Groene naaldaar

Plant met vrij brede lichtgroene kale bladeren met een witte tot lichtgroene middennerf.

Het tongetje ontbreekt, hiervoor in de plaats een krans van haren. Oortjes ontbreken.  De stengel is vrij ruw, vooral onder de bloeiwijze. Deze bloeiwijze (aarpluim genoemd) kleeft niet bij aanraken.

Groene naaldaar is een eenjarig zaadonkruid en kiemt in het voorjaar. Het zaad kiemt laat door de grote warmtebehoefte en geeft een ronde spruit te zien. De plant komt veel voor op (vrij zure) voedselrijke zandgrond en dan vooral op akkers, in tuinen en plantsoenen en op halfverhardingen. Groene naaldaar komt vooral veel voor in granen, aardappelen en maïs. Alleen in jonge gewassen kan het gras schade veroorzaken door concurrentie. Verhoging van de onkruiddruk in eventuele volggewassen is wel mogelijk.

Niet chemisch

Eggen voor opkomst van de maïs, eventueel herhalen en/of schoffelen als de maïs te groot is om te eggen.

Chemisch

Voor meer informatie, zie de PD-gewasbeschermingsgids en de handleiding gewasbescherming.