/
3. Beroepspraktijkopdrachten

3. Beroepspraktijkopdrachten

0. Melken

Opdracht 0.1 Melken

Intro
Als de veehouder gaat melken, zal hij eerst de dieren gaan ophalen. Voordat de melk ook daadwerkelijk in de melktank zit, moet er een heleboel gebeuren.

Wat leer je met deze opdracht?
Je krijgt een beeld van de handelingen die nodig zijn bij het melken.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
 Praktijkopleider, handboek melkwinning 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf? 

  1. Bekijk de handelingen die je praktijkopleider verricht bij het melken.
  2. Noteer de verschillende stappen van dieren ophalen t/m melk in de melktank.
  3. Vergelijk de stappen en handelingen die je bij opdracht 1 hebt genoteerd met dat wat 2 andere klasgenoten hebben opgeschreven.
  4. Noteer de verschillen.

Opdracht 0.2 Groepen maken en dieren controleren

Intro
De veehouder melkt en voert zijn koeien soms in een bepaalde volgorde. Hij verdeelt daarbij de koeien in enkele groepen. In deze opdracht ga je inventariseren hoe dat bij jouw stagebieder gebeurt en verdiep je je in de achterliggende reden.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert de achtergronden van het verdelen van de koeien in groepen.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Handboek melkwinning, praktijkopleider

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Observeer tijdens het melken de volgorde waarin de veehouder melkt.
  2. Verdeelt de veehouder de melkgevende veestapel in groepen? Waarom wel/ niet?
  3. Inventariseer samen met je stagebieder in welke groepen hij de melkgevende koeien verdeeld en de reden waarom hij dit doet. Noteer je antwoorden in een tabel.
  4. Waarom melkt je praktijkopleider de koeien in deze volgorde?
  5. Welke handelingen verschillen per groep? Noteer je antwoorden in de tabel.
  6. Pak de meest recente uitslag van de melkcontrole/ melkproductieregistratie er bij. Welke koeien hebben een afwijkend celgetalwaarde?
  7. Hoe herken je deze in de praktijk?
  8. Wanneer doet de boer er iets aan en wat doet hij er aan?
  9. Waar moet je rekening mee houden bij het melken van deze koeien?
  10. Hoeveel gevallen van verhoogd celgetal komen er voor op dit bedrijf? In welke mate zijn deze gevallen verhoogd? (Noem aantallen en percentages)
  11. Wat doet de boer er aan om het celgetal binnen de perken te houden?

Omhoog

1. Melksamenstelling

Opdracht 1.1 Afwijkende melk

Intro
Soms hebben koeien afwijkende melk. Bijvoorbeeld wanneer ze worden behandeld met antibiotica. Deze melk mag niet in de melktank komen.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert welke handelingen je moet verrichten bij een koe met afwijkende melk.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Inventariseer in welke gevallen sprake is van afwijkende melk.
  2. Hoe herken je een koe met afwijkende melk?
  3. In welke gevallen mag afwijkende melk niet in de melktank terecht komen?
  4. Welke handelingen moet je verrichten om te voorkomen dat afwijkende melk in de melktank terecht komt?
  5. Wat is het gevolg als deze afwijkende melk in de melktank terecht zou komen?

Opdracht 1.2 Biest

Intro
Biest is de eerste melk van de koe. Ze zit vol waardevolle antistoffen.

Wat leer je met deze opdracht?
Je kijkt gericht naar hoe met biest wordt omgegaan op jouw bedrijf.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Handboek melkveehouderij, koeboek

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Wat gebeurd met de biest van de koe?
  2. Hoe lang kan de biest bewaard worden?
  3. Hoe moet de biest verstrekt worden?
  4. Wordt een biestkoe handmatig of machinaal gemolken?

