Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

Versie 1 Huidig »

  • Pagina:
    Bananenmot —  Opogona sacchari is een ongeveer 1 cm groot motje, met een vleugelwijdte van 18 tot 26 mm met lange antennen.
  • Pagina:
    Boterbloemluis — De Boterbloemluis is een middelgrote luis, zonder vleugels 1,8 - 3,0 mm lang. De kleur varieert van geelgroen tot bruingroen. Een opvallend kenmerk vormt de donkergroene zones rond de basis van de beide siphonen.
  • Pagina:
    Californische trips — Californische trips komt op veel verschillende plantensoorten voor, waaronder veel groentegewassen. Tripsen zuigen bij voorkeur aan bloemknoppen en groeipunten, maar komen ook voor op de bladeren.
  • Pagina:
    Cyclamenmijt — De Cyclamenmijt is een zeer kleine mijt (0,25 mm), die moeilijk in het gewas te zien is. Ze zijn glashelder of bruin gekleurd en bewegen traag. Ze leven verscholen bloemknoppen, groeipunten en opgerolde bladeren.
  • Pagina:
    Cymbydium-mozaiekvirus — Door virussen ontstaan specifieke symptomen op blad en bloemen. Eenzelfde soort virus kan in orchideeën verschillende symptomen geven.
  • Pagina:
    Dopluis - algemeen — Dopluizen hebben veel waardplanten, zowel groentegewassen als siergewassen. Naast de gewone dopluis (Parthenolecanium corni), is er ook de platte dopluis (Loccus hesperidum) en halve dopluis (Saissetia coffeae).
  • Pagina:
    Duponchelia rups — De vlinder komt sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw in Nederland voor. De vlinders/motten zijn licht- tot donkerbruin. Op de vleugels is een witte kronkelende lijn zichtbaar.
  • Pagina:
    Echte meeldauw - roos Podosphaera pannosa of Rozenmeeldauw is een schimmelziekte in roos, die op glastuinbouwbedrijven het hele jaar door schade aanricht in de vorm van bladaantasting. De ziekte is herkenbaar aan witte poederachtige vlekken op het blad.
  • Pagina:
    Floridamot — De Floridamot is zeer polyfaag (brede waardplantenreeks) en komt in kassen in veel gewassen voor. Vooral in de sierteelt kan deze soort problemen geven in chrysant, gerbera, roos en potplanten.
  • Pagina:
    Fusarium-verwelkingsziekte — De met Fusarium foetens geïnfecteerde planten verwelken, de plant zakt in korte tijd in elkaar doordat de stengel aan de basis wegrot.
  • Pagina:
    Grauwe schimmel - Botrytis — Verkleuringen en afsterving met een pluizig, bruingrijs schimmelpluis op allerlei bovengrondse plantendelen, bladval bij coniferen. Bij aanraking komt een stofwolkje (sporen) vrij.
  • Pagina:
    Groene perzikluis en tabaksperzikluis — De Groene perzikluis is een belangrijke plaag in veel gewassen (zeer polyfaag). Rode luis komt sinds 1994 in Nederland voor en is geïdentificeerd als Tabaksperzikluis. Deze luis is ook zeer polyfaag (heeft een groot aantal waardplanten).
  • Pagina:
    Miljoenpoot — Miljoenpoten (officiële Nederlandse naam is kasplatrug) zijn geen echte plaagorganismen, maar leven vooral van dood organisch materiaal. Schade aan gewassen treedt alleen op wanneer ze massaal voorkomen en de stengel van een plant aanvreten vlak boven de grond.
  • Pagina:
    Narcismijt — In de bol verkleurt het weefsel rondom holten tussen de rokken oppervlakkig geelbruin en later donkerbruin (foto).
  • Pagina:
    Odontoglossum-kringvlekkenvirus — Orchideeën kunnen aangetast worden door een aantal virussen waarvan Odontoglossom-kringvlekkenvirus een belangrijke is. Door virussen ontstaan specifieke symptomen op blad en bloemen.
