreven, met name het binden van toxines. Aanvullend diervoeder

 

Onderzoek

Samenstelling en eigenschappen. Humus bestaat uit o.a. humuszuur, fulvinezuur en humine, en verschillende mineralen zoals ijzer, mangaan, koper en zink (Aiken et al., 1985). Fulvinezuur is wateroplosbaar en wordt niet beïnvloed door de pH. Het bevat veel reactieve functionele groepen waaronder carboxyl, hydroxyl, carbonyl, fenol, quinonen en semiquinongroepen. Deze groepen maken dat fulvinezuur zowel metalen kan binden als anti-oxidant eigenschappen heeft (Plaza et al., 2005).

In een review zijn de toepassingen van humuszuren onderzocht (Kühnert et al, 1989). De lage toxiciteit, afwezigheid van bijwerkingen en positieve effecten op aandoeningen aan het digestieapparaat en metabole problemen zouden een breed toepassingsveld mogelijk maken. Ook andere onderzoekers (Islam et al., 2005) noemen een groot aantal positieve effecten zoals remming van bacteriele groei en van schimmelgroei, antivirale eigenschappen, reductie van mycotoxinegehalten in voeders, stimulering van het immuunsysteem, remming van de ontstsekingsreactie, reductie van stress en verbeterde darmgezondheid als eigenschappen van humuszuren.

Effecten op groei, vleeskwaliteit en ammoniakemissie. Er is onderzoek gedaan naar de effecten van fulvinezuur op de groei, verteerbaarheid, bloedparameters en immuunfunctie van biggen (Kunavue en Lien, 2012). Hiervoor is onderzoek gedaan met biggen van rond de 20 kg die werden verdeeld in 5 groepen (8 dieren per groep) die of 1)  controle voer kregen, 2) antibiotica (200 ppm oxytetracycline), 3) fulvinezuur 200 ppm, 4) probiotica 109 cfu/g, 5) fulvinezuur en probiotica. Uit deze proef bleek dat fulvinezuur en de combinatie van fulvinezuur met probiotica het totale fosforgehalte, energie en de verteerbaarheid van de as verbeterde vergeleken met de controle en de antibiotica groep. In een tweede proef met dezelfde groepen bij gespeende biggen van rond de 8.8 kg is gekeken naar prestatie en bloedparameters. Hieruit bleek dat de dagelijkse groei beter was bij de antibioticagroep dan bij de controlegroep. De groep met fulvinezuur en probiotica had hogere antilichaamtiters, IgG en fytohemaglutinatie (huidtest) gehalten dan de controles, en dat gold ook voor IgG in de fulvinezuurgroep. De onderzoeker concluderen hieruit dat fulvinezuur al dan niet met probiotica de vertering bevordert bij varkens en de immuuncapaciteit verbetert bij gespeende biggen.

Er is ook onderzoek gedaan naar de effecten van humusstoffen de groei, bloedparameters en vleeskwaliteit van vleesvarkens (Wang et al, 2008). Hiervoor zijn 48 Yorkshire Duroc kruisingen van 105 dagen oud (gewicht rond de 56 kg) verdeeld in 3 groepen. Groep 1 kreeg controle voer, groep 2 controlevoer met 5 % humusstoffen en groep 3 kreeg controlevoer met 10 % humusstoffen. De varkens zijn 8 weken gevolgd. Over de hele periode verhoogde toevoeging van 10 % humusstoffen de dagelijkse groei en de voederconversie significant. Ook was het aandeel lymfocyten als percentage van de leucocyten verhoogd ten opzichte van de controlegroep. De kleurscore van de varkens uit beide humusgroepen was hoger dan die van de controles. Bij beide humusgroepen was de dikte van het rugspek significant minder dan de controles. Bij de 10 % humusgroep was de marmeringsscore (intermusculair vet) hoger dan de controles. Dit suggereert een positief effect op de vleeskwaliteit.

