Aftakelingsziekte - pear decline
Gewas: Peer
Wetenschappelijke naam: Fytoplasma's
Groep: Bacteriën
Slow decline, enkele kwijnende bomen tussen gezonde | Roodverkleuring van bladeren en vruchten in de zomer, een begin van pear decline |
Quick decline, plotseling afsterven van bomen, in dit geval op de gevoelige onderstam BP1 | Quick decline, plotselinge verwelking van bladeren |
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
© Copyright PPO, NVWA (PD), DLV, KAD, Landbrugsinfo
Pear decline, ook wel aftakelingsziekte genoemd, is een ziekte die in Canada voor het eerst in 1948 is beschreven. De aantasting lijkt sterk op de in Nederland bekende zaailingziekte en verondersteld wordt dat het dezelfde ziekte betreft.
De ziekte wordt veroorzaakt door fytoplasma's die de zeefvaten aantasten. Door degeneratie van de zeefvaten wordt het transport van assimilaten naar de wortels geremd, waardoor de bomen verzwakken. De ziekte wordt meestal zichtbaar in de herfst wanneer het blad aan de bomen al zeer vroeg paarsrood verkleurd, terwijl het blad aan de omringende bomen nog fris groen is. Vaak ontbreekt deze paarsverkleuring en vertonen bomen alleen een kwijnend uiterlijk.
Bomen kunnen zelfs nog jaren blijven leven, maar geven vaak een lagere productie, minder groei en hebben een slechtere bladstand. Soms gaan de bomen langzaam dood (slow decline), soms plotseling (quick decline) in één zomer. In de loop van de tijd is gebleken dat vooral de gevoeligheid van de onderstam bepaalt of pear decline schadelijk is. De onderstam Kwee (Cydonia oblonga) is een slechte waardplant voor fytoplasma's. Zo hebben perenbomen op Kwee weinig last van pear-decline.
Fytoplasma's zijn kleine primitieve bacteriën met een afmeting van 100-1000 nanometer. In tegenstelling tot gewone bacteriën bezitten ze geen stevige celwand, maar zijn ze omgeven door een soepel membraan. Daardoor kunnen fytoplasma's allerlei vormen aannemen. Fytoplasmaziekten kunnen, evenals virusziekten, overgebracht worden door insecten of via enten. Bij pear decline is perenbladvlo waarschijnlijk de overbrenger. Ook cicaden kunnen fytoplasma's overbrengen.
Fytoplasma's kunnen zich uitsluitend in de zeefvaten vermeerderen. In de winter worden geen nieuwe zeefvaten gevormd, dus de ontwikkeling van de populatie komt in de winter tot stilstand, mogelijk neemt de populatie in de winter zelfs af. Dat is ook de reden waarom de ziekte wel een aantal jaar aanwezig kan zijn voordat de boom sterft. In het voorjaar, wanneer de sapstroom weer op gang komt en nieuwe zeefvaten ontstaan, kunnen de fytoplasma's vanuit de wortel weer in het bovengrondse deel van de boom doordringen. Herinfectie van de boomkruin kan ook optreden door de overdracht van het fytoplasma door perenbladvlooien vanuit waardplanten, zoals hoogstamperenbomen op zaailingonderstammen, in de omgeving van de boomgaard.
Er zijn geen maatregelen om Pear decline te bestrijden. Maatregelen richten zich op het voorkomen van de ziekte.
Daarvoor zijn belangrijk:
- Het starten met gezond, gecertificeerd virusvrij uitgangsmateriaal.
- Het gebruik van weinig gevoelige onderstammen, zoals Kwee.
- Het verwijderen van zieke bomen.
- Een goede bestrijding van perenbladvlooien