/
7. Melkstallen

7. Melkstallen

 

7.0 Melkstallen

De meeste veehouders brengen meer dan duizend uur per jaar door in de melkstal.

Mag de melkstal dan ook een veilige en plezierige plaats zijn om te werken?

Steeds groter wordende koppels koeien vragen meer lichamelijke en psychische inspanning van de melker. Meer koeien op het melkveebedrijf per persoon betekent dat de werkdruk toeneemt.

Om de werkdruk te verminderen is het belangrijker de werkzaamheden die elke dag voorkomen te verminderen dan om piekperiodes te ontlasten.
Het melken is een werkzaamheid die minimaal 2 x per dag 7 dagen in de week voorkomt. Het is dus vanzelfsprekend dat het melken op het melkveebedrijf voldoende aandacht krijgt. Om de fysieke inspanning van de melker te verlichten is het van belang te kijken naar:

  • een veilige werkomgeving

  • een juiste werkhouding

  • een goed klimaat

  • een perfecte verlichting

De tijdsbesteding in de melkstal (naast het dagelijkse boerderij werk) zou maximaal 2 uur per keer moeten zijn. De psychische druk moet aandacht krijgen. De financiële kant is belangrijk, denk aan de investeringskosten (gebouw en installatie), maar ook aan de jaarlijkse kosten, zoals onderhoud, het energie verbruik en de arbeidskosten.

De melkkoe moet zonder zich gestuurd te voelen in de melkstal willen gaan.  De koe moet het fijn vinden om naar de melkstal te gaan en om gemolken te worden. Dus geen gladde vloeren, geen donkere ruimte enz. Een gestresste koe geeft niet alle melk. De koeaspecten zijn dus ook onderdelen die in dit verband een rol spelen.

Op grootschalige bedrijven in het buitenland wordt er regelmatig 24 uur per dag gemolken, deze manier van melken houdt in dat een melker 8 uur per dag melkt, dit is zijn baan. De melkstal is zo gebouwd dat de melker het werk zowel psychisch als fysiek aan kan.
In dit hoofdstuk komen de werkomstandigheden, de capaciteit van de melkstal, het melksysteem, de plaats in het gebouw, maar ook de punten die van belang zijn voor de melkkoe aan de orde.

Ook in de brochure melkstallen is veel informatie over melkstallen te vinden

Omhoog

7.1 Ergonomie

Als je een melkstal gaat bouwen houd dan ook rekening met jezelf, daarom beginnen we met veiligheid en ergonomische aspecten van het melken. Hoewel het begrip ‘werkomstandigheden’ veel mensen vertrouwd in de oren klinkt, wordt vaak het begrip ‘ergonomie’ gebruikt. Ergonomie is de wetenschap die zich bezig houdt met het aanpassen van de werkomstandigheden aan de mens die een bepaalde werkzaamheid, zoals melken, moet uitvoeren.

Als gevolg van slechte werkomstandigheden kan er sprake zijn van overbelasting of van ongunstige belasting van het lichaam. Ook de psychische druk moet binnen aanvaardbare grenzen blijven.
Bv een kleine melker in een diepe melkput gebruikt zijn lichaam verkeerd, maar een lange melker in een ondiepe put staat de hele melkbeurt krom.

Een melker die geen melkerschort draagt staat vaak krom om niet nat te worden en neemt vaak een verkeerde houding aan.

Een melker die met te veel zaken tegelijk bezig moet zijn kan een mentale overbelasting krijgen.

Figuur 1. Juiste houding

7.1.1 De veiligheid in de melkstal

De veiligheid moet worden besproken, zowel in het belang van de melker als de koe. Onveilige situaties zijn vaak het gevolg van:

  • een verkeerde inrichting

  • slijtage

  • slordigheden

  • gladde vloeren

Een verkeerde inrichting of slijtage is een bouw- en inrichtingsprobleem. Slordigheden kunnen voorkomen als de melker hier geen oog voor heeft of mentaal overbelast is.

Enkele bouwtechnische aspecten:

  • Hekwerk rond het putje waarin de melkluchtafscheider is geïnstalleerd.

  • Afscherming van bewegende delen zoals V-snaar en eventuele aftakas.

  • Antislip-profiel op trapjes en vloeren in melkput en melklokaal.


