Wilgenhaantje

De larven skeletteren het blad, waarbij de bovenopperhuid intact blijft. Dit noemen we venstervreterij. Daarnaast vreten ze ook aan de bast van jonge twijgen en knoppen. Hierdoor kunnen takken afsterven. De imago’s vreten gaten in de bladeren.

Omdat er meerdere generaties per jaar zijn, kunnen bij een zware aantasting jonge bomen afsterven. De eieren zijn geelbruin van kleur en worden in dubbele rijen van ca. 20 stuks aan de onderzijde van het blad afgezet. De larven zijn donkergrijs van kleur en 5 - 7 mm lang.

Het imago heeft een lengte van 4-5 mm. Het lichaam is afgerond en heeft een metalen glans. Er zijn twee soorten. De bronzen wilgenhaan (Phyllodecta vitellinae) heeft een bronskleur. De blauwe wilgenhaan (Phyllodecta vulgatissima) heeft een blauwgroene kleur.

De imago's overwinteren in de schorsspleten en onder afgevallen blad. In april komen ze tevoorschijn en beginnen aan de bladeren te vreten. Spoedig worden de eieren afgezet. In mei zijn de larven te vinden die zich in grote getalen voeden met het bladmoes (venstervreterij). De verpopping vindt in de grond plaats. In juni verschijnen er weer imago's. Hierna volgt een tweede generatie. Door het overlappen van de generaties zijn er in het groeiseizoen imago's en larven te vinden. Onder gunstige weersomstandigheden is zelfs een derde generatie mogelijk. In het najaar trekken de imago's zich terug naar de schuilplaatsen voor de winter.

• Op kleine schaal zijn de kevers uit de bomen te schudden. 

• Afgevallen blad verwijderen.