/
6.3. Omschakelplan, bedrijfsplan, verdienmodel

6.3. Omschakelplan, bedrijfsplan, verdienmodel

Onder elk goed lopend bedrijf zit een goed bedrijfsplan, maar als alles in grote lijnen gaat zoals het al jaren gaat dan zit dat plan goeddeels 'in het achterhoofd'. Echt nadenken over je bedrijfsplan doe je als verandering nodig of gewenst is. Een grote verandering is de omschakeling naar biologisch. Maar ook doorontwikkeling van een bestaand biologisch bedrijf, met het oog op uitdagingen en toekomstperspectief, vergt een goed plan. Of het nu gaat om doorontwikkeling of omschakeling: het gaat erom hoe je graag wilt werken als bio-boer, over wat je beter en duurzamer wilt doen. Maar het gaat ook over hoe je na omschakeling, na de ontwikkelingen die je wilt doormaken, een voldoende renderend bedrijf hebt opgebouwd. . Hoe ga je je brood verdienen, wat is je verdienmodel ?. 

Omschakelplan

In paragraaf 5.4 leer je welke regels er gelden voor omschakeling. In de kern:

  • Er geldt een omschakelperiode van twee jaar voor Teelt en ook grasland. Voor Dierhouderij is deze periode verschillend per diergroep. 

  • Gedurende deze omschakelperiode moet de bedrijfsvoering al volledig aan alle regels voor biologisch voldoen, maar mogen de producten nog niet als biologisch worden afgezet. Producten van Teelt mogen ingaande het tweede jaar wel al afgezet als 'in omschakeling'. 

De omschakelperiode is vaak een moeilijke periode. De productie valt in het begin terug: de bodem functioneert niet meteen als biologisch ecosysteem en het hele bedrijfssysteem moet een nieuw evenwicht vinden, Tegelijk zijn de hogere kosten van biologische bedrijfsvoering er al wel, maar de hogere prijs voor het biologisch product wordt nog niet verkregen. 

Omschakelen gaat dus niet vanzelf ! Voor een succesvolle omschakeling zijn overtuiging, een goed bedrijfsplan, een goed omschakelplan en een financieel plan nodig, en vaak ook nieuwe kennis, collegiale steun en advies. Vaak ook is een nieuw afzetkanaal nodig.

 

  • Overtuiging en doel: weten waarom je het doet en waar je heen wilt, en er 100% voor gaan ! Iedere omschakelaar komt problemen en moeilijke periodes tegen. Zonder overtuiging en een duidelijk doel voor ogen is het niet makkelijk daar doorheen te komen. Er moeten keuzes worden gemaakt. Voor die keuzes heb je een denkkader nodig, moet je weten van welke normen en waarden je uitgaat, zodat je kunt afwegen wat het zwaarst weegt. In paragraaf 1.4  leer je meer over de normen en waarden waar je je bewust van kunt zijn als je de keuze voor bio maakt.

  • Bedrijfsplan: een plan voor het bedrijf zoals het er na omschakeling uitziet, inclusief bedrijfseconomische doorrekening. Zonder een plan voor een bedrijf dat voldoet aan wat je als biologische boer wilt én dat een voldoende saldo laat zien zet je de stap naar omschakeling niet.

  • Omschakelplan: een duidelijk plan voor de stappen die je in de omschakelperiode gaat zetten. Daarin hebben de formele momenten uit de SKAL-procedure een plek (zie verder par. 5.4), maar ook: wat verandert op welk moment in de omschakelperiode ? Vanaf dag één wordt er volledig biologisch gewerkt, maar niet alle veranderingen richting het nieuwe bedrijfsplan kunnen en hoeven in één keer gezet. Zo zal de overstap naar een diverser teeltplan met een groter aantal soorten teelten, of de overstap naar innovatieve methoden zoals strokenteelt, niet altijd in één keer worden gezet. Dat komt bij voorbeeld omdat niet alle aangepaste mechanisatie in één keer kan worden aangeschaft, er eerst nog kennis en ervaring moeten worden opgebouwd e.d.. Mogelijk komen andere afnemers in beeld. Mensen en organisaties kennen grenzen in hun verander-capaciteit. Probeer je eigen grenzen in te schatten en daarop een plan te maken. Heel veel moet meteen veranderen (nl. biologisch werken) maar voor veel andere veranderingen kun je je eigen tempo kiezen. Hoe mooi het plan ook is: er blijft altijd improvisatie nodig, Het weer bij voorbeeld laat zich niet plannen ....

