Tak- en bloesemsterfte

Bloesems en/ of jonge scheuten verwelken plotseling en sterven af. Bloemen en bladeren vallen niet af. Gomafscheidingen worden vaak waargenomen aan de basis van afgestorven bloesems. Op de takken ontstaan kankers. Ook kunnen bruine ringen op de vruchten ontstaan. De aantasting leidt tot rotting en verschrompeling van fruit, waarbij de vrucht uiteindelijk verhardt, mummificeert en aan de boom kan blijven hangen.

Monilinia overwintert in verschillende stadia, hetzij als: 1) schimmel in kankers, zieke twijgen en gedroogde bloesems; of 2) ruststructuren in gemummificeerde vruchten in de boom of op de grond. Infectie van bloesems vindt plaats door wind- of regenspatten en zo nu en kan ook door insecten. Infectie treedt minder op bij droog weer. De schimmel kan ook via wonden de boom.

• Minder gevoelige soorten of rassen gebruiken

• Zorgen voor goede groeiomstandigheden

• ­Aangetaste delen verwijderen tot op het gezonde hout en afvoeren

• Verwijder mummievruchten uit de boom en van de grond

• Voorkom overmatige scheutengroei, snoei regelmatig zodat er meer lucht in de boom komt en de bladeren sneller opdrogen.