    Figuur 2. Veilige puttrap

  • Is de melkput dieper dan 1.10m dan is een trapleuining verplicht bij het trapje in de melkput.

  • Bedrijven met een aparte wachtruimte kunnen de melkkoeien in de wachtruimte omhoog lopen, zodat in de melkput de melker op de begane grond blijft staan. Hij hoeft dus niet steeds van het trapje gebruik te maken.

  • Het vrijhouden van looplijnen in de melkput, geen rondslingerend materiaal.

  • Afsluitbare opbergmogelijkheid voor materialen en reinigings- en ontsmettingsmiddelen.

  • Een deugdelijke en spuitwaterdichte aanleg van de elektrische installatie en van de verlichtingsarmaturen.

  • De inrichting van de melkstal waarbij armen en hoofd niet beschadigd kunnen worden, beschadiging van hoofd en armen komen vaak voor in een te diepe of ondiepe put of waar de keerb

  • uizen  te hoog of te laag zijn gemonteerd.

  • Om de diepte van de werkput te bepalen kan als vuistregel dienen een diepte van 95 à 100 cm min de lengte van een melker. De melker die 1,8 m lang is zal dus in een put van 80-85 cm moeten werken. Het is mogelijk om een verstelbare putvloer toe te passen.

  • De werkbreedte van de put wordt gesteld op 2 tot 2,5 meter.

    Tabel 1. Werkbreedtes van put per type melkstal

  • De keerbuizen moeten bevestigd zijn ter hoogte van de hals van de melker en boven het hoofd van de melker.

  • Vloerverwarming eventueel gecombineerd met warmteterugwinning is aangenaam aan de voeten bij koude.
    Een nadeel is dat wat op deze vloer valt makkelijker opdroogt en aankoekt.

  • De koe moet zich behaaglijk voelen in de melkstal, dat betekent ruime stalmaten en een goede verlichting voldoende ventilatie, een stroeve putvloer.

  • Koeien reageren op zwerfstromen.

Aarding van de stal

Een koe reageert al op een spanning van 0,5 V. Men heeft in melkstallen wel eens een spanning van 35 V gemeten. Gebruik van elektrische apparatuur, kan vrij gemakkelijk zwerfstromen veroorzaken. Een trafohuis, spoorrails, of hoogspanningskabels kunnen zwerfstromen veroorzaken.

Het is daarom raadzaam om in de melkstal alle ijzeren delen met elkaar te verbinden en potentiaalvereffening (verbinden en aarden) toe te passen. Een eenvoudige oplossing kan soms veel effect hebben op de rust van koeien. Een Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat na aarding van de stal de productie met 3,5 % was toegenomen.

Om de veiligheid en gebruik van de melkstal te toetsen kan er een risico inventarisatie (RIE) worden gedaan. Bij een risico inventarisatie worden punten rondom de melkstal geanalyseerd, vervolgens kan er een plan gemaakt worden wat er verbeterd kan worden. Bezoek de volgende website: STIGAS.

Omhoog

7.2 klimaat, verlichting en geluid

Klimaat
Voor een fris melkstalklimaat moet er voldoende ventilatiecapaciteit aanwezig zijn, ook met gesloten deuren. Voor het welzijn van de koeien en melker is dit van groot belang. Een goed geventileerde stal droogt snel. De stal hoort binnen 2 uur na het schoonmaken droog te zijn. Dit zorgt voor een langere levensduur van de melk-apparatuur. Ook zal er minder bacteriegroei plaatsvinden.

Als er te weinig ventilatie is in de melkstal, blijft de stal na de reiniging te vochtig en zal niet fris ruiken, bovendien zal een natte vloer sneller glad worden, wat een probleem  kan zijn voor de melker en de koe. Elektronica zal in vochtige omstandigheden sneller problemen krijgen. Om condensvorming tegen te gaan dient het plafond van de melkstal geïsoleerd te zijn.

Verlichting
Voor de verlichting van de melkstal kan gebruik gemaakt worden van daglicht, van kunstlicht of een combinatie van beide. De beste verlichting is te realiseren indien TL balken 2,25 m boven de putvloer worden gemonteerd, ga uit van 10 w/m², als norm, er wordt dan een verlichtingssterkte van 250 tot 500 Lux op de koestand gerealiseerd. Kleurkode nr 84 komt het meeste overeen met daglicht.

