-
Appelglasvlinder —
De appelglasvlinder kan ernstige schade veroorzaken door het boren van gangen in het hout, meestal op de stam of de onderstam.
-
Bladvalziekte - kers —
Op het blad van zure en zoetekers ontstaan aanvankelijk paarsrode, later donkerbruine, niet scherp begrensde vlekken, die later in elkaar vloeien. Aan de onderkant van het blad ontwikkelt zich wit schimmelpluis. Bladeren worden geel en vallen af.
-
Fruitspintmijt —
Fruitspintmijt kan bij afwezigheid van natuurlijke vijanden een belangrijke plaag vormen in de fruitteelt en de vruchtboomkwekerij. De mijten zuigen aan de onderkant van de bladeren de cellen leeg.
-
Gestippelde houtvlinder —
De gestippelde houtvlinder kan ernstige schade veroorzaken doordat de rups gangen boort door het merg van takken, waardoor de takken kunnen afsterven.
-
Groene appelwants —
Groene appelwants is in heel Europa een algemeen voorkomend insect met een brede waardplantenreeks. In de zomer komen ze regelmatig voor in gewassen die onder glas worden geteeld zowel in vruchtgroenten als bloemen
-
Grote appelbladroller —
Bladrollers zijn wijdverspreide insecten waarvan de rupsen schade kunnen aanrichten in diverse fruitgewassen. Schade ontstaat vooral doordat de bijna volgroeide rupsen vreten aan de knoppen, de bloemen of de jonge vruchtjes.
-
Hagelschotziekte —
De aantasting vinden we op bladeren en slapende knoppen. Vaak van onder in de boom naar boven. Op de bladeren vormen zich paarsachtige kleine vlekjes met een geel centrum van 1 - 2 mm doorsnede.
-
Kersenvlieg —
De kersenvlieg vormt in bepaalde gedeelten van Europa een probleem, vooral in Midden en Zuid-Duitsland en in België.
-
Kleine wintervlinder —
De kleine wintervlinder is een algemeen voorkomend en wijdverspreid insect, waarvan de rupsen schade kunnen veroorzaken aan veel loofgewassen, waaronder fruitbomen.
-
Kokermot —
Bladmineermotten zijn kleine motjes waarvan de larven gangen (mijnen) maken in het blad door het bladmoes op te eten. Daardoor vermindert de fotosynthesecapaciteit van het blad.
-
Kommaschildluis —
Kommaschildluis dankt zijn naam aan het kommavormige schild dat de luis over zich heen vormt. Het schild is 2 tot 3,5 mm lang, plat, lijkt qua vorm op een mossel en heeft een grijsbruine kleur.
-
Koolbladroller —
De koolbladroller is een algemeen voorkomend en wijdverspreid insect waarvan de rupsen schade kunnen aanrichten in uiteenlopende gewassen. Forse schade kan ontstaan aan bladeren, bloemen en de jonge vruchten.
-
Monilia vruchtrot —
Monilia rot treedt op in de boomgaard en tijdens de bewaring. Vooral pruimen en kersen, die na regen kunnen barsten, zijn erg gevoelig voor Monilia-rot. Op de rottende vruchten ontstaan karakteristieke concentrische ringen van geelbruine sporenhoopjes.
-
Oestervormige schildluis —
De oestervormige schildluis komt vooral voor in boomgaarden waar niet of met selectieve middelen gespoten wordt. De oestervormige schildluis veroorzaakt geen schade aan de boom.
-
Ringelrups —
De ringelrups dankt zijn naam aan de ring van eieren die om een tak heen gewikkeld zit. De mot is ongeveer 25 mm lang, lichtbruin, met een donkerder bruine, scherpbegrensde dwarsband over de vleugels.
-
Rodeknopbladroller —
De rode knopbladroller is een wijdverspreid insect waarvan de rupsen schade kunnen aanrichten in diverse fruitgewassen.
-
Slakvormige bastaardrups - lindebladwesp - vruchtboombladwesp —
De bladwesp is onopvallend. De larven zien eruit als slijmerige groenige tot donkere naaktslakjes en leven op verschillende loofbomen, vooral op eik en linde.
-
Suzuki fruitvlieg - Aziatische fruitvlieg —
De suzuki fruitvlieg lijkt erg op de gewone fruitvlieg. Het mannetje is iets kleiner, het vrouwtje iets groter dan 3 mm. Opvallend zijn de rode ogen. Het mannetje heeft kenmerkende zwarte vlekken op zijn vleugels.
-
Tak- en bloesemsterfte —
Verwelkingsziekte waarbij tijdens en vlak na de bloei sterven bloesem en jonge scheuten plotseling afsterven. Bloemen en bladeren verwelken maar vallen niet af. Ook kunnen bruine ringen op de vruchten ontstaan.
-
Voorjaarsuilen —
Voorjaarsuilen behoren tot een groep van op elkaar lijkende soorten motten, met een overeenkomstige levenscyclus.
-
Vruchtbladroller —
De vruchtbladroller is een wijdverspreid insect waarvan de rupsen aantasting kunnen veroorzaken in diverse fruitgewassen, maar ook op andere gewassen waaronder sering en liguster. De vruchtbladroller is zeer polyfaag.
-
Vruchtrot - Botrytis —
Botrytis rot, ook wel `grauwe schimmel' genoemd, treedt op tijdens de bewaring. Het rot woekert vrij snel voort en de aangetaste plek is lichtbruin verkleurd. Geheel rotte vruchten zijn erg zacht.
-
Vruchtrot - Penicillium —
Penicillium rot ontstaat tijdens de bewaring. Op de vruchten ontstaan ronde, bruine plekken, vaak bij de neus of rondom een verwonding. Het rot is zacht en waterig. Geheel rotte vruchten zakken in elkaar.
-
Zwarte kersenluis —
De zwarte kersenluis is de enige luizensoort die op kers aantasting kan veroorzaken. De luis is glimmend zwart en heeft lange zwarte siphonen. De zwarte kersenluis kan in grote dichtheden scheuttoppen bevolken en sterke zuigschade aanrichten.