Groeimedia
Er zijn verschillende materialen die voor groeimedia (ook substraat genoemd) worden gebruikt in de glastuinbouw. Een groot deel daarvan komt uit natuurlijke reserves zoals basalt voor steenwol en veen voor potgrond. Hoewel basalt een zeer veelvoorkomend gesteente is en de wereldwijde reserves vrijwel onuitputbaar, heeft mijnbouw en transport een impact op het milieu. In de bouwsector is het doel om steenwol als isolatiemateriaal zo veel mogelijk te blijven recyclen. In de glastuinbouw worden substraatmatten van steenwol na gebruik (nog) niet opnieuw tot substraatmat verwerkt.
Veen als grondstof voor substraat staat onder druk omdat er veel koolstof ligt vastgelegd in veenbodems die bij het afgraven grotendeels vrijkomt als CO2 (een broeikasgas). Ontginning van veengebieden kan daarnaast ook leiden tot verlies van ecosysteemdiensten zoals waterzuivering en waterberging. Een EU-breed verbod op ontginning en import van veen lijkt dan ook steeds dichterbij te komen. In Nederland is recentelijk het Convenant Milieu-impact potgrond en substraten getekend om tot een versnelling in duurzaamheid te komen.
Voordelen van telen uit de bodem
Het voordeel van telen uit de bodem (op substraat of direct in water) ten opzichte van teelt in de bodem is dat water en meststoffen erg nauwkeurig gedoseerd en gecontroleerd kunnen worden. Ook wordt het opvangen en hergebruiken van water en meststoffen die de plant niet gebruikt een stuk makkelijker. Dit heet ‘recirculeren’. In de huidige teeltsystemen neemt substraat daarom een belangrijke functie in om niet alleen efficiënt met water en meststoffen om te gaan, maar ook om lozing op de bodem en sloot te beperken.
Recyclen van substraat
Als materiaalstroom die de kas in gaat, is substraat een vrij zuivere stroom. Maar het materiaal raakt tijdens de teelt vermengd met meststoffen, water, plantwortels en wortelexudaten waardoor het geen monostroom meer is. Een gemengde materialenstroom is vaak moeilijker te recyclen dan een monostroom. Substraat raakt daarnaast ook vaak vermengd met plastic. Steenwolmatten zitten bijvoorbeeld in een plastic hoes en potgrond gaat in plastic potten.
Dat neemt niet weg dat in Nederland steenwolmatten op grote schaal worden ingezameld en verwerkt tot nieuwe grondstoffen zoals steenwolgranulaat voor de productie van baksteen en plastic voor vuilniszakken. Andere substraatsoorten zoals kokosvezel en perliet worden ook verwaard tot nieuwe grondstof of product. Substraat in potplanten dat via de consument eindigt bij het groenafval, wordt (gedeeltelijk) weer verwerkt tot compost of bodemverbeteraar. Er wordt dus al veel met circulaire principes gewerkt. Toch worden er elk jaar vele tonnen primaire grondstoffen geïmporteerd om substraat voor de glastuinbouw te maken. De ketens zijn dus nog niet voor elk type groeimedia volledig gesloten.
Op zoek naar alternatieve bronnen
De uitdaging is om alternatieve (biobased) bronnen te zoeken die primaire grondstoffen kunnen vervangen. En om materiaalstromen op een hoogwaardige wijze te recyclen zodat er opnieuw substraat van gemaakt kan worden. Ook kan onderzocht worden of de levensduur van substraten in de kas verlengd kan worden zodat er minder grondstoffen nodig zijn. Herontwerp van teeltsystemen zou voor sommige gewassen kunnen betekenen dat er helemaal geen substraat nodig is om uit de grond te telen (R1. Refuse). Bijvoorbeeld door de wortels direct in water of zelfs in de lucht te laten groeien.