Lichte niet glimmende wanden hebben een positieve invloed op de lichtsterkte in de stal. Lichtplaten in het dak kunnen in de zomer veel warmte afgeven, vooral in de winter is het prettig om voldoende daglicht te realiseren in de melkput. Bij te weinig licht neem je veel minder waar van de koeien en het werkt lastiger en vermoeiender. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het werk en kan zelfs leiden tot ongevallen.

Geluid
Geluidsdruk zoals die door het menselijk oor wordt waargenomen, wordt uitgedrukt in decibel, dB(A). Wanneer men regelmatig wordt blootgesteld aan geluidsniveaus boven 80 dB(A) kan het onherstelbare gehoorbeschadiging geven. Het geluid in de melkstal wordt voornamelijk geproduceerd door de vacuümpomp, de vacuümregulateur, door de pulsators en dicht en open klappende hekken. (toilet doorspoelen (75-85 dB), motor maaimachine (65-95 dB)).

Om het geluidsniveau te beperken kan het volgende worden gedaan:

  • Klappende hekken met rubber bekleden

  • Het plaatsen van de vacuümpomp in een aparte ruimte of het installeren van een geluidsarme vacuümpomp).

  • Het geluid wordt beperkt door het plaatsen van de vacuümpomp op een betonnen voet met trillingsdempers en door het aanbrengen van extra geluiddempers (verplicht) en een extra olietoevoer.

  • Het aanbrengen van een rubber of kunststof manchet tussen de vacuümpomp en de vacuümleiding en het afdichten met geluiddempende materialen van de doorvoer van leidingen door muren kan het geluidsniveau verlagen, trillingen voorkomen en zwerfstromen vanaf de pomp voorkomen.

  • Om het geluid van een regulateur te beperken kunnen er aparte geluidsdempers worden geplaatst, plaats de regulateur niet in de melkstal.

  • Het geluid van de pulsators wordt teruggebracht door ze aan te sluiten op een PVC-buis van 50 à 75 mm die als centrale luchtaanvoer fungeert en in de melkkamer uitkomt. Om vervuiling van de pulsators tegen te gaan moet op het uiteinde van de buis een filter te worden geplaatst. Nog minder geluid als de pulsators onder de put in de kelder worden geplaatst.

De arbo-catalogus is een praktisch hulpmiddel bij het opzetten van een gezonde en veilige bedrijfsvoering. De arbo-catalogus is geschreven voor iedereen die werkt in de agrarische en groene sector. Voor de meest voorkomende knelpunten en aandachtsgebieden in het werk hebben werknemers- en werkgeversorganisaties samen oplossingen en aanbevelingen op een rij gezet. Bezoek de volgende website: arbocatalogus melkvee.

De komende jaren zal meer nadruk worden gelegd op een verantwoorde en veilige productiemethode van melk. Met een juiste hygiëne en goede ventilatie is het dan mogelijk om van de melkstal het visitekaartje van het bedrijf te maken.

Enkele aan te bevelen maatregelen:

  • De melkstal moet buiten de melktijden afgescheiden zijn van de stal en overige bedrijfsruimten.   
    Hiermee wordt gegarandeerd dat de melkstal en de melk-machine tussen de melktijden schoon blijven.

  • De melkstal is buiten melktijden via een schone route te bereiken. (Ook de melkrobot moet ten alle tijde via een schone weg zijn te bereiken.) Zo kunnen bezoekers en onderhoudsmonteurs schoon werken zonder risico's van ziekte versleep.

  • De melkstal moet geen doorgang zijn naar andere bedrijfsruimten.

  • Voorkom gaten waarin vuil en water blijven staan, maken een melkstal snel tot een minder hygiënische ruimte.

  • De melkstal moet na iedere melkbeurt worden schoongemaakt. Voer-, melk- en mestresten moeten worden verwijderd. Een goed schoongemaakte melkstal is elk moment van de dag een goed toonbare bedrijfsruimte. Wie werkt er nu niet graag in een schone ruimte?

  • Het plafond moet dicht, glad en goed schoon te maken zijn. Het De vloeren en wanden van de melkstal zijn goed te reinigen. Dit betekent dat ze glad en strak moeten zijn en zijn opgetrokken van hard, goed reinigbaar (hogedrukspuit bestendig) materiaal.

