12.2 Impact en handelingsperspectief
Handelingsperspectief
Het gaat om natuurmaatregelen op het bedrijf. Agrarisch natuurbeheer betreft volveldse pakketten, zoals weidevogelbeheer, kruidenrijke akkers en wintervoedselakkers. Groenblauwe dooradering betreft de houtige en natte landschapselementen, zoals houtwallen, bosjes, poelen en sloten, en kruidenrijke randen.
Hierboven is een lijst weergeven van alle pakketten die meetellen voor deze (onderdelen van de) KPI.
Positieve neveneffecten
De KPI Aandeel Natuur & Landschap is naast herstel van biodiversiteit ook gerelateerd:
Verbeteren waterkwaliteit en -beheer: zowel agrarisch natuurbeheer als groenblauwe dooradering dragen bij aan verbetering van de waterkwaliteit en het beter reguleren van de waterkwantiteit.
het aanleggen van houtige elementen als onderdeel van GBDA kan koolstofopslag bieden.
Verbeteren diergezondheid: houtige elementen bieden schaduw voor vee.
Adaptatie aan weersextremen: sloten, heggen en bosjes vormen buffers tegen stijgingen van het grondwaterpeil of droogte.
Mogelijke afwentelingen
Als op het bedrijf het areaal natuur en landschap uitgebreid wordt kan dat ten koste gaan van productie. Het is dan mogelijk dat dit gecompenseerd wordt door intensiever elders te produceren met als mogelijk gevolg hogere nutriëntenemissies en milieubelastingpunten.
Positieve sociaal-economische effecten
Landschapselementen zoals randen, heggen en sloten bieden habitat voor bestuivers en natuurlijke bestrijders, die het bedrijf minder afhankelijk kunnen maken van externe inputs. Opgaande landschapselementen bieden schaduw en schuilgelegenheid voor vee. Zoals hierboven genoemd kan GBDA ook adaptatie aan weersextremen bieden en daardoor bijdragen aan de weerbaarheid van een bedrijf.
Als boeren voor het beheer een (voldoende hoge) vergoeding kunnen krijgen, bijvoorbeeld via het ANLb, biedt het verhogen van het areaal natuur & landschap een vrij vaste bron aan inkomsten.
Negatieve sociaal-economische effecten
Agrarisch natuurbeheer en GBDA:
In essentie wordt met de beheermaatregelen die onderdeel zijn van deze KPI een opbrengstverlies geleden door omzetting van productieve richting niet-productieve grond en worden bepaalde kosten gemaakt vanwege het beheer. Als grond permanent niet-productief wordt, heeft dat ook gevolgen heeft voor de mestplaatsingsruimte. Als boeren voldoende subsidie ontvangen voor deze elementen is dat nog te overzien; zo niet dan heeft het grote gevolgen voor hun inkomen.
GBDA:
In het geval van houtige landschapselementen vanaf een bepaalde oppervlakte wordt productieve grond in feite omgezet in (semi-)permanente niet-productieve grond, omdat daar een instandhoudingsplicht (GLB) dan wel herplantplicht (Omgevingswet) voor geldt. Daarnaast is er schaduwwerking en nutriëntencompetitie van dergelijke elementen die kan leiden tot een opbrengstverlies (De Haas, 1984).