Springstaarten

Springstaarten leven van dode plantendelen en van schimmels in de bovenste laag van de  bodem en kunnen zo ook schade aanrichten aan jong levend materiaal. Sommige exemplaren kunnen wel  18 maanden zonder voedsel.

Springstaarten zijn kleine, zwarte, blauw-paarse of witte ongevleugelde insecten die opspringen bij het verjagen. Ze vreten aan zachte plantendelen, vooral op vochtige plaatsen.

De monddelen zitten verzonken in een buidel in de kop. De monddelen zijn bij sommige soorten bijtend en andere soorten stekend zuigend. De meeste soorten worden tot 2 mm groot. Onder het lichaam hebben deze dieren een gevorkte staart waarmee ze kunne opspringen. Ze hebben veel gelijkenis met de pissebed.

Springstaarten leven van dode plantendelen en van schimmels in de bovenste laag van de  bodem en kunnen zo ook schade aanrichten aan jong levend materiaal. Sommige exemplaren kunnen wel 18 maanden zonder voedsel.

Eieren worden door sommige soorten apart, door andere soorten in groepen afgezet. Bij 20° C komt de eerste larven na 4 dagen tevoorschijn. Er vinden 5-13 vervellingen plaats, afhankelijk van de soort.

Een exemplaar kan al na 5 dagen geslachtsrijp zijn met vele generaties per jaar, bij een andere familie kan dit 3 maanden duren. De levensverwachting is 0,5 tot 1 jaar.

• Telen onder vochtige omstandigheden vermijden.

• Biologische bestrijding: Springstaarten kunnen biologisch worden bestreden met bodemroofmijt Gaeolaelaps aculeifer. Preventief inzetten van biologische bestrijders is essentieel.