Narcismijt

Gewas: Diverse gewassen: Narcis, Amaryllis

Wetenschappelijke naam: Steneotarsonemus laticeps

Groep: Mijten

Narcismijt, bolsymptoom
Narcismijt, bladsymptoom

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

In de bol verkleurt het weefsel rondom holten tussen de rokken oppervlakkig geelbruin en later donkerbruin (foto).

Op verticale doorsnede is de aantasting zichtbaar in de vorm van bruine strepen, die van de top van de bol kunnen doorlopen tot aan de bolbasis.

Zwaar aangetaste bollen komen niet op. Planten gegroeid uit licht aangetaste bollen vertonen meestal geen symptomen. Alleen wanneer dergelijke planten te vroeg in de verwarmde kas komen, ontstaan bruine strepen langs de randen van de bloemsteel en de bladeren. Deze kunnen daardoor krom groeien, zodat het weefsel plaatselijk scheurt (zaagtandjes) (onderste foto).

Bij de buitenteelt ontstaan alleen duidelijke symptomen, als de bol reeds bij het planten zwaar was aangetast, en dan vooral na een ongewoon warm en droog voorjaar. Soms ontstaat een afwijkende bladkleur, een symptoom dat verward kan worden met dat van narcissenmozaïekvirus.

Levenswijze

Levenswijze

De narcismijt is met het blote oog nauwelijks zichtbaar. De volwassen mijt is wit tot lichtbruin van kleur, langgerekt en sterk afgeplat. De zeer kleine eieren zijn doorschijnend wit en glanzend. Het dier voedt zich met gezond weefsel en beschadigt dit slechts oppervlakkig. In de bol kan dit gebeuren op plaatsen, waar ruimte tussen de rokken aanwezig is. De aantasting begint in deze bollen vanuit de neus. De mijten zijn in staat dieper in de bol door te dringen naarmate hij meer uitdroogt. Zij kunnen zich zowel actief als passief (met de luchtbeweging van ventilatie en circulatie) gemakkelijk in opgeslagen partijen narcisbollen verspreiden.

Na het planten handhaven de mijten zich vooral in de bolneus en kunnen van daaruit de uitgroeiende spruit aantasten. Bij warm en droog weer kunnen grote aantallen op de bovengrondse delen van de plant voorkomen. Hiervandaan verspreiden zij zich naar de omringende planten. Tijdens het afsterven van het blad, kort voor de oogst, dringen zij de bol weer binnen. Hoe sterk de mijt zich vermenigvuldigt en verspreidt, wordt sterk beïnvloed door de temperatuur.

De narcismijt kan vooral schade veroorzaken bij de bloemproductie in de winter, met name als de kisten te vroeg in de verwarmde kas worden gebracht of de bollen na een te korte preparatiebehandeling in de kas zijn geplant. Onder die omstandigheden groeien de spruiten langzaam zodat de narcismijten alle tijd krijgen om te kunnen aantasten, terwijl de temperatuur gunstig is voor een snelle vermenigvuldiging van de mijt.

Bij de teelt buiten ontstaat zelden zware schade. Dikwijls worden de slechte groei en de geringe vervormingen van de bladeren niet opgemerkt of toegeschreven aan andere oorzaken. Waneer de weersomstandigheden in het voorjaar langdurig ongewoon zacht zijn, kunnen duidelijke symptomen ontstaan.

Wanneer bollen lang worden opgeslagen bij 17°C of bij een hogere temperatuur, kan zeer ernstige schade ontstaan. Ook tijdens de bewaring van geparteerde narcissen kan een aantasting voor ernstige schade zorgen. De partijen nieuw gevormde bolletjes worden dan geelbruin, ernstig misvormd en geven een slechte opbrengst. De omstandigheden voor een aantasting zijn bij de lange, warme en vochtige bewaring ideaal. Verspreiding door de gehele bewaarcel is mogelijk indien de bewaring in open fust plaatsvindt.

Andere zeer vatbare gewassen zijn o.a. Sprekelia, Cyrtanthus, Hippeastrum, en Eucharis.

Maatregelen

Maatregelen

  • Aangetaste en gezonde partijen zowel tijdens de bewaring als bij de teelt gescheiden houden;

  • Opslag van narcissen vernietigen;

  • Schuur schoonmaken;

  • Plantgoed jaarlijks een warmwaterbehandeling geven van minimaal 2 uur bij 45°C. Voorkom verspreiding van Fusarium volgens geldende adviezen;

  • Leverbaar een warmwaterbehandeling geven van 1 uur bij 45°C, waarbij verspreiding van Fusarium wordt voorkomen volgens geldende adviezen;

  • Te parteren bollen een warmwaterbehandeling geven van 1 uur bij 45°C (voorkom verspreiding van Fusarium volgens geldende adviezen) en na enkele dagen parteren;

  • Fust meekoken of anders 15 minuten dompelen in water van 60°C.

Â