4.2 Bemesting

Vezelhennep vereist een redelijk nauwkeurig bemesting. Een te lage of een te hoge bemesting leidt tot vermindering van de opbrengst. Voor een optimale groei wordt ten behoeve van technische toepassingen per hectare ca. 110 eenheden stikstof (N), 80 kg fosfaat (P₂O₅) en 140 kg kalium (K₂O) geadviseerd (excl. de bodem-voorraad).^[1] Dit wordt vóór het zaaien toegediend. Te hoge stikstofgift kan resulteren in lagere opbrengsten door legering van het gewas, en in sterkere competitie voor licht door individuele planten hetgeen leidt tot ongelijke plantlengte en problemen bij de oogst. Overmatige N in combinatie met te weinig K kan breuk van de stengels veroorzaken.

Hennep groeit goed op organische bemesting, zoals dierlijke mest van varkens, runderen of kippen. Er kan voor gekozen worden om 20% van de gift met een snelwerkend kunstmest toe te dienen in de startfase ten behoeve van een snelle groei. De opname van N vindt vooral plaats tijdens de eerste (6-8) weken, terwijl P en K voornamelijk later in de groei worden opgenomen, voor de bloei en zaadvorming. De bioboer gebruikt enkel dierlijke mest.

T.b.v. textiel

Stikstofgift voor vezelhennep voor textiel is lager dan voor technische toepassingen: 70 – 100 eenheden werkzame stikstof (N), 40 kg P₂O₅, 110 kg K₂O en 30 kg MgO per hectare.^[2]

[1] https://www.hempflax.com/wp-content/uploads/Hempflax-Handleiding-Hennepteelt.pdf

[2] https://onderzoek.hogent.be/sites/onderzoek/assets/File/HOGENT%20Onderzoeksresultaten%20%E2%80%98Eigen%20Kweek%E2%80%99%20en%20%E2%80%98Hemp4All'.pdf