Radijs
-
Aardrupsen —
Aardrupsen, larven van uilen, zijn grauwe rupsen met vijf paar achterlijfpoten vreten 's nachts aan ondergrondse en bovengrondse plantendelen, vooral de wortelhals.
-
Groenteuil —
De groenteuil behoort tot de familie van de Noctuidae of nachtuiltjes en is vooral een plaag in kasgewassen, maar kan ook buiten voorkomen.
-
Klein Koolwitje —
Het klein koolwitje verschijnt in mei. Het wijfje legt slechts één ei per plant. De kleur en de vorm van de eitjes zijn gelijk aan die van het grote koolwitje. De rupsen zijn gelig van kleur, later worden ze groen en in het volwassen stadium zijn ze fluwelig groen met drie smalle gele rugstrepen.
-
Koolmot —
De koolmot komt voor vanaf de tropen tot de poolcirkel. In Nederland zijn de aantallen koolmotrupsen gewoonlijk laag, vooral als de zomer koud en nat is.
-
Kooluil —
De kooluil behoort tot de familie van de Noctuidae of nachtuiltjes. Hij veroorzaakt schade in groentegewassen en in mindere mate ook in chrysant en anjer.
-
Koolvlieg —
De koolvlieg lijkt op de huisvlieg, maar is slechts half zo groot. Hij kan vooral in het voorjaar ernstige schade geven in de teelt van paksoi.
-
Mineervlieg - radijs —
Mineervliegen komen in veel gewassen voor.
-
Pissebed —
Pissebedden zijn schaaldieren en verwant aan garnalen en rivierkreeftjes. De soorten die in kassen voor behoren tot de landpissebedden. Ze zijn de enige schaaldieren die zich hebben aan gepast aan een leven op het land de rest leeft in het water.
-
Springstaarten —
Springstaarten leven van dode plantendelen en van schimmels in de bovenste laag van de bodem en kunnen zo ook schade aanrichten aan jong levend materiaal. Sommige exemplaren kunnen wel 18 maanden zonder voedsel.
-
Stromijten —
De meerderheid van de Tyrophagus-soorten leeft in de grond. De mijten voeden zich met organisch materiaal en schimmels.