  • Pagina:
    Orchideetrips — Witte vlekken met zwarte stipjes op het blad. De volwassen trips is geel met donkere vleugels met een lichte dwarsband.Orchideetrips
  • Pagina:
    Pissebed — Pissebedden zijn schaaldieren en verwant aan garnalen en rivierkreeftjes. De soorten die in kassen voor behoren tot de landpissebedden. Ze zijn de enige schaaldieren die zich hebben aan gepast aan een leven op het land de rest leeft in het water.
  • Pagina:
    Schildluizen - oleanderschildluis, boisduvalschildluis — Wereldwijd zijn er meer dan 1700 soorten schildluizen bekend, waarvan 10% als plaag insect kan worden beschouwd. Het schild wordt gevormd door een afscheiding van het insect en is hard aan de buitenkant met een zachtere laag eronder.
  • Pagina:
    Stromijten — De meerderheid van de Tyrophagus-soorten leeft in de grond. De mijten voeden zich met organisch materiaal en schimmels.
  • Pagina:
    Tabakswittevlieg — Wittevliegen of motluizen behoren niet tot de vliegen, maar zijn verwant aan de bladluizen. Tabakswittevlieg is een  tropische wittevliegsoort die sinds 1987 in kassen in ons land wordt gevonden. De soort is is moeilijk te onderscheiden van de meer voorkomende kaswittevlieg.
  • Pagina:
    Taxuskever - gegroefde lapsnuitkever — Zowel de volwassen kevers als de larven veroorzaken schade. Volwassen kevers vreten ronde gaten in de bladeren, beginnen bij de rand. Dit wordt 'hapvreterij' genoemd.
  • Pagina:
    Thrips palmi — Thrips palmi is klein (1.2 mm) en met het blote oog kan deze trips niet van andere tripssoorten onderscheiden worden. Deze tripssoort is egaal geel van kleur met donkerbruine lichaamsharen.
  • Pagina:
    Varenrouwmug — Op glazen staafjes lijkende maden, 3 - 4 mm lang, ze vreten aan de zaailingen, verspeende planten en stekken. Vooral op vochtige plekken.
  • Pagina:
    Witte vlieg - kaswittevlieg — Op de bladonderzijde sneeuwwitte, gevleugelde insecten eitjes en larven met honingdauw. Bij aanraking vliegen de volwassen vliegjes op. Door saponttrekking worden de bladeren geel.
  • Pagina:
    Woekerziekte - lelie — Bij Lelie ontstaan bij ernstige aantasting in plaats van stengeljongen bloemkoolvormige woekeringen of bolletjes met een groot aantal smalle, schubvormige orgaantjes.
  • Pagina:
    Wolluis - citruswolluis - langstaartwolluis — Wolluizen hebben hun naam te danken aan het feit dat het lichaam van de vrouwtjes in het derde nymfen stadium bedekt is met wit, wasachtig materiaal in de vorm van poeder, draden, uitsteeksels of plaatjes.
  • Pagina:
    Wortelduizendpoot — De wortelduizendpoot is een polyfaag organisme, dat in gangen en holten in de bodem leeft. Ze zijn niet instaat zelf gangen te graven, maar maken gebruik van bestaande scheuren en ruimten.
  • Pagina:
    Wortelnecroseaaltje — Radopholus similis of het wortelnecroseaaltje kan in Anthurium leiden tot een slechte (vegetatieve) groei, chlorose en een afname van het aantal te oogsten bloemen die kan oplopen tot circa 30% in de zieke planten.
  • Pagina:
    Wortelwolluis — De wortelluis is een polyfage soort die afkomstig is uit Midden en Zuid Amerika en die door de plantenhandel naar andere landen buiten zijn oorsprongsgebied is vervoerd. De eerste vondst in Nederland was in 1990 in een kas.
  • Geen labels