Ananasgalwesp
Gewas: Zomereik (Quercus robur), wintereik (Q. petraea), donzige eik (Q. pubescens).
Wetenschappelijke naam:Â Andricus foecundatrix (syn. A. fecundator)
Groep: Galwespen
Â
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Een groot aantal forse schubben vormen een gal, de ananasgal, ook wel hopgal of eikenroos genoemd. De gal ontwikkelt zich meestal uit okselknoppen van tweejarige takken en is ongeveer 1-2 cm lang en 1 cm breed. De schubben worden naar binnen kleiner en omsluiten de eigenlijke gal die op de top van de verdikte as bevestigd is. Deze binnengal is ongeveer 4 mm lang, glad en glanzend, eerst geelgroen en zacht en later bruinzwart en hard en bevat één witte larve. In augustus laat de binnengal los, wordt door de uitdrogende schubben naar buiten gedrukt en valt op de grond. Na verloop van tijd komt daar een galwesp uit. De schubben blijven nog lang aan de tak hangen. |
Levenswijze |
---|
Galwespen hebben een seksuele generatie en een agame generatie. Bij de seksuele generatie zijn er zowel mannetjes als vrouwtjes, de agame generatie bestaat alleen uit vrouwtjes. De seksuele generatie van de ananasgalwesp vormt in het vroege voorjaar éénkamerige meeldraadgalletjes. Ze staan tussen de meeldraden van de mannelijke katjes. Uit die galletjes komen in juni de vrouwtjes van de agame generatie. Deze vrouwtjes zijn groter dan de adulten van de seksuele generatie. De agame vrouwtjes leggen eieren bij bladknoppen, 1 ei per bladknop. De larve die hieruit komt veroorzaakt een ananasgal met binnengal. De binnengal van de ananasgal valt in het najaar op de grond. De larve overwintert hierin en verpopt in het vroege voorjaar. Daarna, maar dat kan ook 1 of 2 jaar later zijn, komen uit de op de grond gelegen binnengallen de galwespen van de seksuele generatie. |
Maatregelen |
---|
Niet van toepassing. |
Meer informatie |
---|
|
Â