Omhoog

2. De uier

Opdracht 2.1 Oxytocine/Adrenaline

Intro
Oxytocine en adrenaline zijn twee hormonen die van belang zijn voor het laten schieten of het ophouden van de melk.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert hoe je met je handelen rekening kunt houden met deze twee hormonen.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Leerboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Welke rol speelt het hormoon oxytocine rondom het melken?
  2. Hoe kun je het vrijkomen van dit hormoon stimuleren?
  3. Hoe gebeurt dit op jouw praktijkbedrijf?
  4. Welke rol speelt het hormoon adrenaline rondom het melken?
  5. Hoe kun je het vrijkomen van dit hormoon voorkomen?
  6. Hoe wordt hier rekening mee gehouden op jouw praktijkbedrijf?

Omhoog

3. Melkinstallatie

Opdracht 3.1 De melkmachine

Intro
Om te weten hoe de melkmachine werkt, moet je weten hoe deze in elkaar zit.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert de melkmachine van jouw praktijkbedrijf goed kennen.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Handleiding, praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Maak op een vel papier een schematische tekening van de melkmachine op jouw bedrijf.
    1. Geef alle onderdelen schematisch weer.
    2. Sla geen onderdelen over.
    3. Zet ze in de goede volgorde.
    4. Teken ook de slangen en leidingen die de onderdelen verbinden.
  2. Vergelijk jouw tekening met die van je klasgenoten.
  3. Waar zitten grote verschillen?
  4. Waar worden die verschillen door veroorzaakt?

Opdracht 3.2 Typen melkinstallaties

Intro
In de praktijk zie je veel verschillende melkinstallaties. Ieder bedrijf lijkt zijn eigen installatie te hebben. Toch is het zo dat alle installaties terug te voeren zijn naar twee hoofdtypen: de melkmachine met melkleiding en de melkmachine zonder melkleiding.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert welke installatie er op jouw bedrijf aanwezig is.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?
Het is de bedoeling dat je bij deze opdracht vooral naar de leiding kijkt om zodoende het type installatie vast te stellen. Noteer je bevindingen.

  1. Wordt bij de installatie de melk eerst opgevangen in een melkmeetglas?
  2. Is er dus een melkleiding of melktransportleiding gemonteerd?
  3. Over welk type melkinstallatie praat je dan?
  4. Hoe groot is de diameter van de melkleiding?
  5. Waarom is de diameter van de melkleiding belangrijk bij de melkinstallatie?
  6. Waarom moet de diameter bij een installatie zonder melkmeetglazen groter zijn dan bij een installatie met melkmeetglazen?
  7. Naast het type installatie is belangrijk hoe de leidingen geïnstalleerd zijn. Zo heb je een hoogliggende melkleiding of een laagliggende melkleiding.
  8. Hoe hoog zijn de leidingen geïnstalleerd op je praktijkbedrijf?
  9. Waarom heeft je praktijkopleider er voor gekozen het op deze manier te laten doen?
  10. Wat zijn de voor- en nadelen van een hoogliggende melkleiding ten opzichte van een laagliggende melkleiding?
  11. Is de melkleiding tweezijdig aangesloten? Wat is tweezijdig aangesloten eigenlijk?
  12. Wat zijn de voordelen van tweezijdig aangesloten melkleidingen?
  13. Hoe wordt op je praktijkbedrijf voorkomen dat afwijkende melk in de melk- (transport)leiding komt?
  14. Zoek de melkluchtafscheider op! Is deze in de put geïnstalleerd of in het melklokaal?
  15. Wat is het voordeel van een melkluchtafzuiger in de melkput?

Opdracht 3.3 De vacuümpomp

Intro
In deze opdracht ga je een paar belangrijke onderdelen van de vacuümgroep bekijken. Zo komen in deze opdracht de vacuümpomp aan bod.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert welk type vacuümpomp op jouw bedrijf wordt gebruikt en hoe hij werkt.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkveehouderij

