Bollenmijt - Zantedeschia

Gewas:

Wetenschappelijke naam: Rhizoglyphus echinopus

Groep: Mijten

Schade door bollenmijt in ZantedeschiabladBollenmijt in Zantedeschia. Poederknollen opgevreten door mijt

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo

 

Herkenning
 

Bollenmijten kunnen Zantedeschiaknollen tijdens de bewaring aantasten waardoor de knollen volledig kunnen veranderen in poederknollen. Poederknollen kunnen ontstaan doordat de mijten een door Pectobacterium (voorheen Erwinia) aangetaste of versteende knol opvreten maar ook doordat ze zelf actief een gezonde knol opvreten, ook bij lage temperaturen.

Naarmate een knol ouder is en meer vellen, hoekjes en gaatjes heeft komt er meer aantasting voor. Mijten kunnen ook in de spruit aanwezig zijn en deze aantasten. Blad dat hieruit groeit vertoont gaten en vergroeiingen. Een mijtaantasting kan er ook voor zorgen dat knollen aan het eind van de bewaring niet willen uitlopen: de spruit is aangetast.

Levenswijze

Bollenmijt is algemeen in de bodem van bollenpercelen aanwezig en komt met de knollen mee in de bewaring. Omstandigheden zoals gezondheidstoestand van de knollen, aantallen mijten en het klimaat (temperatuur en luchtvochtigheid (RV)) waarin de knollen worden bewaard zijn bepalend voor het optreden van de aantasting. In goed gegroeide jonge partijen die vanaf het rooien direct droog worden bewaard komt aantasting nauwelijks voor.

Vochtige bewaring bij relatief hoge temperatuur met veel dood organisch materiaal (bladresten) bevordert de aantasting

 

Maatregelen
  • droog de knollen snel na het rooien
  • zorg voor een niet te hoge luchtvochtigheid tijdens de warme bewaring
  • er zijn ervaringen met een heetstookbehandeling (1 dag 43°C) waarbij een goede mijtdoding optreedt, er kan echter ook schade of verlies van bloemen optreden. Doe voorzichtig ervaring op met deze methode.