Aardbei

Het chrysantenbladaaltje (Aphelenchoides ritzemabosi) en het aardbeibladaaltje (Aphelenchoides fragariae) zijn in Nederland de meest belangrijke soorten (in de vollegrond). Er zijn meerdere gewassen die door één of beide soorten kunnen worden aangetast, waaronder aardbei.

De aardbeibloesemkever wordt aangetroffen in diverse roosachtigen, maar kan vooral schade veroorzaken in aardbei, braam en framboos. De belangrijkste schade die wordt veroorzaakt is het afbreken en afvallen van de bloemknoppen. 

Aardbeimijten komen voornamelijk op glasgroentegewasen voor, vandaar de engelse naam `Cyclamen mite'. Ze zijn erg klein (0,25 mm) en zitten in de opgevouwen bladeren in het hart van de plant.

Californische trips komt op veel verschillende plantensoorten voor, waaronder veel groentegewassen. Tripsen zuigen bij voorkeur aan bloemknoppen en groeipunten, maar komen ook voor op de bladeren.

De Gele Rozenluis komt wereldwijd voor. Het is een luis van 2,5 mm lang met een glanzend licht- tot donkergroen lichaam en een bruingele kop.

Verkleuringen en afsterving met een pluizig, bruingrijs schimmelpluis op allerlei bovengrondse plantendelen, bladval bij coniferen. Bij aanraking komt een stofwolkje (sporen) vrij.

Meeldauw in aardbei wordt veroorzaakt door de schimmel Sphaerotheca macularis. Bij een beginnende aantasting krijgt het blad een gevouwen stand. De bladranden krullen ongelijk om naar boven.

Het aaltje veroorzaakt in het veld groeiremming, die meestal plaatselijk zichtbaar is. Aangetaste planten hebben worteltjes met kenmerkende knobbeltjes.

Stengelaaltjes komen voor op klei, zavelgronden, leemhoudende zand en dalgrond. In het loof is de aantasting herkenbaar aan verkorting en verdikking van stengeldelen. In bladoksels worden soms gallen aangetroffen.

Stengelbasisrot wordt veroorzaakt door de schimmel Phytophthora cactorum. De schimmel dringt de plant binnen op het moment dat er wonden zijn. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het moment van planten, bij hagel of bij ontranken.

Verwelkingsziekte wordt veroorzaakt door Verticillium soorten. Verticillium dahliae en V. albo-atrum komen in zeer veel tuinbouwgewassen voor. Hieronder zijn vele boomkwekerij-gewassen, kruidachtige gewassen, aardappelen en diverse tuinbouwgewassen.

De aaltjes leven vrij in de grond en voeden zich door te zuigen aan de wortels (haarwortels) van de planten. Ze veroorzaken op zichzelf weinig schade aan een gewas. Echter doordat ze virussen kunnen overbrengen kan de schade aanzienlijk zijn.

Er is een aantal schimmels dat vruchtrot bij aardbeien veroorzaakt. Vaak beperkt de aantasting zich niet tot de vruchten, maar worden ook andere plantendelen aangetast.