  • Financieel plan: het bedrijfsplan is doorgerekend, maar ook het omschakelplan behoeft een financiële onderbouwing. Er verandert veel in het plaatje van kosten en opbrengsten, voor een deel tijdelijk en verschillend in het eerste en tweede jaar van omschakeling. Waarschijnlijk zal het saldo een tijdje lager zijn dan voor en na de omschakelperiode. Zijn daarvoor reserves, of zijn er nog andere inkomsten ? Is er financiering nodig, ook voor b.v. aangepaste mechanisatie of meer land ? Zijn er daarvoor subsidies of omschakelkrediet ? Hoe kijkt je bank daartegenaan ? 

  • Kennis, nieuwe relaties: omschakelen, of het maken van je plannen daarvoor, vergt vaak nieuwe kennis. Wat moet je weten om je plan te kunnen maken, wat om met biologisch aan de slag te gaan ? Welke kennis en ervaring kun je nog opbouwen in de omschakelperiode en welke daarna ? Ook hier geldt: niet alles kan en hoeft in één keer, wel goed om hier van te voren over na te denken. Kunnen sparren met andere bio-boeren kan heel belangrijk zijn; in de BD-landbouw is intercollegiale toetsing zelfs verplicht (zie par. 5.3). Welke cursussen ga ik volgen, waar vind ik relevante informatie, moet ik met een andere bedrijfsadviseur in zee, van welke organisatie(s) word ik lid ? Allemaal vragen om vooraf over na te denken.

  • Afzetkanaal: de meeste veehouders hebben een vaste relatie met een coöperatie voor de afname van hun producten. Omschakeling moet mede, vaak zelfs in de eerste plaats, mogelijk worden gemaakt doordat de coöperatie 'plaats heeft' voor een extra biologische producent binnen de afzetmogelijkheden voor biologische producenten. Er wordt vaak een bepaald groeipercentage voor biologische bedrijven aangehouden, gekoppeld aan het verwacht groeipercentage in de markt. Een afspraak over een plaats binnen deze groeiruimte gaat dus vooraf aan de beslissing om definitief om te schakelen. Omschakelen kan echter ook betekenen: afscheid nemen van de oude en vertrouwde coöperatie en overstappen op een andere, die nog wel 'plaats heeft', of naar een afzetkanaal gespecialiseerd op biologisch. In de plantaardige sector werken telers vaak langjarig samen met grote agrarische handelsbedrijven en verwerkers, vaak in de vorm van contract-teelt. Omschakelen betekent hier in de meeste gevallen ook overstappen naar een andere afnemer. Zowel in de Teelt als in de dierlijke productie is er daarnaast de mogelijkheid van een (evt. gedeeltelijke) overstap naar de 'korte keten': directe levering aan de consument of aan winkelbedrijven, horeca en andere afzetkanalen in de directe omgeving. Onder Bedrijfsplan: verdienmodel (hieronder) vind je meer hierover.

     

Verdieping bedrijfs- en omschakelplan

hulpmidddelen voor bedrijfs- en omschakelplan

Voor de advisering over en ondersteuning van omschakeling gebruiken adviseurs modellen en rekentools die, als onderdeel van hun bedrijfsvoering, niet worden gedeeld. Voor gebruik in het onderwijs is een vereenvoudigd model gemaakt voor een omschakelplan van een melkveehouderij. In dit model gaat het bedrijf één-op-één, zonder verdere aanpassingen, over van gangbaar naar biologisch. Wat betekent dit 'onder de streep' voor het saldo van dit bedrijf ? Met dit omschakel-rekenblad kun je een vereenvoudigd omschakelplan voor een melkveebedrijf doorrekenen: Omschakelplan voor de melkveehouderij (auteur Durk Oosterhof, Nordwin college).

