/
7.1.1 Zwingelen

7.1.1 Zwingelen

Het zwingelen bestaat uit een aantal stappen. De schematische opbouw van een zwingellijn is gegeven in onderstaande figuur. De baal met parallelle hennepstengels wordt afgerold (Foto beneden) en de stengels worden gebroken (ook wel ‘brakelen’, ‘braken’ of ‘decorticatie’ genoemd). Hierbij wordt de houtige kern gebroken tot zogenaamde scheven zodat deze makkelijker van de bastvezels gescheiden kunnen worden. Bij dit proces worden reeds de meeste scheven van de bastvezels verwijderd.

Schematische voorstelling van een zwingellijn. Depoortere.[1]
Aanvoeren van balen aan de zwingellijn.
Foto HOGENT.

Vervolgens worden de bastvezels door turbines gevoerd die uitgerust zijn met in tegengestelde richting roterende bladen (Foto). De bladen (ook ‘slaglijsten’ genoemd) slaan continu tegen de vezels waarbij de scheven en tevens korte vezels (ook ‘lokken, zwingelwerk, kroten of hede’ genoemd) gescheiden worden van de lange vezels (Foto). Het zwingelen opent de vezelbundels, waardoor deze fijner en zachter worden. De snelheid van de roterende bladen voor het zwingelen van hennep ligt lager dan bij vlas.

De korte vezels (lokken) kunnen na verdere reiniging gebruikt worden voor de productie van grovere garens (§7.2) of ze kunnen gecotoniseerd (§7.3) worden tot vezels met ongeveer de afmetingen van katoen (cotonnine). Andere toepassingen van de korte vezels zijn bijvoorbeeld isolatiemateriaal (§6.2) of composieten (§6.3). De scheven kunnen toegepast worden in bouwblokken (§6.5) of stalstrooisel (§6.6).

De belangrijkste stappen van het zwingelproces zijn (nummering verwijst naar het schema bovenaan de pagina):

  • Kanteltafels (2): Balen hennepstro worden gekanteld van de vlakke stand naar de ronde stand, in de juiste richting om te worden afgerold voor het zwingelen.

  • Reservetafels (1): Opslag van balen die gezwingeld gaan worden.

  • Voorbereidingstafel (3): Verwijderen van touwen zodat de baal afgerold kan worden.

  • Afroller (4): Afwikkelen van de baal tot een laag hennepstro.

  • Invoertafel (5): Regelen van de invoersnelheid naar de snoeier kan regelen.

  • Stripper (7): Parallel leggen van de stengels.

  • Verdeler (9): Verfijnen van de laag stengels (ook ‘baan’ genoemd) door progressieve versnelling door middel van tandwielen.

  • Depoortere-molen (10): Breken van het houtachtige deel van de stengels.

  • Zwingeltrommels (11): Bladen slaan continu tegen de vezels waarbij de scheven en tevens korte vezels gescheiden worden van de lange vezels.

  • Molens met leren bladen (12): ‘Polijsten’ de vezels.

  • Oproller (14): Vezels worden verpakt in ronde balen, met een baangewicht van ongeveer 1 kg/m.

De kwaliteit van gezwingelde hennepvezels (en vlas) wordt in klassen ingedeeld aan de hand van de verwachting van welke garenfijnheid met nat ringspinnen bereikt kan worden (Tabel).

Tabel: Kwaliteitsklassen van gezwingelde lange hennepvezels
corresponderend met verwachte garenfijnheid met nat ringspinnen.

Klasse

Nm

Klasse

Nm

2

12 – 15

4+

26

3

15 – 18

5

28

3+

18 – 20

6

36

4

24

7

39

Verwerkers van vezelhennep voor ‘lange vezels’

Bedrijven / constructeurs van zwingellijnen


[1] https://www.depoortere.be/Zwingelmachines

[2] E. Dijkmeijer, Textiel Deel 2 Spinnen en weven.

Related content