Soms kan door een paar aanpassingen de melkstal in een goede, veilige omgeving worden veranderd.
Zie hiervoor het volgende filmpje: pimp mijn melkstal.



Omhoog

7.3. Welk melksysteem kies je als ondernemer?

Het is raadzaam dat de ondernemer zich eerst verdiept in het soort melksysteem dat aangeschaft gaat worden. Laat de melkstal het uitgangspunt zijn en bouw de stal er omheen. De melkstalwijzer is een rekenblad waarin je als ondernemer je eigen stalgegevens kan inbrengen. Je kunt ook je melkstal capaciteit berekenen. Deze is afhankelijk van je gekozen melkprotocol. (handelings-tijden)

Figuur 3. Capaciteit per type melkstal in koeien/uur

Punten die van belang zijn bij de keuze van het type en de grootte van de melkstal:

  • De grootte van de veestapel met de daarbij passende melksnelheid, ga er vanuit dat de melkkoe maximaal 1,5 uur in de wachtruimte mag verblijven

  • Met één of meerdere personen die melken (de diameter van de melkleidingen moeten aangepast zijn op het aantal melkers.)

  • Uitbreidingsplannen, bouw het systeem op het maximale aantal koeien, denk in dit geval ook aan de wachtruimte.

  • Welk systeem je ook kiest belangrijk is dat de melkklauw vierkant onder het uier kan hangen. Denk aan zij aan zij melkstallen t.o.v. visgraat stallen.

  • De mate van automatisering, ga er vanuit dat er snel en efficiënt gemolken moet kunnen worden. Als de gemiddelde koe langer dan 10 minuten in de melkstal staat is het belangrijk om te onderzoeken hoe deze tijd bekort kan worden.

  • De beschikbare ruimte, men moet zich in eerste instantie niet te veel laten leiden door de beschikbare ruimte, werk aan een systeem dat je de optimale ruimte beschikbaar krijgt.

  • Het is aan te raden de beschikbare investeringsruimte goed door te rekenen, eventueel met een adviseur, een melkstal functioneert minimaal 1000 uur per jaar. (Een medewerker op een melkveebedrijf werkt gemiddeld 2300 uur per jaar)

  • Wel of geen krachtvoer-waterverstrekking.

Deze koppeling bevat een capaciteit melkstallen model om te ontdekken welke capaciteit haalbaar is bij bepaalde handelingen. Stel eerst vast welke handelingen je in de melkstal wilt doen en voer deze gegevens in het rekenmodel.

7.3.1 De wachtruimte

Punten die van belang zijn bij de keuze van de wachtruimte:

  • Op kleinere bedrijven wordt vaak een wachtruimte gecreëerd tussen de ligboxen.

  • De oppervlakte dient minimaal 1,5 m² per melkkoe te zijn.

  • De wachtruimte dient zo groot te zijn als de te verwachten koppelgrootte die gemolken wordt.

  • De wachtruimte dient zo gesitueerd te worden, dat de koeien recht de melkstal in kunnen lopen.

  • Om het inlopen van de koeien te versnellen kan gebruik gemaakt worden van een opdrijfhek, bij voorkeur mechanisch, niet elektrisch.

  • Voor grote bedrijven is een aparte wachtruimte interessant, denk aan een oppervlakte van 1,5 m² per melkkoe, een opdrijfhek is hier ook meestal een goede investering.

  • In oplopende wachtruimtes naar de melkstal toe staan de koeien altijd met de kop richting melkstal. De loop naar de melkstal wordt in dit geval van nature versneld

Opdrijfhekken
De meeste opdrijfhekken zijn hekken die de koe voort duwen, indien nodig. Soms kunnen hekken over de nieuwe koppel weer achter de koppel aansluiten, zo kan een 2e koppel in de wachtruimte geleid worden voordat de 1e koppel klaar is. Bij voorkeur geen elektrische opdrijfhekken gebruiken.

Keuze melkstallen 

Dairymaster 

 Delaval

Fullwood 

 GEA 

Boumatic 

SAC 

Lely 

Omhoog

7.4 De benaming van de melkstallen

In het naam geven van de melkstal is geprobeerd de eigenschappen van de stal zo goed mogelijk te herkennen. Bij elk type wordt het aantal koestanden genoemd.

