4. Gereduceerde grondbewerking
Klimaatrisico – droogte, wateroverlast, temperatuurstijging en ziekten & plagen |
Ploegen kan op de lange termijn leiden tot bodemverdichting en een verslechterde bodemstructuur, omdat de manier van grondbewerking niet bevorderlijk is voor de bodembiodiversiteit. Als gevolg hiervan is het waterbergend vermogen van deze gronden beperkt, waardoor telers het risico lopen op problemen met wateroverlast en droogte. Bij gereduceerde grondbewerking wordt de bodem nauwelijks verdicht en zal de bodemstructuur op den duur verbeteren. |
Definities |
Bij gereduceerde grondbewerking wordt de grond minder diep en/of minder intensief bewerkt dan bij ploegen. De bekendste vorm van gereduceerde grondbewerking is niet-kerende grondbewerking (NKG). Hierbij wordt de grond ondiep bewerkt en eventueel dieper wordt de grond losgetrokken met woelpoten. |
Potentiële voor- en nadelen | |
Voordelen (+) | Nadelen (-) |
|
|
Kosten |
Niet-kerende grondbewerking (NKG) kan financieel efficiënter zijn, afhankelijk van de grondsoort en het feit of een bedrijf gangbaar of biologisch is. Op kleigrond levert NKG bij gangbare akkerbouw een kleine winst op van €13 per hectare. Voor biologische akkerbouw op klei pakt het echter minder gunstig uit: daar levert het €505 minder op per hectare. Op zandgrond zijn de resultaten wat duidelijker: zowel bij gangbare als biologische akkerbouw verdienen boeren iets minder, met €162 minder bij biologische akkerbouw en €53 minder bij gangbare akkerbouw. In de Veenkoloniën is het beeld weer positiever, met een winst van €130 per hectare. |
Ervaring uit het veld |
Een bedrijf gevestigd in de veenkoloniën:
|
Aandachtspunten bij uitvoering |
|
Effectiviteit |
Toepasbaarheid |