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Wat voor soort pomp wordt er op je praktijkbedrijf gebruikt?
  2. Is het een pomp die olie nodig heeft, of is het een waterringpomp?
  3. Teken een dwarsdoorsnede van de pomp. Gebruik hier eventueel je theorieboek voor.
  4. Wanneer het een oliepomp is: wordt de olie gebruikt of verbruikt?
  5. Hoe vaak moet de olie worden ververst of bijgevuld?
  6. Op welke plaatsen vindt vervuiling door olie plaats?
  7. Met behulp van welke aanpassingen is deze vervuiling te verhelpen?
  8. Indien er op jouw praktijkbedrijf geen vervuiling optreedt door de vacuümpomp, hoe wordt dit dan voorkomen
  9. Is de vacuümpomp van je praktijkbedrijf volgens jou milieuvriendelijk of niet?
  10. Wat is de capaciteit van de vacuümpomp?
  11. Hoeveel kPa daalt het vacuüm als je er een melkstal afhaalt? (Probeer dit net voor of net na het melken, er mag geen koe (meer) aangesloten zijn!!)
  12. Heeft de pomp dus voldoende reservecapaciteit?
  13. Tijdens de reiniging wordt ook regelmatig lucht gezogen. Wat gebeurt er dan met het spoelwater?

Opdracht 3.4 Krachtoverbrenging vacuümpomp

Intro
In deze opdracht ga je een paar belangrijke onderdelen van de vacuümgroep bekijken. Zo komt deze opdracht de krachtoverbrenging aan bod.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert welke krachtoverbrenging op jouw bedrijf toegepast wordt.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Welk(e) soort(en) aandrijving(en) is/zijn er op je praktijkbedrijf geïnstalleerd? (Denk ook aan de verplaatsbare melkinstallaties!!)
  2. Welk soort krachtoverbrenging tussen de aandrijfmotor en de vacuümpomp wordt op je praktijkbedrijf toegepast?
  3. Hoe is de krachtoverbrenging afgeschermd?
  4. Op welke manier zou iemand, of iemands kleding, op een onbedachtzaam moment toch nog met draaiende delen in aanraking kunnen komen?
  5. Vind je deze afscherming dus voldoende veilig?

Opdracht 3.5 De vochtvanger

Intro
In deze opdracht ga je een paar belangrijke onderdelen van de vacuümgroep bekijken. Zo komt deze week de vochtvanger aan bod.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert meer over de vochtvanger op jouw bedrijf.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. De vochtvanger bevindt zich tussen pomp en vacuümleiding.
  2. Waar zit de vochtvanger op je praktijkbedrijf?
  3. Hoe kun je de vochtvanger altijd herkennen?
  4. Wat is dus de functie van een vochtvanger?
  5. Hoe groot is de inhoud van de vochtvanger op je praktijkbedrijf ongeveer?
  6. Hoeveel water mag je bij eventueel schoonmaken van de vacuümleiding dus in één keer opzuigen?
  7. Op welke manier verdwijnt het tijdens het melken opgevangen vocht uit de vochtvanger?
  8. Hoe moet de vochtvanger van binnen gecontroleerd worden op viezigheid?

Opdracht 3.6 Vacuümcontrolesystemen

Intro
Bij de vacuümgroep horen ook de vacuümcontroleonderdelen.

Wat leer je met deze opdracht?
Zoals je weet zorgt een regulateur er voor dat het vacuüm op peil wordt gehouden. Het is daarom belangrijk om te weten hoe het werkt en waar je het kunt vinden.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Welk type regulateur is volgens jou geïnstalleerd op je praktijkbedrijf?
  2. Probeer in de tekening simpel te tekenen hoe de regulateur er uit ziet en waar hij zit.
  3. Als je de montageplaats van de regulateur bekijkt, geef dan aan of hij: stofvrij, trillingvrij of vorstvrij is geplaatst.
  4. Waarom is dat belangrijk?
  5. Ga tijdens het melken eens bij de regulateur kijken. Als je je hand erbij houdt wat doet de regulateur dan eigenlijk? Zuigen of blazen? Kun je uitleggen waarom?
  6. Welke gegevens zijn op de regulateur vermeld betreffende (gebruik het Meet- en Adviesrapport): o vacuümhoogte o regelbereik ? Overleg deze vragen met je praktijkopleider, en test het dan eens als het kan.

Opdracht 3.7 Vacuümleiding, melkstel en pulsator 

Intro
Je hebt al heel wat onderdelen van de melkmachine uitgezocht. In deze opdracht ga je verder met het bekijken van de vacuümleiding, het melkstel en de pulsator op je praktijkbedrijf. Ook hier geldt weer dat er zoveel verschil in uitvoering kan zitten dat het goed is om de praktijkuitvoering te inventariseren.

