Invloed van huisvesting op dierenwelzijn
Voor een goede huisvesting van dieren zijn het klimaat, bewegingsvrijheid, lig- en rustcomfort en omgevingsverrijking van groot belang. Hoe meer deze elementen aansluiten bij onderdelen van de natuurlijke leefomgeving, hoe beter het dier zich aan kan passen. Dierenwelzijn komt in gevaar als het dier niet in staat is zich aan te passen of als de aanpassing veel moeite kost.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Comfortabel klimaat
Dieren zijn vaak aan een heel specifiek klimaat aangepast. Als de klimaatomstandigheden daarvan afwijken, kan dat negatieve gevolgen hebben voor het dierenwelzijn. Factoren die het klimaat van een natuurlijke leefomgeving bepalen, zijn warmte en kou, zonlicht, vochtigheid, droogte en wind. Binnen de klimaten zijn er verschillen in de seizoenen die soms extreem kunnen zijn. De dieren moeten daaraan zijn aangepast, willen ze kunnen overleven. Voorbeelden van aanpassingen zijn de winterslaap en de zomer- en wintervacht. Als dieren gehouden worden bepaalt de dierhouder het klimaat. Klimaatfactoren die in die situatie van belang zijn, zijn (een combinatie van) temperatuur, luchtvochtigheid, licht, luchtsnelheid en luchtsamenstelling.
Bewegingsvrijheid
Bewegen is goed voor de conditie en daarmee de gezondheid van de dieren. Veel bewegingsvrijheid is over het algemeen positief voor het dierenwelzijn. Hoeveel ruimte een dier minimaal nodig heeft, is per diersoort verschillend. Het hangt onder andere af van de grootte van het dier en de samenstelling en grootte van de groep. Bewegingsvrijheid betekent ook dat dieren zich makkelijk in hun huisvesting kunnen verplaatsen, zonder belemmerd te worden door obstakels of een gevaarlijke ondergrond.
Om verschillende activiteiten en gedragingen in gevangenschap uit te kunnen oefenen, is de huisvesting bij voorkeur zo ingericht dat er aparte ruimtes zijn voor het uitvoeren van verschillende gedragingen (functiegebieden).
Comfortabel liggen en rusten
Comfortabel liggen en rusten draagt positief bij aan het dierenwelzijn. Voor jonge, oude en zieke dieren is rusten extra belangrijk. De inrichting van de huisvesting moet zodanig zijn dat de dieren rustig en ongestoord kunnen liggen wanneer ze daar behoefte aan hebben. Voor vogels houdt dit in dat ze over zitstokken van een goede dikte moeten beschikken. De rust- en ligruimte is bij voorkeur gescheiden van de andere ruimtes in het verblijf waar gegeten of gespeeld wordt. Dieren moeten zich veilig kunnen voelen in hun huisvesting. Beschermd tegen soortgenoten en roofdieren, maar ook tegen extreme klimaatfactoren zoals hitte, koude en tocht. Ook moet er rekening gehouden worden met het feit of dieren nacht- of dagdieren zijn.
Omgevingsverrijking
In de natuur hebben dieren op verschillende manieren te maken met uitdagingen vanuit hun omgeving. Deze situatie kun je voor gehouden dieren nabootsen door omgevingsverrijking toe te passen. Verrijking komt het dierenwelzijn ten goede. Je kunt op verschillende manieren de omgeving verrijken. Sociale interactie met soortgenoten, maar ook met mensen, is een vorm van sociale verrijking. Fysiek verrijkingsmateriaal is materiaal dat manipuleerbaar is en waar dieren mee kunnen spelen. Voedselverrijking is ontwikkeld om het natuurlijke gedrag bij het zoeken naar en verkrijgen van voedsel te stimuleren.