Aardbeimijt
Gewas:Â Aardbei
Wetenschappelijke naam:Â Phytonemus pallidus spp. fragariae
Groep:Â Mijten
Â
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Aardbeimijten komen voornamelijk op glasgroentegewasen voor, vandaar de engelse naam `Cyclamen mite'. Ze zijn erg klein (0,25 mm) en zitten in de opgevouwen bladeren in het hart van de plant. Door een loep bekeken, lijken het net kleine waterdruppeltjes. Maar deze waterdruppeltjes bewegen! Mijten zijn in de jonge opgevouwen blaadjes in het hart van de plant waar te nemen. Dit jonge blad verschrompelt. Het groeipunt van de plant wordt dof en blauwgroen van kleur. Het hart van de plant wordt bruin. Later worden de bladeren bronskleurig en tenslotte gespikkeld bruin. Aangetaste planten produceren korte, gedrongen bloemstengels die niet uitgroeien. Bladeren, en in een later stadium ook vruchten, zijn misvormd. |
Levenswijze |
---|
De volwassen vrouwtjes overwinteren op beschutte plaatsen in het hart van de plant. Als half maart de temperatuur oploopt, gaan de mijten naar de jonge nog opgevouwen blaadjes. Hierop worden de doorzichtige eieren in lange rijen langs de bladnerven afgezet. De larven, die uit de eieren komen, vervellen enige malen. Na twee tot drie weken verschijnen de volwassen mijten. In de buitenteelt kunnen 4-6 generaties per jaar voorkomen. In augustus en september zijn er de meeste mijten. Bij de beschermde teelt zijn meer generaties per jaar mogelijk. In de beschermde teelten wordt de piek van het aantal volwassen mijten eerder in het seizoen bereikt, namelijk in juni of juli. |
Maatregelen |
---|
Start met gezond, gekeurd plantmateriaal. Verricht regelmatig waarnemingen. Aangetaste planten moet u in plastic zakken afvoeren en vernietigen. Voer zonodig een bespuiting uit.
|
Meer informatie |
---|
|
Â