Wat leer je met deze opdracht?
Je krijgt inzicht in de installatie op jouw praktijkbedrijf.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, instructieboeken, handleidingen of het meet- en adviesrapport.

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?
3.7.1 De vacuümleiding vormt de verbinding tussen de vacuümpomp en de melkapparatuur. Via de vacuümleidingen wordt de lucht die op verschillende plaatsen binnengelaten wordt, afgevoerd naar de pomp.

  1. Van welk materiaal is de vacuümleiding in de melkstal op je praktijkbedrijf gemaakt?
  2. Wat zijn de voor- en nadelen van dit materiaal?
  3. Hoeveel vochtdruppelaars zijn er aan de vacuümleiding gemonteerd?
  4. Op welke plaats zou jij er nog één willen plaatsen om er zeker van te zijn dat alle vocht uit de leiding loopt?
  5. Is de vacuümleiding van een ruime diameter of niet? Waarom denk je dat ze dat tegenwoordig veel toepassen? (Overleg eventueel met je praktijkopleider)
  6. De vacuümleiding kun je altijd makkelijk herkennen, want drukwisselaars staan er altijd vast op gemonteerd. Klopt dit op je praktijkbedrijf ook?
  7. Stel dat alle melkstellen aangesloten zijn, wat doet de regulateur dan nog? Kun je dat verklaren?
  8. Stel dat er een melkstel onder een koe uit is gevallen en lucht ligt te zuigen. Wat doet de regulateur dan? Verklaar dit!

3.7.2 Het is belangrijk om de koeien met het juiste vacuüm te melken. Dit voorkomt allerlei afwijkingen aan het uier. Mastitis is ook een belangrijke aandoening die vaak te verwijten is aan een slecht afgestelde en/of onderhouden melkmachine. Om het vacuüm te controleren is er een vacuümmeter op de installatie aangebracht (soms zelfs meer dan één!).

  1. Hoeveel vacuümmeters zijn er op jouw praktijkbedrijf op de melkmachine gemonteerd?
  2. Waar op de melkmachine is/zijn de meter(s) geplaatst?
  3. Is dat handig? Waar zou jij ze plaatsen en waarom?
  4. Het rode merkteken van de vacuümmeter geeft doorgaans het gewenste vacuüm aan. Hoeveel wijkt het werkelijke vacuüm af van het rode merkteken?
  5. Welk onderdeel moet je afstellen om het gewenste vacuümniveau te krijgen, of om het vacuümniveau bij te stellen?
  6. In welke eenheid (eenheden) is de schaalverdeling weergegeven?
  7. Wat is het bedrijfsvacuüm van de melkmachine?
  8. Vergelijk dit met de richtlijnen voor het bedrijfsvacuüm. Wat is je conclusie als je de richtlijnen vergelijkt met het bedrijfsvacuüm van je praktijkbedrijf?

3.7.3 In het melkstel komen het vacuümvoerend gedeelte en het melkvoerend gedeelte heel dicht bij elkaar. Er zijn allerlei verschillende melkklauwen op de veehouderijbedrijven in gebruik. Om een idee te krijgen van de verscheidenheid zul je ze naast elkaar moeten leggen.

  1. Welk type melkklauw is gemonteerd op je praktijkbedrijf?
  2. Teken hoe de klauw eruit ziet. Let daarbij vooral op het melkopvanggedeelte!
  3. Zoek bij de klauw het luchtinlaatgaatje op. Is dit gaatje open? Wat gebeurt er als dit gaatje niet open is?

3.7.4 Een drukwisselaar kan simultaan of alternatief werken. In de les heb je het daar over gehad en je weet dus wat het verschil is. Met behulp van onderstaande vragen ga je onderzoeken welk soort drukwisselaar op je praktijkbedrijf wordt toegepast.