Aan beide zijden van de stal staan koeien, hierbij wordt uitgegaan van groepswisseling. Wanneer bij melkstallen met groepswisseling alle koeien gelijktijdig de melkstal verlaten wordt de term "snelwissel" of rapid exit toegevoegd. Soms wordt in de benaming ook de hoek ten opzichte van de werkruimte weergegeven, bijvoorbeeld 50° of 60°  of zij aan zij.

Figuur 4. Typen melkstallen

De volgende indeling van de melkstallen kan worden gemaakt:

  • De visgraat opstelling met een hoek van 30 tot 60 º, de bereikbaarheid van de uier wordt beter naarmate de hoek kleiner is

  • De zij aan zij melkstal, de koeien worden tussen de achterbenen door gemolken, de koeien staan haaks op de put.

  • De tandem opstelling, In deze opstelling staan de koeien achter elkaar.

De genoemde opstellingen kunnen in een doorloopsysteem, of in een draaistal worden gemaakt. De tandem opstelling kan niet in een rapid exit-opstelling worden gemaakt, in dit geval vindt er altijd een individuele wissel van de koeien plaats.

Hieronder de ruimte die 1 koe in neemt langs de putrand gemeten.

Soort stal (hb-2009)

Afstand van uier tot uier (in m.)

Visgraat

zij-aan-zij

tandem melkstal

1,20 m. ( zie toel. hier vlak voor)

70 cm.

2.30 m.

Tabel 2. ruimte die koeien innemen per soort stal

De genoemde opstellingen kunnen in een doorloopsysteem, of in een draaistal worden gemaakt. De tandem opstelling kan niet in een rapid exit-opstelling worden gemaakt, in dit geval vindt er altijd een individuele wissel van de koeien plaats.

De visgraat doorloopmelkstal en de zij aan zij stal worden momenteel regelmatig als “Swing over stal” geïnstalleerd. Kenmerkend van deze stal is dat het aantal standen vaak meer is dan in de normale doorloopmelkstal, echter het zelfde melkstel wordt zowel links als rechts aangesloten.

In de draaistallen vindt er altijd een individuele wisseling van de koeien plaats. De huidige generatie draaistallen wordt geïnstalleerd met minimaal 24 standen, het is dan niet meer interessant om een tandemopstelling toe te passen, vanwege de grote diameter van de draaistal. De grote draaistallen worden soms als een buitenmelker geïnstalleerd, dat wil zeggen de melker staat aan de buitenkant de melkstellen aan te sluiten, de koeien staan met de koppen naar binnen, in dit geval wordt de zij aan zij opstelling toegepast. De koeien komen vlotter binnen en de diameter van deze stal is kleiner dan een binnenmelker met het zelfde aantal standen.  

Handboek voor de melkveehouderij
In het handboek voor rundveehouderij zijn veel maten rondom inrichting van melkstallen gegeven. Gebruik hiervoor de volgende link: Handboek Melkveehouderij Hoofdstuk 9.

Mogelijke capaciteiten van melkstallen (handboek 2009) De aan en afvoer van koeien moet vlot verlopen. De onderstaande tabel geeft een indruk van mogelijke capaciteiten, indien een efficiënt protocol wordt toegepast.

Voor een 2 mans systeem zie ook het Handboek melkveehouderij zie hoofdstuk 9.

Maatvoering e.a. (handboek 2009) De belangrijkste eisen waaraan een melkstal moet voldoen zijn:

  • Put diepte van putvloer tot elleboog min 15 cm (zij aan zij -10 cm)

  • Afschot standvloer 1 % naar de zijkant en 1 % naar de ingangzijde. Minimaal!

  • Afschot melkputvloer 1 % naar de zijkant 
    NB Let bij nieuwbouw/verbouw goed op het afschot, je moet er jaren mee melken

  • Goede water afvoer put en mest/waterafvoer standen

  • Oversteek putrand 20 cm min. Houd rekening met de apparatuur die er onder komt te zitten

  • Opstaande rand koestand ongeveer 15 cm

Afmetingen van doorloopstallen in meters Natuurlijk verschillen de maten per merk, dus zorg altijd voor de juiste maten van het merk zelf op de tekening bij renovatie/nieuwbouw.