Een hulpmiddel bij het maken en doorrekenen van het omschakel- en bedrijfsplan is het zgn. KWIN (handboek Kwantitatieve Informatie), dat rekentools en kengetallen bevat voor saldo- en kostprijsberekeningen. Er is een KWIN Veehouderij, met aparte modules Rundvee, Melkgeiten, Varkens en Pluimvee, en er is een KWIN-AGV (akkerbouw en vollegronds groenteteelt). De KWIN-module Rundvee en de KWIN-AGV bevatten kengetallen voor de saldo-berekening van biologische bedrijven.

De KWIN-handboeken zijn niet gratis (open access) beschikbaar maar moeten worden worden aangeschaft, als boek of online via een abonnement (met steeds de actuele kengetallen). De vier groene Hogescholen en een aantal AOC hebben reeds een abonnement, dus vraag dit na bij je vakdocent.

Voor de KWIN Veehouderij zie Handboek Kwantitatieve Informatie Veehouderij KWIN.

Voor de KWIN-AGV zie Handboek Kwantitatieve Informatie Akkerbouw-Vollegronds groenteteelt kwin-agv.

Bedrijfsovername

Bedrijfsovername kan een goed moment zijn om te denken over omschakeling naar bio. De volgende generatie wil dan de stap naar een meer duurzame bedrijfsvoering zetten, en/of kiest voor een ander verdienmodel. Bedrijfsovername is echter vaak een behoorlijk ingewikkeld proces. Veel info daarover vind je in dossier bedrijfsovername op Groen Kennisnet .

verdieping financiering en subsidie-mogelijkheden

Heel veel informatie over mogelijkheden voor financiering en subsidies van/voor innovaties, investeringen en omschakeling vind je op de Groenpact-pagina Ik zoek naar financiering. Hier vind je Europese, landelijke en provinciale regelingen. Vooral de provincies bieden vaak interessante mogelijkheden.

Er zijn ook diverse mogelijkheden voor private financiering, aangepast voor of speciaal ontwikkeld voor duurzame, en met name biologische, bedrijven. Meestal houden deze een directe band tussen financier en ondernemer in: het gaat om het mobiliseren van kapitaal dat mensen beschikbaar willen stellen voor duurzame landbouw. Een goed overzicht biedt de brochure Financiering voor duurzame landbouwbedrijven .

subsidies, overheidsfinanciering

RVO biedt een pagina aan met informatie over biologisch ondernemen. Daar vind je ook informatie over alle regelingen die openstaan voor biologische bedrijfsvoering, met name ook voor omschakelaars: https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzame-landbouw/biologisch-ondernemen#regelingen-die-u-helpen-om-biologisch-te-ondernemen .

Subsidies en financieringsmogelijkheden die ook (maar niet specifiek) voor biologische bedrijven interessant kunnen zijn:

bankfinanciering

De RABO-bank is ‘om’, en kiest voor duurzaam perspectief als voorwaarde voor financiering. In https://www.rabobank.nl/nieuws/011405591/rabobank-zet-duurzaamheid-centraal-bij-financiering-agrofoodsector zie je dat beoordeling van kredietverlening behalve op kredietwaardigheid ook op duurzaamheidsprestaties gaat gebeuren. De bank stelt een pakket leningen van 3 miljard euro ter beschikking voor leningen op duurzaamheidscondities, met gunstige voorwaarden als een lagere rente en aflossingsvrije perioden. Biologische bedrijfsvoering wordt nadrukkelijk als één van de paden naar duurzaam bedrijfsperspectief genoemd.

Hoe dat kan uitvallen lees je hier: https://www.rabobank.nl/kennis/d011337191-biologisch-boeren-is-transparant-en-maatschappelijk-gewenst. Zie ook interessante opmerkingen over het managen van de omschakeling.

Ook de Triodosbank heeft een visie op financiering van duurzame, met name ook biologische, landbouw: https://www.triodos.nl/artikelen/2021/overstappers-naar-biologische-landbouw-verdienen-steun-beleggers . De bank verleent onder meer omschakelkredieten tegen gunstige voorwaarden uit het Groenfonds, een fonds voor duurzaam beleggen https://www.triodos.nl/beleggen/groenfonds .

