Bezinking
In het kort |
---|
Bij bezinking worden de dikke en dunne fractie van elkaar gescheiden met behulp van zwaartekracht. Hiervoor kan bijvoorbeeld een mestput of een bezinkingstank worden gebruikt. Alleen vloeibare mestsoorten (zoals drijfmest en digestaat) zijn geschikt voor deze scheidingstechniek. Bezinking, bezinkingstank |
Doel techniek |
---|
De dikke en dunne fractie worden bij bezinking van elkaar gescheiden. Alleen dunne mestsoorten zoals drijfmest zijn hiervoor geschikt. Het kan zowel als voor- en nabehandelingstechniek toegepast worden. |
Omschrijving techniek |
---|
Bij bezinking zakken vaste (mest)deeltjes naar de bodem en worden zo van de dunne fractie afgescheiden. Er zijn verschillende manieren om bezinking uit te voeren, bijvoorbeeld in een gesloten (mest)put of bezinkingstank. Het principe komt echter op hetzelfde neer. De dunne mest wordt aan de bovenkant van de bezinkingstank aangevoerd. Vaste stoffen zakken vervolgens naar de bodem en kunnen daar worden verwijderd. Het vloeibare deel kan worden afgevoerd of opgeslagen in een separate tank. Verlengen van de bezinkingstijd verhoogt het rendement van de afscheiding. Met de toepassing van vlokmiddel is het scheidingsproces vaak voltooid na de verblijfstijd van één tot twee dagen in de bezinkingstank. Indien geen vlokmiddel wordt gebruikt betreft de verblijfstijd één tot twee weken. Gebruik van een vlokmiddel (polymeer) kan het bezinkingsproces bevorderen, doordat mestdeeltjes aan elkaar vast gaan zitten en deze ‘vlok’ hierdoor een nog lager soortelijk gewicht krijgt en makkelijker bezinkt. Om te voorkomen dat mest tijdens opslag gaat vergisten, dient de temperatuur niet hoger te zijn dan 16°C. Vergisting verstoort namelijk het bezinkingsproces. Deze techniek kost geen energie, heeft lage onderhoudskosten en een lange levensduur. Bezinken wordt in Nederland slechts incidenteel toegepast op dunne fracties na mestscheiding. Elders wordt het met name toegepast bij zeugenmest. |
Varianten |
---|
De bezinking geschiedt in hoge en smalle silo’s, vaak met meerdere afvoerpunten in de silo. Hiermee kan gestuurd worden in de samenstelling van de af te voeren mest. Ook worden bezinkingsbassins toegepast met verschillende compartimenten. De dunne fractie loopt dan over de tussenmuurtjes heen. |
Ingaande meststromen |
---|
|
(Uitgaande) eindproducten |
---|
De dikke fractie/het slib dat overblijft na bezinking bevat ca. 7% droge stof. Deze fractie is fosfaatrijk. Na bezinking is het aandeel kalium ongeveer gelijk verdeeld over de dikke en dunne fractie. Na bezinking blijft een dunne fractie over met ca. 1,9% droge stof. Bij goede uitvoering wordt er een dun product met ca. 1,5 % droge stof bereikt. Kalium wordt na bezinking ongeveer gelijk verdeeld over de twee eindproducten. |
Bronnen en interessante links |
---|
Bedrijven |
---|
Voorbeelden van bedrijven die deze techniek leveren zijn:
|
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen? Stuur dan een mail naar info@wikimest.nl.