Noordelijk wortelknobbelaaltje - algemeen

Gewas: Diverse gewassen: aardbei, andijvie, sla, roos, suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot

Wetenschappelijke naam: Meloidogyne hapla

Groep: Aaltjes

250pxAardbeiplant (plantgoed), ernstig aangetast door M. hapla. Bossig wortelstelsel met wortelknob bels

 

Pleksgewijze aantasting in het veld

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Het aaltje veroorzaakt in het veld groeiremming, die meestal plaatselijk zichtbaar is. Aangetaste planten hebben worteltjes met kenmerkende knobbeltjes.

Vanuit deze knobbeltjes kunnen zich weer nieuwe worteltjes ontwikkelen. Gewassen met penwortels zoals peen, witlof en schorseneer vertonen vergroeiingen, waardoor de kwaliteit negatief beïnvloed wordt.

Levenswijze

Levenswijze

Noordelijke wortelknobbelaaltjes komen vooral voor op zand-, dal- en lichte zavelgronden en tasten tweezaadlobbige gewassen aan, dus in principe kunnen alle niet granen, grassen en bolgewassen door dit aaltje worden aangetast. De gevoeligheid kan echter per gewas variëren. Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig, aardappelen zijn iets minder gevoelig.

De aaltjes blijven in de grond achter in de vorm van eiproppen. Waardgewassen lokken de aaltjes, deze dringen de wortels binnen waardoor de gallen (wortelknobbeltjes) ontstaan. Vrouwelijke aaltjes zetten buiten de wortels hun eipakketten weer af.

De eipakketjes zijn aanvankelijk als kleine witachtige stipjes zichtbaar op de worteltjes en later als speldeknop grote bruine bolletjes.

Maatregelen

Maatregelen

Gewaskeuze

Door het telen van niet waardgewassen zoals granen neemt het besmettingniveau snel af, een gezonde vruchtwisseling kan de schade dus beperkt houden.

Kale braak in combinatie met effectieve onkruidbestrijding kan de populatie met 90 % reduceren.

Bedrijfshygiëne

Aangezien onkruiden waardplanten zijn, is een goede onkruidbestrijding noodzakelijk.

Chemische bestijding

Eventueel kan een chemische bestrijding met een nematicide worden uitgevoerd.

Aanvullende maatregelen:

Later zaaien of poten vermindert de aantasting, omdat de grond bij hoge temperaturen sneller uitziekt, dus een deel van de populatie te gronde gaat.

Meer informatie

Meer informatie

Â