Blaasgalbladwesp

Gewas: Schietwilg (Salix alba), Kraakwilg (Salix fragilis) en hun hybriden

Wetenschappelijke naam: Pontania proxima

Groep: Bladwespen

Gallen van P. proxima op wilg

 

Gal van P. proxima op schietwilg, onderkant blad, met gaatje

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Herkenning

Herkenning

De gallen zijn eivormig, maximaal 8 mm lang en hebben een harde, dikke wand. De gal steekt naar beide zijden van het blad uit. De buitenkant is kaal en glad, groen tot geel en vaak ook rood aangelopen. De gallen liggen alleen of in rijen aan weerzijden van de hoofdnerf. De gal bevat één witachtig tot geelgroene larve met een donkerbruine kop.

Levenswijze

Levenswijze

De larve bijt een gat in de onderkant van de gal waardoor uitwerpselen worden verwijderd en waardoor de larve in het midden van de zomer uit de gal kan komen om in de grond te verpoppen. De gewone blaasbladwesp overwintert ook als pop. In het late voorjaar komen de volwassen bladwespen (max. 5 mm lang) tevoorschijn uit de poppen. De vrouwtjes gaan dan op zoek naar geschikt wilgenblad om er met hun legboor eitjes in te leggen. Als de larven uit de eitjes komen, beginnen ze aan het blad te eten en zetten daarbij, door het uitscheiden van bepaalde stoffen, het blad aan tot het vormen van de boonvormige gal, waarin ze hun ontwikkeling voortzetten. Er zijn meestal twee generaties per jaar.

Maatregelen

Maatregelen

Niet van toepassing.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â