Boterbladgalmug

De bladslippen zijn als een puntzakje samengevouwen en verdikt. Het blad is bros en breekt makkelijk bij het openrollen. De buitenkant (= onderkant blad ) is vaak rood aangelopen. De larven in de gal zijn eerst wit en verkleuren later naar oranjerood.

Het volwassen insect is een mugje van een paar mm lang en leeft maar een paar dagen waarin de paring plaatsvindt. De vrouwtjes leggen eieren op de waardplant. De larven daaruit prikken de waardplant aan en veroorzaken door de stoffen die ze daarbij uitscheiden de vorming van de gal door de plant. Er zijn twee generaties per jaar. Verpopping vindt plaats in de gal of in de grond in een witte, vliezige cocon.

Niet van toepassing.