  1. Is er een pneumatische of elektromagnetisch aangedreven drukwisselaar op het bedrijf?
  2. is de drukwisselaar ook verbonden met een zogenaamde ‘schone luchtleiding’, of zuigt de drukwisselaar de lucht rechtstreeks uit de melkput?
  3. Als er een schone luchtleiding is toegepast, hoe vindt de reiniging daarvan dan plaats?
  4. Welke functie heeft deze leiding nog meer? Waarom is dat?
  5. Is de drukwisselaar schoon?
  6. Hoe kun je hem schoonmaken?

3.7.5 Boven op de klauw van het melkstel zit een luchtverdeelstuk. Aan dit luchtverdeelstuk zitten de twee lange pulsatieslangen aan de voorkant en de vier korte pulsatieslangetjes van de tepelhouders aan de zijkant. Elke lange pulsatieslang is verbonden met slechts twee korte pulsatieslangen. De verdeling kan zijn: 2 links + 2 rechts, of 2 voor + 2 achter.

  1. Hoeveel luchtslangen zitten er op je praktijkbedrijf tussen de drukwisselaar en het luchtverdeelstuk?
  2. Welk soort drukwisselaar wordt dus toegepast?
  3. Hoe is de verdeling van het luchtverdeelstuk van de melkstellen op je praktijkbedrijf?
  4. Welke spenen worden dus per pulsatieslag tegelijk gemolken?

Omhoog

4. Reinigen en ontsmetten

Opdracht 4.1 Reinigen stal en melkinstallatie

Intro
Als de veehouder klaar is met melken, begeleidt hij de dieren weer naar de stal of naar buiten. Dan kan het reinigen beginnen.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert welke handelingen komen kijken bij het reinigen van de stal en de melkmachine.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Bekijk de handelingen die je praktijkopleider verricht bij het reinigen van de stal en de melkmachine.
  2. Noteer de verschillende stappen in een tabel. Begin bij stap 1: ‘het laatste dier wegbrengen’ en ga alle stappen na tot en met de laatste: ‘het verlaten van de gereinigde stal en melkmachine’.
  3. Schrijf in de tabel ook op welke reinigingsmiddelen de veehouderij bij bepaalde stappen gebruikt.
  4. Vergelijk de handelingen van je praktijkopleider en reinigingsmiddelen die hij gebruikte, met de observaties van 2 klasgenoten. Vergelijk de observaties eerst met klasgenoten die met dezelfde diersoort werken. Noteer de verschillen en beantwoord de volgende vragen.
  5. Vergelijking
    1. Welke veehouders reinigen grondig?
    2. Welke veehouders gaan zuinig en voorzichtig met de reinigingsmiddelen om?
    3. Houden de veehouders bij de keuze van de reinigingsmiddelen rekening met het milieu?

Opdracht 4.2 Reinigen melktank

Intro
De melktank op het praktijkbedrijf wordt regelmatig door de RMO (Rijdende Melk Ontvangst) geleegd. Daarna moet de melktank gereinigd worden.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert hoe de melktank gereinigd wordt nadat deze is leeggezogen.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Beschrijf op welke wijze de melktank gereinigd worden nadat deze is leeggezogen.
  2. Noteer welke reinigingsmiddelen hierbij gebruikt worden.
  3. Maak hier een kort verslag van.

Opdracht 4.3. Lozen afvalwater

Intro
Nadat de veehouder de melkstal, de melkinstallatie en het tanklokaal heeft gereinigd, houdt hij veel afvalwater over.

Wat leer je met deze opdracht? 
Je leert hoe het afvalwater geloosd wordt op jouw bedrijf.

Welke bronnen en links kun je gebruiken? 
Praktijkopleider, handboek melkwinning

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Vraag aan je praktijkopleider waar hij het afvalwater laat. 
  2. Welke manieren van afvalwaterlozing komen er allemaal voor?

Omhoog

5. Koelen en bewaren

6. Kwaliteit melk

Opdracht 6.1 Hygiëne

Intro
In het kader van voedselveiligheid en ziektepreventie is het erg belangrijk dat de veehouder hygiënisch werkt rondom de melkwinning.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert gericht te kijken naar zaken rondom hygiëne op jouw bedrijf.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Praktijkopleider, handboek melkwinning 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?

