3.3.1 Black Soldier Fly

Zoals in hoofdstuk 2.1 beschreven heeft de Black Soldier Fly een uitgebreide levenscyclus. Na het eistadium, volgen 6 larvale stadia, gevolgd door een prepop-, pop- en volwassenstadium. Dit hoofdstuk beschrijft het productieproces (de fokkerij, kweek) van de larven. Vervolgens wordt onderscheid gemaakt tussen oogsten voor productie of oogsten voor reproductie. In het eerste geval zijn de larven het eindproduct dat gebruikt wordt voor food, feed en non-food. In het tweede geval ontwikkelen de larven tot vliegen die zorgen voor een nieuwe generatie.

Het productieproces van de larven

Het productieproces start bij de eitjes. De eitjes zijn ca. 1 mm lang en wit. Wanneer de eitjes rijpen worden ze geel met twee stippen erop. Het uitkomen van de eitjes duurt ca. 3-4 dagen wanneer er ideale omstandigheden zijn. De larven krijgen de eerste 5-7 dagen voer van hoge kwaliteit. Dit voer moet vochtig zijn, maar niet te nat. Omdat het voer in een warme omgeving het risico loopt op de groei van microben of schimmels, is het belangrijk het voer maximaal een dag voordat de eitjes uitkomen, te verstrekken.

Na de eerste 5-7 dagen is het voer op en kunnen de larven verdeeld worden over meerdere kratten. De larven zijn van 0,02 mg gegroeid tot larven van 1-10 mg. De voeding van deze oudere larven is van belang voor de groei. Hoofdstuk 4.2 besteed aandacht aan de voeding van larven.

Oogsten voor productie

Wanneer de temperatuur in de krat naar kamertemperatuur gaat, betekent dit dat de larven genoeg gegeten hebben. Afhankelijk van de omstandigheden duurt dit enkele dagen tot weken. De larven kunnen geoogst worden. Dit gebeurt met een zeef: handmatig of meer geautomatiseerd. Om te kunnen zeven is het nodig dat het substraat droog genoeg is. Onder optimale omstandigheden is dit gebeurd door de warmte van de larven.

De opbrengst is in een gunstig geval ca. 15-20 kg levende larven per m² in twee weken.

Oogsten voor reproductie

Wanneer de larven zullen door ontwikkelen tot vliegen om uiteindelijk eitjes te leggen, gebeurt het oogsten in het pop-stadium. Ook hier is zeven een mogelijkheid. Je oogst daarmee larven en pre-poppen. Vervolgens kan gekozen worden voor wassen in koud water. De pre-poppen zullen blijven drijven, in tegenstelling tot de larven. Een tweede optie voor het oogsten is het toevoegen van water aan de kweekbak. De larven zullen hieruit proberen te ontsnappen. Deze manier wordt ook wel self-harvesting/ zelf-oogsten genoemd. Niet alle larven zullen echter uit de kweekbak komen. Ook het natte substraat dat overblijft kan een probleem vormen, afhankelijk van de landelijke wetgeving.

De natte pre-poppen moeten in een bak met droog substraat worden geplaatst. Zolang ze nat zijn, zullen ze proberen te ontsnappen. Bij een temperatuur van 27°C zal het 8-10 dagen duren voordat de pre-poppen verpoppen. Zorg voor een kooi waaruit de vliegen niet kunnen ontsnappen. Dit kan door een krat met poppen in een kooi te plaatsen. Hierdoor bestaat echter de mogelijkheid dat de vrouwelijke vliegen na uitkomst eitjes gaan leggen in de krat, in plaats van op de speciale plek voor het leggen van eieren. Dit kan voorkomen worden door een kooi te gebruiken met een donker en licht gedeelte. De uitgekomen vliegen zullen naar het licht vliegen en worden ontmoedigd om terug te gaan.

Er is een aantal dingen noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de mannetjes en vrouwtjes vliegen gaan voortplanten. Allereerst is dit licht. De hoeveelheid en het type licht is bepalend voor de hoeveelheid bevruchtte eitjes. Voor een stabiele productie kan gebruik gemaakt worden van kunstlicht. De plek voor het leggen van eieren is ook essentieel. Je kunt de vrouwtjes naar een specifieke plek lokken met lokaas (bijv. kippenvoer met water). Om de natuurlijke plek na te bootsen, wordt gezorgd voor gaten en scheuren waarin het vrouwtje haar eitjes kan leggen. Ook worden vrouwtjes vliegen aangetrokken tot plekken waar al eitjes gelegd zijn. Dit kan nadelig zijn als er andere plekken in de kooi gebruikt worden.