Speenkruid

De bladeren van speenkruid zijn typisch hart tot niervormig.

De bloemen zijn geel. In de oksel vind je kleine speenvormige knolletjes.

Speenkruid is een overblijvend plantje, dat zijn naam te danken heeft aan de vorm van de ondergrondse broedknolletjes. Het plantje groeit en bloeit al vroeg in het voorjaar van maart tot in mei en komt vooral voor op vochtige plaatsen, onder heggen, in grasvelden en plantsoenen, in het talud van sloten en soms ook onder hogere beplanting. Aan de bloem is te zien, dat het in dezelfde familie thuis hoort als de boterbloemen. Meestal staat het speenkruid op plaatsen, waar het niet schadelijk is voor ander gewassen. Aangezien het in het voorjaar een van de eerste bloeiende planten is heeft het een hoge landschappelijke waarde. In oude tuinen is het vaak te vinden naast stinzeplanten.

Niet chemisch

Schoffelen in plantsoenen op ongewenste plaatsen.

Chemisch

Vrijwel nooit noodzakelijk.