7.4.1 De tandemstal

Per koe kan hier gewisseld worden is het kenmerkende van dit type stal. De open-tandemmelkstal geeft een uitstekend zicht op de uiers die bovendien prima bereikbaar zijn. De koeien hoeven niet op elkaar te wachten. Er is ruimte genoeg om apparatuur te plaatsen, veel automatisering is mogelijk. De stal vraagt echter wel veel ruimte vanwege de uitloop langs de buitenkant. Dit typestal  vraagt een relatief hoge investering. Dit melkstaltype wordt minder vaak meer toegepast omdat voor grotere melkveestapels andere melkstalvormen geschikter zijn door hun korte looplijnen. Je ziet dat om een koe te melken je naar de volgende koe een hele koelengte moet lopen om bij de volgende koe te komen. In de  tijd dat je van koe naar koe loopt kun je geen andere zaken doen dan alleen op de dieren letten.  

Figuur 5. Tandemstal

7.4.2 Zij-aan-zijmelkstal

De  zij-aan-zijmelkstal  is  zeer  compact.  Dat  maakt  hem  zeer  geschikt  in  renovatiesituaties. Ook wordt dit staltype veel gebruikt bij nieuwbouw. Het melken tussen de achterbenen door vraagt een andere aanpak. (aansluiten, melkslang geleiding) Het overzicht op en de bereikbaarheid van de uiers is minder. De veiligheid om hier in te melken is voor de melker veel groter. De koe kan je niet echt raken met zijn achterpoten. De koeien staan tijdens het melken vast Een mestgoot is wel erg handig om de mest op te vangen. De looplijnen van dit staltype zijn erg efficiënt. 

Figuur 6. Zij-aan-zij melksta

7.4.3 Visgraatmelkstal

De bekendste melkstal is de visgraatmelkstal: De melker heeft een goed overzicht over de dieren, de bereikbaarheid van de uier is goed en de stal is goed uit te rusten met hulpapparatuur. De visgraat melkstal begon met een hoek van 25° om goed bij het uier te kunnen. Zie voor putranden en buizen ook onderdeel klimaat. Zoals in onderstaand plaatje te zien is kan je meer koeien plaatsen naarmate de hoek groter wordt. Hoe groter de hoek waaronder de koeien staan, hoe minder goed de bereikbaarheid van de uier.

Figuur 7. Visgraatmelkstal, 30 graden

Ergonomisch gezien is een 60° minder goed dan een 30° visgraatmelkstal. Bij renovatie wordt soms een 60° of zelfs 70° melkstal toegepast in de huidige visgraat melkstal. Het aantal standen kan vaak met 2 of zelfs 4 standen worden uitgebreid in de zelfde doorloopstal. Het is mogelijk om met een relatief lage investering een grotere capaciteit te realiseren.

Figuur 8. Regel voor de visgraatmelkstal

Twee voorbeelden: 

  1. 30 graden melkstal (1.20 per stand breedte)

  2. 60 graden melkstal (1.00 per stand breedte)

Figuur 9. Visgraatmelkstal, 60 graden

Enkele mogelijkheden betreffende de putranden en hekwerk bij visgraatstallen:

1. Rechte putrand en hekwerk.
Heeft als voordelen overzichtelijk en het makkelijker schoonmaken van de putrand t.o.v. gekarteld.

2.Rechte putrand en gekarteld hekwerk.
Heeft als voordelen overzichtelijk en het makkelijker schoonmaken van de putrand t.o.v. gekarteld. Door het buizenwerk in visgraat opstelling te plaatsen staan de dieren beter op hun plaats, staan ze beter gefixeerd. D.w.z. ze hebben wat minder bewegingsvrijheid Vooral bij vaarzen is dat het geval. Waarom? Het voordeel is, dat de uier daardoor beter bereikbaar is voor de melker.

3. Gekartelde putrand en hekwerk.
Een gekartelde putrand heeft als extra voordeel dat je als melker wat dichter bij de uier staat wat makkelijker werkt vooral als een vaars wat verder weg probeert te gaan staan. Nadeel van de gekartelde putrand is wel dat je meer hoeken hebt om schoon te maken die met de hogedrukreiniger meer terugspuitend water geven.  De gekartelde putrand is wel duurder in aanschaf en wordt daarom niet meer toegepast bij nieuwbouw. Afhankelijk van de put breedte kan het overzicht wat minder zijn aan de voorkant in de melkput.

