4.3 Diagnostiek, behandeling en preventie
Diagnostiek
Een diagnose stellen kan op het oog door werknemers of de dierenarts. Met name bij schimmelinfecties zijn duidelijke veranderingen zichtbaar aan de buitenkant. Schimmelinfecties kunnen in eerste instantie worden gediagnosticeerd op basis van de kleur van de schimmel en andere zichtbare verschijnselen. In een later stadium kan ook met behulp van PCR of het bekijken van de vorm van de sporen bepaald worden om welke schimmel het gaat. Bacteriële infecties worden bijvoorbeeld vastgesteld door microscopisch onderzoek en PCR.
Dode insecten kunnen bewaard worden in de vriezer. Ook substraat kan worden ingevroren om later te laten onderzoeken. Zorg bij ingevroren dieren of substraat voor een duidelijk etiket met daarop in ieder geval de datum, om welke dieren/ batch het gaat en wat het probleem is.
Behandeling
Behandelen met medicijnen is niet altijd nodig. Stoppen van de verspreiding naar andere dieren of afdelingen is wel belangrijk. Bijvoorbeeld door goed te ventileren en te reinigen en desinfecteren. Haal dode dieren weg, plaats zieke dieren in quarantaine.
Preventie
Om ziektes of een uitbreiding van een ziekte te voorkomen, zijn er verschillende maatregelen te nemen. Eén van de maatregelen is hygiëne van de omgeving. Daarbij hoort het voorkomen van ongedierte. Ongedierte van buiten kan ziektekiemen mee naar binnen nemen. Het schoonmaken en desinfecteren van de kooien, helpt de verspreiding van ziektekiemen tegengaan. Een lage luchtvochtigheid en droge kooien zorgen ervoor dat ziektekiemen zich minder goed kunnen vermenigvuldigen. Door te werken met aparte, strikt geïsoleerde productieruimtes met een streng hygiënebeleid worden minder ziekteverwekkers binnengebracht. Mocht er toch een infectie zijn, dan kan verspreiding naar andere afdelingen voorkomen worden.
Goed om te weten
2% formaline + 0,05% zeepoplossing is effectief tegen schimmels. Bescherm jezelf goed bij het werken met formaline. Het is kankerverwekkend.
Andere mogelijkheden voor het schoonmaken van de omgeving zijn het gebruik van kalk i.c.m. chloor. Houten, plastic en polystyreen bakken kun je schoonmaken met soda en metalen bakken met een brander.
Hygiëne van de medewerkers is om verschillende redenen van belang. Allereerst voor hun eigen gezondheid (voorkomen van zoönosen). Ten tweede vanwege het binnenbrengen of overdragen van ziektekiemen naar de insecten.
Met behulp van een hygiënesluis waarin medewerkers bedrijfskleding aantrekken en desinfectiemat kan de insleep van ziektekiemen worden beperkt. Daarnaast is het van belang dat medewerkers regelmatig hun handen, armen en eventueel gezicht wassen en niet eten en drinken in de kweekruimte. Schone faciliteiten, zorgvuldig en tijdig afvoeren van afval en een goede luchtcirculatie zorgen voor een schone omgeving.
Goed management kan veel problemen voorkomen. Controleer de insecten dagelijks en houd een logboek bij. Grijp tijdig in bij problemen. Kennis van ziekteverschijnselen is hierbij belangrijk.
Zorg daarnaast voor goed substraat en een goed luchtsysteem. In het substraat kunnen bacteriën en schimmels goed groeien. Controleer daarom de kleur en geur. Er moet gezocht worden naar een optimale temperatuur en luchtvochtigheid voor de verschillende productiestadia. Warmte en vocht zijn ook favoriet bij bacteriën en schimmels en het is belangrijk daar alert op te blijven.
Het is mogelijk om insecten te kopen met een gezondheidscertificaat. Deze insecten zijn vrij van bepaalde ziekten (SPF). Het ziekterisico is daarom bij deze dieren lager.