Toegang tot land

Eén van de grootste uitdagingen voor startende en doorontwikkelende bedrijven is vaak: hoe kom je aan land ? Zeker starters en doorontwikkelaars zonder wortels in de agrarische sector hebben daar vaak een probleem mee. Voor biologische ondernemers speelt mee dat te hoge grondlasten kunnen dwingen tot een intensievere bedrijfsvoering dan wenselijk. Over de mogelijkheden om aan grond te komen voor duurzame bedrijfsvoering gaat de brochure Toegang tot land voor duurzame landbouwbedrijven .

Goed nieuws: het Rijksvastgoedbedrijf bevoordeelt boeren die bewezen duurzaam boeren bij het uitgeven van grond in geliberaliseerde pacht. (Geliberaliseerde pacht betekent dat de grond openbaar de markt op wordt gebracht. Via biedboek.nl kunnen boeren op een kavel pachtgrond bieden. Deze pachtvorm is kortlopend met een maximale duur van zes jaar) . Een duurzaamheidscertificaat telt mee in je bod, waardoor niet automatisch de hoogste bieder het pachtcontract krijgt.

De weging hangt af van het effect van een certificaat op biodiversiteit, bodemkwaliteit en waterkwaliteit volgens de WUR en stichting Milieukeur:

  • Skal / biologisch: 15%

  • On the way to planet proof (grondgebonden teelt): 10%

  • On the way to planet proof (melk) 5%

  • Eén ster beter leven (melk): 4%


Deze percentages worden in drie jaar verdubbeld, zodat het voordeel van een certificaat nog groter wordt.

Bovendien blijft grond die voor biologisch landbouw wordt verpacht vanaf dan biologisch. Op deze manier helpt het Rijksvastgoedbedrijf mee aan de biologische ambitie van het ministerie van LVVN.

Deze maatregel heeft veel impact, want eerder schreven biologische boeren niet zo snel in op kortlopende geliberaliseerd pachtcontracten. Omschakelen naar biologisch kost 2 jaar, en het duurt zeker nog een paar jaar voordat de grond echt 'gewend' is aan biologisch. Het risico dat je na deze investeringen na afloop van een korte pachtperiode het land weer kwijt bent en de volgende boer het weer gangbaar gaat beboeren, is dan veel te groot. Met deze maatregel wordt dat voorkomen, wat heel goed nieuws is. https://www.rijksvastgoedbedrijf.nl/actueel/nieuws/2024/07/22/rijksvastgoedbedrijf-verduurzaamt-grondportefeuille

 

Verdieping financiële ruimte nieuw GLB

Het financieel perspectief en de ontwikkelkansen voor de biologische landbouw worden ook bepaald door de subsidies op basis van het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid GLB. In 2023 is een nieuw GLB in werking getreden.

Binnen de zgn. eerste pijler, de hectaresteun, wordt de basispremie per hectare lager. Voor het krijgen van die hectaresteun moet je aan nieuwe voorwaarden voldoen die een meer agro-ecologische werkwijze vereisen. Die voorwaarden worden in de regelingen ‘conditionaliteiten’ genoemd. De biologische praktijk past goed bij deze conditionaliteiten. Niet-productieve  onderdelen als hagen, boomsingels en permanent groene akkerranden tellen voortaan mee bij de ha. waarvoor je de premie kunt aanvragen, zodat het aantrekkelijker wordt om deze als 'eco-systeemdienst' in het bedrijfsplan op te nemen. 

Een deel van de eerste pijler komt bovendien beschikbaar als eco-regeling: subsidie die je alleen krijgt als je bepaalde vergroeningsmaatregelen neemt. Volgens een puntensysteem kan dit een lagere of hogere bijdrage uit de eco-regeling betekenen. Biologische bedrijven voldoen echter automatisch aan alle onderdelen van de eco-regeling en krijgen dus de de hoogste bijdrage hieruit ('green by definition'). Zij hoeven dus ook geen aanvraag te doen voor de afzonderlijke maatregelen in de eco-regeling, wat veel administratieve last scheelt. Dit is een belangrijke winst van het nieuwe GLB.

De zgn. tweede pijler (niet-hectaregebonden subsidieregelingen) wordt geleidelijk groter ten opzichte van de eerste pijler. Hierin valt onder meer het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer ANLb, Hiervoor komt dus meer ruimte. Veel biologische boeren doen mee aan het ANLb, b.v. via agrarische natuurverenigingen.

