4.2 Impact en handelingsperspectief
Deze paragraaf is uitgewerkt voor de KPI eiwit van eigen land. De andere KPI’s volgen later.
Handelingsperspectief
Hieronder staan maatregelen beschreven via welk soort maatregelen boeren de KPI prestaties kunnen verbeteren.
Op hoofdlijnen zijn er twee sporen. Ten eerste het verhogen van de eiwit productie van eigen land en ten tweede het verlagen van de eiwitopname van de veestapel.
Concrete maatregelen zijn:
verhogen van het aandeel grasland in bouwplan
Verhogen aandeel vers gras in rantsoen
Verhogen grasopbrengst
verlagen jongveebezetting
Verlagen RE/VEM-verhouding rantsoen
Verlagen van het krachtvoergebruik
Vergroten oppervlakte
Positieve neveneffecten
Het verhogen van het aandeel eiwit van eigen land draagt bij aan optimaal landgebruik (schaarse bronnen). Het verhogen van het aandeel grasland kan daarnaast positief bijdragen aan klimaat, water en biodiversiteit. Het verhogen van het aandeel vers gras (via beweiding) in het rantsoen en het verlagen van de jongveebezetting kan tot een lagere NH3 emissie (biodiversiteit) leiden
Mogelijke afwentelingen
Verhogen van het aandeel vers gras (via beweiding)heeft mogelijk negatieve effecten op waterkwaliteit (nitraatuitspoeling)en lachgasemissies.
Als verhogen van de graslandopbrengst het gevolg is van hogere bemesting, kan dit gepaard gaat met hogere stikstofverliezen (ammoniak, nitraat, lachgas).
Positieve sociaal-economische effecten
Het verlagen van de jongveebezetting en het krachtvoergebruik kan tot lagere kosten leiden.
Negatieve sociaal-economische effecten
Het verwerven van meer grond om eiwit eigen land te verhogen kan bedrijfseconomisch niet altijd uit.