Akkerkers

De akkerkers heeft veerdelig blad met een puntige eindslip.

De plant vormt een rozet. De hauwtjes zijn lang en dun en hebben een lange steel. De bloemen zijn geel en hebben een doorsnede van minder dan 1 cm.

De akkerkers is een overblijvend onkruid, dat ondergrondse uitlopers vormt. De plant is vooral algemeen in het rivierengebied en kan voorkomen op bouwland, langs dijken en wegen en in uiterwaarden. Het is een indicator voor een nat en voedselrijk milieu. De plant is regionaal bekend onder de naam kiek of waterkers en is giftig voor (melk)vee. Vooral in de bloembollenteelt is de akkerkers een lastig onkruid.

Niet chemisch

Schoffelen, eggen, frezen.

Chemisch

In de bloembollenteelt worden middelen op basis van groeistoffen gebruikt.