Ander onderzoek vergeleek de effecten bij varkens van vier verschillende humusproducten (HS1 t/m HS4), elk met een verschillende samenstelling in humuszuur en fulvinezuur (Ji et al., 2006). Elk product werd in twee doseringen 0,5 en 1 % aan het dieet toegevoegd bij biggen en in een grote proef (5 dieren per hok, 8 hokken per behandeling) is gekeken naar effecten op groei, karkaskwaliteit en ammoniak uitstoot van de mest. De varkens zijn gevolgd vanaf spenen tot aan het slachten, deze periode is onderverdeeld in  6 fases. In het eerste experiment gaf HS1 bij 0,5 % een betere groei in fase 3 en een voederconversie in fase 3-5. In een tweede experiment zijn dieren behandeld met 0,5 % HS1 en HS2 en vergeleken met een controle groep. Hiervoor zijn 8 dieren per hok en 8 hokken per behandeling gebruikt. Hierbij gaven de HS1 en HS2 dieren een betere groei en voederconversie te zien over de hele mestperiode. In experiment 3 is deze proef gedaan met HS3 en HS4 maar deze producten gaven geen verschil met de controles te zien. De ammoniak emissie van de mest was met 18 en 16 % verminderd bij HS1 en HS4. Uit deze studie blijkt dat humusstoffen positieve effecten op de prestaties van varkens kunnen hebben, maar dat de effecten afhankelijk zijn van de kwaliteit en samenstelling van de producten.

Effecten op mycotoxines.Mycotoxines zijn toxines van schimmels die voorkomen op granen, in voer kunnen gezondheidsproblemen geven bij dieren, met name bij varkens. Onderzoek van Weaver (2013) toonde de effecten van voer gecontamineerd met aflatoxine (150 µg/kg) en Deoxynivalenol (DON, 1100 µg/kg) dat werd vergeleken met controlevoer, en A) gecontamineerd voer met een kleipreparaat, B) gecontamineerd voer met klei en een gedroogd gist additief, C) een gecontamineerd voer met klei en een gistcultuur additief. Dit werd gevoerd aan 225 gelten van rond de 8,8 kg en de groei per dag, voeropname werden 42 dagen gemonitored. Bloed is onderzocht op immuunparameters en weefsels zijn onderzocht op pathologische veranderingen. Mycotoxines verminderden trendmatig de dagelijkse groei en veranderden de immuunrespons. In de lever werd galganghyperplasie en kernvergroting waargenomen. Dieet A en B verminderde de effecten op het immuunsysteem en de lever en verbeterde de groei. Dieet C verminderde de leverschade.

Ook humuszuren kunnen bepaalde mycotoxines binden. In vitro onderzoek naar de effecten van bentoniet en humuszuur op de binding van de mycotoxines ochratoxine en zearalenon in een digestiesysteem liet dat bentoniet een grote absorbtiecapaciteit (> 96 %) had voor beide mycotoxines, onafhankelijk van de pH, terwijl humuszuur een vergelijkbare bindingscapaciteit had bij lage pH, maar die verminderde weer als de pH hoger werd (Santos et al., 2010).

Onderzoek bij slachtkuikens liet zien dat oxihumate, een humusproduct, de negatieve effecten van aflatoxine in het voer op de gezondheid kon verminderen (Jansen van Rensburg et al., 2006). Het humusproduct verminderde de negatieve effecten op de groei, en werkte beschermend op de lever, hart en maag en normaliseerde een aantal bloedparameters.

Onderzoek naar de effecten van humusstoffen op de effecten van DON bij biggen liet geen positieve effecten zien (Dänicke et al., 2012). In deze proef kregen varkens controlevoer of voer gecontamineerd met fusariumtoxine DON te eten, met of zonder humusproduct (5 g/kg) in een 10 weekse proef die startte op een gewicht van 35 kg met 12 dieren per groep. Het gecontamineerde dieet had geen effect op de voederopname, onafhankelijk van de aanwezigheid van de humusstoffen. Ook een ander onderzoek van Dänicke (2012a) bij biggen kon geen positief effect van humusstoffen op met DON gecontamineerd voer bij biggen laten zien.