  1. Maak een inventarisatie waarin alle zaken die de boer uit hygiënisch oogpunt treft aan de orde komen. Splits de inventarisatie op in de volgende deelgebieden:
    1. in de stal zelf;
    2. in de melkstal;
    3. met betrekking tot de koeien;
    4. met betrekking tot de veehouder zelf.
  2. Probeer bij elk punt minstens 5 voorbeelden te noemen.
  3. Verwerk de uitkomsten in een kort verslag.

Omhoog

7. Melkstallen

Opdracht 7.1 Keuze melkstal

(Gebruik de melkstalwijzer zie hfst Melkstallen)

Stel je moet een melkstal kiezen, er zijn al een aantal strategische punten bekeken.
De te verwachten arbeid is schaars het uurloon zal de komende jaren oplopen naar € 35,0 per uur. Je moet er dus van uitgaan dat je altijd met 1 persoon melkt.
Je verwacht als ondernemer dat je minimaal 120 koeien gaat melken, maar het zou mogelijk kunnen zijn dat je binnen 5 jaar er toch 20 extra melkt.

  1. Welke stal zou jij met een eerste gedachte kiezen? Zonder gebruik te maken van de melkstalwijzer
  2. Welke automatisering is passend voor dit bedrijf?
  3. Leg je antwoord uit.
  4. Welke algemene gegevens worden als uitgangspunt genomen voor de berekening die jij laat uitvoeren?
  5. Welke melkstal wordt nu, gebruik makend van de melkstalwijzer de beste optie?
  6. Vul jouw eerste gedachte in bij mogelijke plaats in de melkstalwijzer?
  7. Wat is het verschil tussen jouw eerste keus en de keus van de melkstalwijzer?
  8. Geef een verklaring voor deze mogelijke verschillen?

Opdracht 7.2. Een Melkstal voor de toekomst

(Gebruik de melkstalwijzer zie hfst Melkstallen)

Je wilt samen met de ondernemer een nieuwe stal bouwen, je hebt van de aannemer een prijs per m2 gekregen voor het melkwinningsgedeelte van € 400,00 per m2. De rente is redelijk hoog, ga uit van 4,5 %, de melkmachine-installatie kan worden afgeschreven in 10 jaar.
Je mag er vanuit gaan dat de arbeid weer schaars en duur wordt. Het gebouw kan afgeschreven wordt in 20 jaar afgeschreven. Onderhoud en verzekering wordt gesteld op 5%. Jullie verwachten binnen 5 jaar 140 melkkoeien te gaan melken.
Het aantal te melken dieren in een melkrobot stellen we op 70

  1. Welke stal zou jij met een eerste gedachte kiezen? Zonder gebruik te maken van de melkstalwijzer
  2. Welke automatisering is passend voor dit bedrijf?
  3. Leg je antwoord uit.
  4. Welke gegevens worden als uitgangspunt genomen voor de berekening ingevoerd?
  5. Welke melkstal wordt nu, gebruik makend van de melkstalwijzer de beste optie?
  6. Vul jouw eerste gedachte in bij mogelijke plaats in de melkstalwijzer?
  7. Wat is het verschil tussen jouw eerste keus en de keus van de melkstalwijzer?
  8. Geef een verklaring voor deze mogelijke verschillen?
  9. Hoeveel tijd mag maximaal het melken per keer duren?
  10. Uitgaande van de advies van de melkstalwijzer welke capaciteit kun je dan realiseren met deze stal, waarbij jij aangeeft hoeveel tijd je per handeling denkt te verrichten. Klik hiervoor op melkstalcapaciteit

Opdracht 7.3 Een nieuwe melkstal voor het stagebedrijf?

  1. Vul op je stageadres samen met je stagebieder de gegevens van het stagebedrijf in en kijk welke stal het beste bij het stage bedrijf past.
  2. Is de uitkomst een optie voor je stagebieder? Waarom wel/niet?

Opdracht 7.4 Melkstal voor een bedrijf met 300 koeien 

Stel je wilt voor een bedrijf met 300 melkkoeien een melkstal kiezen, je wilt deze koppel melken in 1,5 uur.

