/
1.3 - Opdrachten en overwegingsvragen

1.3 - Opdrachten en overwegingsvragen

Bij de keuze voor een ondernemingsvorm is het belangrijk om alle voor- en nadelen goed af te wegen en te bespreken wat alle betrokkenen belangrijk vinden. Met onderstaande overwegingsvragen kun je het gesprek hierover aangaan. Ook is er een opdracht opgenomen voor een klas of groep.

Overwegingsvragen

  • Potentiële overnemers en studenten denken vaak te gemakkelijk over de juridische kanten van de overname.

    • Wat vind jij het belangrijkst bij de keuze van de ondernemersvorm?

    • Wat zouden redenen kunnen zijn om bij de overname van een bedrijf de ondernemingsvorm te wijzigen?

    • Met wie zou je dit onderwerp willen en kunnen bespreken?

  • Een maatschapscontract kan zowel fiscale doelen hebben als de overdracht daadwerkelijk beogen. Dit is niet automatisch hetzelfde.

    • Wat staat er in jouw maatschapscontract? Of wat zou jij hierin willen regelen?

    • Welke fiscale doelen kun je in het maatschapscontract regelen?

    • Vind jij dat het fiscale doel boven andere doelen gaat?

  • Welke inzichten zijn nodig voordat het besluit genomen kan worden om de ondernemingsvorm te laten zoals deze is en/of deze te wijzigen? Wanneer, met wie en hoe vaak zou dit vraagstuk moeten worden besproken?

Er is een aantal zaken waar rekening mee moet worden gehouden? Beoordeel zelf of dit voor jou van toepassing is. Mis je hier nog zaken?

  • De waardering van de verschillende bedrijfsonderdelen;

  • De overdracht van rechten en contracten;

  • De wijze van financiering;

  • De fiscale aspecten;

  • De positie van de niet-overnemende kinderen.

 

 

Opdracht

De groep wordt verdeeld in groepjes van 3 personen. Elk groepje krijgt een stelling toegewezen. De stellingen zijn:

  • De maatschap is de beste vorm voor een bedrijf in onze sector.

  • De bv is de beste vorm voor een bedrijf in onze sector.

  • De vof is de beste vorm voor een bedrijf in onze sector.

 

Met deze stelling ga je aan de slag.

  1. Lees je in, in het onderwerp. Gebruik deze wiki en de bronnen waar naar verwezen wordt.

  2. Geef jullie argumenten in een afbeelding weer. Bijvoorbeeld in een woordweb of ander figuur.

  3. Bereid als groepje een 'pitch' voor van maximaal 3 minuten waarin je jullie stelling verdedigd. Je gebruikt hierbij de afbeelding.

  4. Iedere groep houdt zijn pitch.

  5. Nadat ieder groepje zijn pitch gedaan heeft, bespreken jullie deze na. Bijv.:

    • wie deed het erg goed?

    • welke argumenten waren overtuigend?

    • wat heb je geleerd?

Related content