Op https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb-2023 vind je actuele informatie over het nieuwe GLB en over de regelingen die daaronder vallen.

Hier vind je meer over de voorwaarden waaraan ieder bedrijf moet voldoen om de basispremie te krijgen én om de eco-regeling en ANLB aan te vragen: https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb-2023/conditionaliteiten#de-conditionaliteiten-op-een-rij

Hier vind je welke eco-activiteiten er zijn: https://www.rvo.nl/onderwerpen/eco-regeling/eco-activiteiten . Eco-activiteit 23 luidt: biologisch bedrijf. Is het hele bedrijf SKAL-gecertificeerd of in omschakeling dan ga je automatisch voor goud (hoogste premie uit de eco-regeling) en hoef je niet aan te vragen op de afzonderlijke eco-activiteiten. Maar: omvat het bedrijf zowel bio als gangbaar dan moet wel op de afzonderlijke activiteiten worden aangevraagd. Een informatief webinar over wat de eco-regeling practisch voor de agrarisch ondernemer met zich meebrengt vindt je hier: webinar Alles over de eco-regeling (op Groen Kennisnet) .

Op onderdelen is er samenhang tussen conditionaliteiten, eco-activiteiten en ANLB-maatregelen. Die kan ertoe leiden dat b.v. deelnemers aan ANLB bepaalde eco-activiteiten anders mogen uitvoeren. Info hierover vind je hier: https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb-2023/samenhang Dit is allemaal behoorlijk complex. De pagina bevat een rekentool (cumulatietabel), maar inzet van je adviseur kan nodig zijn.

Voor actuele informatie over aanvraag en procedures zie https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/glb-2024 . Voor de actuele bedragen van de subsidies https://www.rvo.nl/onderwerpen/glb/tarieven-en-uitbetaling-glb-2023#voorlopige-tarieven . Met deze bedragen kun je rekenen in het financieel plaatje voor het bedrijfs- of omschakelplan.

Nieuw GLB Vlaanderen

Ook in Vlaanderen is de nieuwe invulling van het GLB vanaf 2023 vastgesteld. Veel keuzes komen overeen met de Nederlandse, maar op onderdelen zijn er verschillen. Deze hebben gevolgen voor de biologische bedrijven.

https://www.biojournaal.nl/article/9484581/groen-licht-voor-vlaams-strategisch-plan-o-a-fors-hogere-omschakelingspremie-vanaf-2023/

 


advies

Bijna altijd worden bij de omschakeling adviseurs ingeschakeld, en dat geldt ook als je als bestaand bio-bedrijf wilt doorontwikkelen. Vaak is dat advies van de adviseurs die toch al over de vloer komen: van de voer- en zaadleverancier, van de melk-coöperatie of de slachterij, de grote afnemer, de eigen accountant. Niet iedere adviseur weet echter genoeg over biologisch, en niet iedere adviseur staat daar positief tegenover. Er zijn adviseurs die op de (overstap naar) biologisch gespecialiseerd zijn.  Die kun je inschakelen om alle mogelijkheden goed in beeld te krijgen en door te rekenen, en om tot klaarheid te komen of je de stap naar biologisch echt wilt zetten. Zij kunnen je ook helpen met een goed bedrijfsplan en omschakelplan. Zie voor een aantal bekende adviseurs de Verdieping.

Bedrijfsplan: verdienmodel, afnemers

Wat bepaalt uiteindelijk hoe het plan voor je bedrijf eruit ziet, en vooral, hoe je daar je brood mee gaat verdienen, dus wat je verdienmodel wordt ? In de eerste plaats natuurlijk alle regels en alle kennis over wat goede biologische landbouw is. Daarover leer je in de hoofdstukken 2 (bodem), 3 (Teelt) en 4 (Dierlijke productie). Maar voor het verdienmodel is een ook goed beeld van de afzet essentieel. Omschakelen betekent vaak ook andere afzetkanalen, en omgekeerd bepalen de mogelijkheden voor afzet ook de ruimte om om te schakelen. Maar ook grote ontwikkelingen, zoals een breder en diverser teeltplan, vergen nadenken over de afzetmogelijkheden. 

