4.3 Referentiewaarden
Deze paragraaf is uitgewerkt voor de KPI eiwit van eigen land. De andere KPI’s volgen later.
Gewenste richting
Hoe hoger hoe beter.
Benchmarks
Grondsoort (klei, zand, löss, veen). Het aandeel grasland neemt toe in de volgorde zand/löss, klei en veen.
Intensiteit. In de melkveehouderij is de melkproductie per ha met name van invloed op de eiwitaanvoer via krachtvoer en aangekocht ruwvoer.
Het gemiddelde aandeel eiwit van eigen land op melkveebedrijven is 58%. De 25%, 50% en 75% percentielen zijn respectievelijk 50%, 59% en 67%. Het gemiddelde aandeel op zand/löss, klei, veen is respectievelijk 56%, 60% en 65%. Het gemiddelde aandeel eiwit van eigen land is voor melkveebedrijven met <14,14-19 en >19 t/ha respectievelijk 69%, 61% en 49%.
Technische haalbaare waarden
Theoretisch is het mogelijk om richting de 100% te bewegen, zeker als krachtvoer op het eigen bedrijf wordt geteeld. Het is echter de vraag of 100% haalbaar is vanwege het optimaliseren van het rantsoen.
Drempel en streefwaarden doelbereik
Om in de behoefte aan plantaardig eiwit te voorzien, wil de Europese Unie minder afhankelijk worden van de import van eiwitrijke gewassen als soja, en meer zelfvoorzienend worden. Voor Nederland is dit vertaald in een nationale eiwit strategie om de productie van plantaardige eiwitten en de benutting van eiwitten uit reststromen en andere bronnen te vergroten. De Nationale Eiwitstrategie heeft als doel om de komende 5 tot 10 jaar de zelfvoorzieningsgraad van nieuwe en plantaardige eiwitten te vergroten, op een duurzame manier die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving.
De commissie grondgebondenheid heeft in 2018 een doelstelling gezet om ernaar toe te werken dat per 2025 elk melkveebedrijf tenminste 65% van de eiwitbehoefte van eigen grond of op basis van buurtcontracten haalt.