  1. Welke melkstal zou je kiezen?
  2. Welke handelingen wil je zelf in de melkstal uitvoeren?
  3. Welke handelingen zou je willen automatiseren.
  4. Maak ook gebruik van de melkstalcapaciteit rekentool

Omhoog

8. Automatisch melken

Opdracht keuzecriteria automatisch melksysteem

  1. Welke criteria zijn voor jou belangrijk om te kijken of een automatisch melksysteem op “jouw” bedrijf past?
  2. Welke criteria zijn voor jouw praktijkbedrijf belangrijk om te kijken of een automatisch melksysteem op het bedrijf past?
  3. Vergelijk vervolgens de antwoorden met elkaar en schrijf daar jouw conclusie over?
  4. Hoeveel tijd besteedt jouw praktijkopleider per dag aan de melkrobot?
  5. Hoeveel tijd zou je praktijkopleider het liefst willen besteden per dag aan de melkrobot?
  6. Verklaar waarom bij bovenstaande 2 vragen dan toch bepaalde keuzes worden gemaakt?
  7. Wat is de kostprijs van 100 kg melk op dit melkrobotbedrijf? Welke kosten zijn in deze kostprijs allemaal verwerkt?
  8. Welk service contact heeft je praktijkopleider? Wat kost dit en welke service wordt hiervoor gegeven? Welke attenties worden er dagelijks bij de melkrobot uitgedraaid/bekeken? Geeft per attentie aan wat jij er mee doet en waarom wat/hoe/waarom op welk moment?
  9. Ga naar UGCN het protocol voor de melkrobot. Vergelijk dit protocol met de praktijk. Geef hiervoor per onderdeel aan hoe daar in de praktijk mee wordt omgegaan en geef aan waarom dat zo gebeurt?

9. Uiergezondheid

10. Zuivelverwerking

Opdracht 10.1 Melkgeldafrekening

Intro
De melkgeldafrekening is een overzicht van de geleverde melk met de bijbehorende opbrengst.

Wat leer je met deze opdracht?
Je leert hoe je een melkgeldafrekening moet lezen.

Welke bronnen en links kun je gebruiken?
Melkgeldafrekening 

Wat ga je voor deze opdracht doen op je bedrijf?
Vraag een recente melkgeldafrekening van jouw praktijkopleider.

  1. Wat is de prijs per kg vet?
  2. Wat is de prijs per kg eiwit?
  3. Wat was het vetpercentage in de melk en wat waren de totale kilogrammen?
  4. Wat was het eiwitpercentage in de melk en wat waren de totale kilogrammen?
  5. Was er sprake van kwaliteitskorting? Zo ja, hoeveel en waarom?
  6. Welke heffingen worden ingehouden en waarvoor?
  7. Hoeveel van het quotum is reeds volgemolken, en hoeveel mag nog gemolken worden?
  8. Kijk naar de BTW. Moet dit afgedragen worden of heeft het bedrijf dit tegoed? Leg uit.

Omhoog

11. Ketenkwaliteit

12. Management

Opdracht 12.1 melkprotocol

  1. Is er op je BPV-bedrijf een melkprotocol aanwezig?
    Zo ja, maak een kopie en neem deze mee naar school.
    Bespreek vooreerst het melkprotocol met je BPV-opleider.
  2. Maak een melkprotocol voor je BPV-bedrijf voor een melker die nog nooit op het bedrijf is geweest.
    Bespreek het melkprotocol met je BPV-opleider.
    Laat het protocol door je BPV-opleider ondertekenen voor akkoord en neem deze mee naar school.
  3. Is er op het BPV-bedrijf een bedrijfsbehandelplan aanwezig?
    Zo ja, maak een kopie en neem deze mee naar school.
  4. Doe de weerstands-check op jouw BPV-bedrijf
    Bespreek het resultaat met je BPV-opleider
    Neem de resultaten mee naar school.

13. Andere diersoorten

14. Melkexamen

Omhoog


Related content

3. Beroepspraktijkopdrachten
3. Beroepspraktijkopdrachten
More like this
8. Automatisch melken
8. Automatisch melken
More like this
2. De uier
More like this
7. Melkstallen
7. Melkstallen
More like this