Onder Omschakelplan (hierboven) is al ingegaan op de veranderingen in het afzetkanaal bij omschakeling: binnen de eigen coöperatie als daar plaats voor is, naar een andere coöperatie, naar een andere groothandel of verwerker, andere leveringskanalen in de korte keten. Voor het verdienmodel is dit essentieel: de beslissing om over te stappen, of een grote ontwikkelstap te zetten, zal meestal niet worden genomen zonder afspraak of contract met de (of: een nieuwe) coöperatie, het groothandelsbedrijf enz.. Daarbij worden ook afspraken gemaakt over de meerprijs voor biologische producten. Dit zijn ingewikkelde stappen, en juist hier is vaak advies en begeleiding nodig. Een paar hoofdlijnen:

  • melkveehouderij: de meeste afzet gaat via een paar grote coöperaties, zoals Eko-Holland, FrieslandCampina en Arla. Deze coöperaties melden op hun sites weinig over de mogelijkheden voor omschakeling, maar Friesland Campina is wel heel transparant over de prijsopbouw voor o.m. biologische en biologisch-dynamische melk. Eko-Holland is een coöperatie van ong. 250 biologische melkveehouders. De melk die gezamenlijk wordt geproduceerd, wordt verwerkt door een tiental verwerkers. Eko-Holland meldt de prijsopbouw op zijn site. De coöperatie meldt nog op zoek te zijn naar nieuwe leden (biologisch gecertificeerde melkveehouders).

  • Teelt: Nautilus is een coöperatie die helemaal voor de biologische sector werkt. Biologische telers zijn lid. De coöperatie bemiddelt tussen telers en afnemers en maakt hen direct afnemen bij de teler mogelijk. Binnen de biologisch-dynamische landbouw is Odin een coöperatie van leden-consumenten die winkels onderhoudt en vaste relaties onderhoudt met producenten. Agrico is een grote coöperatie van aardappeltelers met een groot aanbod biologische tafel- en pootaardappelen. Green Organics is een grote inkoper voor verwerking en groothandel.


bedrijfsplan: verbreding, multifunctionele landbouw

Tot slot: overweeg ook eens of de opbrengst van de primaire productie (teelt, dierlijk) de enige basis van het verdienmodel wordt. Veel ondernemers hebben ook neveninkomsten. Nogal wat ondernemers, en/of zijn/haar partner, hebben nog een baan in (meestal)  deeltijd naast het boerenbedrijf. Soms noodgedwongen, omdat het inkomen anders te laag is, maar vaak genoeg ook als positieve keuze: om meer te halen uit de opleiding, ook andere ervaringen op te doen, de blik te verbreden. Denk alleen al aan de vele leraren in de agrarische vakken die ook een eigen bedrijf hebben. Ook als het bedrijf door mechanisatie of schaal niet meer alle tijd vergt is dit een mogelijkheid om het verdienmodel te verbreden.

Een andere mogelijkheid is andere bedrijfsmatige activiteiten het bedrijf in te halen en zo het verdienmodel te verbreden. Dit wordt multifunctionele landbouw genoemd. Denk aan vormen van zorg, een boerderij-camping of andere recreatie-aanbod. Er zit flink de groei in multifunctionele landbouw. Op dit moment heeft al ruim een derde (37%) van de agrarische bedrijven zo'n neventak. Lang niet allemaal biologische bedrijven, maar naar verhouding zijn waarschijnlijk meer biologische bedrijven multifunctioneel dan gangbare. Bio-bedrijven liggen vaak in landschappelijk aantrekkelijke gebieden, combineren intensieve met extensieve activiteiten (begrazing van natuurgebieden, gebruik van beheersgrond e.d.) en/of doen aan agrarisch natuurbeheer. Dat maakt ze aantrekkelijk voor recreanten. Ook hebben nogal wat bio-boeren affiniteit met zorg. In de Verdieping vind je meer informatie over multifuctionele landbouw.

 

Related content

5.5. Regels voor omschakeling
5.5. Regels voor omschakeling
More like this
6.4. Perspectief
More like this
6.2. Ontwikkeling biologisch: aanbod - vraag
6.2. Ontwikkeling biologisch: aanbod - vraag
Read with this
5. Regelgeving, certificatie, omschakeling
5. Regelgeving, certificatie, omschakeling
Read with this