Ook in vitro onderzoek naar de effecten van verschillende mycotoxinebinders op DON en zearalenon, liet geen effect zien op DON, maar humusstoffen bleken wel in staat om zearalenon te binden (> 70 %) (Sabatar-Vilar et al., 2007).

Probleem bij dit soort producten is dat ze vaak slecht gedefinieerd zijn en daarom is er grote variatie in de effecten die in onderzoek worden waargenomen.

 

Gebruik

PrimeHumic

gewicht

Dagelijkse dosering

90-200 kg

500-750 mg

200-400 kg

750 mg- 1,5 gram

400-800 kg

1,5-3 gram

Primefulvic

gewicht

Dagelijkse dosering

5-11 kg

5-10 cc

34-68 kg

20-30 cc

90-180 kg

40-50 cc

360-450 kg

70-80 cc

720-810 kg

110-120 cc

 

Literatuur

Dänicke, S, Brosig B, Klunker LR, Kahlert S, Kluess J, Döll S, Valenta H, Rothkötter HJ. 2012. Systemic and local effects of the Fusarium toxin deoxynivalenol (DON) are not alleviated by dietary supplementation of humic substances (HS). Food Chem Toxicol. 50, 979-88.

Dänicke S, Valenta H, Kersten S. 2012a. Humic substances failed to prevent the systemic absorption of deoxynivalenol (DON) and its adverse effects on piglets. Mycotoxin Res. 28, 253-60.

Islam, K.M.S., A. Schuhmacher and J.M. Gropp. 2005. Humic Acid Substances in Animal Agriculture. Pakistan Journal of Nutrition 4, 126-134.

Ji F, McGlone JJ, Kim SW. 2006. Effects of dietary humic substances on pig growth performance, carcass characteristics, and ammonia emission. J Anim Sci. 84, 2482-90.

Kunavue, N. and Lie, T.F. 2012. Effects of fulvic acid and probiotic on growth performance, nutrient digestibility, blood parameters and immunity in pigs. J. Anim. Sci. Adv., 2, 711-721.

Kühnert, M, Fuchs, V, Golbs S. 1989 [Pharmacologic and toxicologic properties of humic acids and their activity profile for veterinary medicine therapy]. Dtsch Tierarztl Wochenschr. Jan;96(1):3-10.

Plaza C, García-Gil JC, Polo A, Senesi N, Brunetti G.2005. Proton binding by humic and fulvic acids from pig slurry and amended soils. J Environ Qual. 34,1131-7.

Sabater-Vilar, M, Malekinejad H, Selman MH, van der Doelen MA, Fink-Gremmels J. 2007. In vitro assessment of adsorbents aiming to prevent deoxynivalenol and zearalenone mycotoxicoses. Mycopathologia. 163, 81-90.

Santos, R.R., Vermeulen, S, Haritova, A, Fink-Gremmels, J. 2011. Isotherm modeling of organic activated bentonite and humic acid polymer used as mycotoxin adsorbents. Food Addit Contam Part A Chem Anal Control Expo Risk Assess.28,  1578-89.

Wang, Q, Y.J. Chen, J.S. Yoo, H.J. Kim, J.H. Cho, I.H. Kim. 2008. Effects of supplemental humic substances on growth performance, blood characteristics and meat quality in finishing pigs. Livestock Science 117, 270-274.

Weaver, A.C., M. Todd See, Jeff A. Hansen, Yong B. Kim, Anna L. P. De Souza, Teena F. Middleton and Sung Woo Kim. 2013. The Use of Feed Additives to Reduce the Effects of Aflatoxin and Deoxynivalenol on Pig Growth, Organ Health and Immune Status during Chronic Exposure. Toxins 5, 1261-1281.