7.4.4 Het swing over melksysteem

Met het swing over systeem melk je 2 koeien met 1 apparaat dat aan beide kanten van de melkput gebruikt wordt. De swing over melkstal heeft dus per 2 standen (links en rechts) 1 melkstel die in het midden van de put is opgehangen. Let wel bij het swing over systeem melk je met een hoogliggende melkleiding. Het voordeel van deze melkstal is dat het aantal wissels per koppel koeien kleiner is, er zijn minder melkstellen, waardoor minder energiegebruik, met een relatief grotere capaciteit. Vergelijk 2x12 (24 melkstellen) zij aan zij met 2x16 swingover (16 melkstellen). Uiteraard geldt dit voor grotere koppels koeien.

Figuur 10. Het swing over melksysteem

Doorloopmelkstalen

Dairymaster 

 Delaval

Fullwood 

 GEA 

Boumatic 

SAC 

Lely 

Omhoog

7.4.5 Draaimelkstallen

In de draaimelkstal kan een behoorlijke hoge melksnelheid gehaald worden, het hangt echter geheel af van het werkprotocol van het melken. Indien de melker 60 seconden per koe nodig heeft in een draaimelkstal, zal de capaciteit niet boven de 60 koeien per uur uitkomen. Bepalend is hoe snel de dieren binnenkomen, voorbehandeld en aangesloten worden. Wanneer een melker in staat is om niet meer tijd dan 30 seconden per koe te besteden kan de melksnelheid dus oplopen tot 120 koeien per uur. Een aparte wachtruimte met opdrijfhek is in dit geval vrijwel altijd nodig. De draaimelkstal vraagt veel ruimte in een gebouw.

Figuur 11. Draaimelkstal

De voordelen van een draaimelkstal:

  • De melker verliest geen tijd met het lopen van koe naar koe.

  • De carrousel werkt continu met dezelfde snelheid en zorgt voor een constant werktempo voor de melker.

  • De snelheid van de draaistal is aan te passen naar de mogelijkheden van de groep.
    De grootte van de groep is  minder belangrijk. Een aantal extra koeien of minder koeien is geen probleem.

De nadelen van een draaimelkstal:

  • De investering is relatief hoog.

  • De draaistal vraagt veel ruimte in de stal.

De voorwaarde voor een optimale melkmethode is dat er stimulatie apparatuur gebruikt moet worden. Bij een buitenmelker staat de melker aan de buitenkant van de carrousel om de dieren te melken. De melker heeft geen overzicht op de koeien. De buitenmelker moet je dus behoorlijk automatiseren of je moet met meer dan 1 persoon willen melken.

Het overzicht moet van het managementsysteem komen die de melker de juiste informatie geeft en deels de draaistal stuurt. Bij de automatisering zit dus o.a. ingebouwd dat als een koe minder dan bv 70% van de normale melkgift heeft gegeven en het melkstel aftrapt, nog een rondje mee draait. Het melkstel wordt weer aangesloten door de melker.

Hieronder een binnenmelker let op de koeien staan niet in tandem opstelling, maar in visgraatopstelling. Ook een selectiepoort is zichtbaar.

Figuur 12. Een binnenmelker in de visgraatopstelling 

Bij de binnenmelker geldt dat je een goed overzicht hebt en korte looplijnen. Ook hier is automatisering wenselijk. Een voorwaarde is wel dat de koeien vlot moeten kunnen binnen komen. De draaimelkstal is een staltype, waarin je zeker met automatisering een groot aantal koeien per uur kan melken. Automatisch melken in de carrousel is in ontwikkeling. De eerste prototypes zijn in gebruik genomen.

Draaimelkstallen

Dairymaster 

 Delaval

Fullwood 

 GEA 

Boumatic 

SAC 

Lely 

Omhoog



Related content

11. Ketenkwaliteit
11. Ketenkwaliteit
More like this
3. Beroepspraktijkopdrachten
3. Beroepspraktijkopdrachten
More like this
3. Beroepspraktijkopdrachten
3. Beroepspraktijkopdrachten
More like this
14. Melkexamen
14. Melkexamen
More like this
2. De uier
More like this