Grasvelden
-
Brown patch —
De symptomen zijn donkere ringen van afstervend gras, droogte plekken en door wit verkleuring aangetast gras.
-
Dollarspot —
De ziekte geeft een lichte verkleuring van de blaadjes van het gras.Later ontstaan lichte plekken, die op een dauwnatte ochtend bezet kunnen zijn met mycelium of schimmelpluis.
-
Emelten —
Emelten zijn pootloze larven van langpootmuggen. Ze zijn zeer polyfaag (hebben veel voedselplanten). Emelten komen vooral voor op gescheurd grasland.
-
Engerlingen —
Engerlingen zijn de drie tot vijf cm lange larven van meikevers, junikevers en rozenkevers. De meikever larven zijn vuilwit tot lichtgelig van kleur.
-
Graswortelknobbelaaltje - granen —
Het graswortelknobbelaaltje heeft eenzaadlobbige gewassen als waardplant. Volgens het aaltjesschema geeft het veel schade in ui, zomertarwe en in suikerbiet.
-
Kroonroest —
Kroonroest tast voornamelijk Engels raaigras aan. Het treedt in de tweede helft van het groeiseizoen op, als de grasgroei vermindert en het gras langer dauwnat is.
-
Mol —
Het meest opmerkelijk zijn de krachtige voorpoten, die naar buiten gedraaid staan en verbreed zijn met een extra vinger. Het lichaam is vrijwel geheel cilindervormig. De snuit is lang en kegelvormig.
-
Ritnaalden —
Ritnaalden zijn de tot drie cm lange dunne, harde, geel tot donkergeel gekleurde of koperkleurige larven van de kniptor. Vanwege hun kleur worden deze larven ook wel koperwormen genoemd.
-
Ronde plekkenziekte - Take-all patch —
Vooral struisgrasssen zijn gevoelig. De ziekte is te herkennen aan de lichte bronskleurige min of meer ronde aantastingsplekken.
-
Rooddraad —
In het grasveld ontstaan kleine plekjes van dode grassprieten gemengd met nog levende blaadjes. De aantasting is licht van kleur maar kan ook roze achtig gekleurd zijn.
-
Rouwvlieg —
Rouwvliegen zijn geen echte vliegen maar behoren tot de muggen. De meest bekende vertegenwoordigers zijn de maartse vlieg en de gewone rouwvlieg.
-
Rozenkever - Johanneskever —
De rozenkever is 8 tot 12 mm lang, roodbruin van kleur met een metaalkleurig groen halsschild. De rozenkever behoort net als de meikever tot de familie van de bladsprietkevers.
-
Sneeuwschimmel —
Op het gazon vormen zich verslijmde, grauwe plekken, die later bruin tot geelbruin verkleuren, Op de bladeren ontstaan eerst waterige vlekken, die later oranjebruin worden. De bladeren plakken aan elkaar.
-
Weidekringzwam —
In het gras zijn groter wordende cirkels van slecht groeiende plekken te zien. De binnenste ring heeft een groene kleur.