13.4: Selectie limieten
Een reden dat je de verwachtte respons op selectie niet behaalt, kan zijn dat de populatie een selectie limiet bereikt. Een selectie limiet geeft aan dat de populatie een punt heeft bereikt waar verdere genetische verandering niet mogelijk is. Dit kan zijn door het feit dat er geen genetische variatie meer is, maar er zijn ook andere redenen.
Limiet door een tegengestelde natuurlijke selectie
In figuur 2 zie je een voorbeeld van een populatie die duidelijk een selectie limiet heeft bereikt. De hoge lijn reageert nog steeds op selectie en de kippen worden groter en groter. De lage lijn is rechtlijnig afgenomen in gewicht over 25 generaties, maar daarna was verdere afname niet mogelijk. Ook al werden steeds de lichtste kippen geselecteerd, de volgende generatie werd niet lichter dan de huidige. Het is niet duidelijk waarom dit zo is. Selectie resultaten worden altijd uitgedrukt op fenotypisch niveau. Het kan zijn dat de genetisch kleinste kippen hetzelfde fenotype hebben als de genetisch grotere kippen, waardoor gerichte selectie niet meer mogelijk is. In dat geval geeft dit selectie limiet een fysiologisch limiet aan in plaats van een limiet in genetische variatie. Welke van de twee oorzaken aan de orde is, zou je kunnen testen door vanuit de populatie van kleine kippen weer voor grote kippen te selecteren. Als dat nog steeds lukt dan is genetische variatie nog steeds aanwezig. Een andere reden voor het bereikte selectie limiet kan zijn dat de kleinste kippen niet meer in staat waren om zich te voort te planten. Dat zou een typisch voorbeeld zijn van natuurlijke selectie die in de tegenovergestelde richting werkt van de kunstmatige selectie. Selectie limieten door natuurlijke selectie zijn moeilijk te omzeilen. In sommige gevallen kan verbetering van de omgeving hierbij helpen.
Beperkingen vanuit de omgeving die de genetische aanleg onderdrukken
Bijvoorbeeld, om groei aanleg te laten zien, moeten dieren voldoende voer opnemen. Als deze nutrienten niet beschikbaar zijn, kunnen dieren hun genetische aanleg niet laten zien en alleen zo goed groeien als het voedsel toelaat. Dit is aangetoond in een lange termijn selectie experiment in kwartels, waar op een zeker moment een selectie limiet ontstond (figuur 3 gesloten lijn). Een selectie plateau lijkt hetzelfde als een selectie limiet, alleen kan het worden veranderd door de omgeving te veranderen. Dit is niet mogelijk met een echt selectie limiet. Het selectie plateau in de kwartels werd verhoogd door de voeding te verbeteren. Met dit experiment werd duidelijk aangetoond dat limieten in selectie soms gevallen zijn van plateaus, omdat zij worden veroorzaakt door limieten opgelegd door de omgeving en niet door de erfelijke aanleg.
Er zijn drie redenen voor het ontstaan van een selectie limiet:
Verlies van genetische diversiteit (onomkeerbaar)
tegengestelde natuurlijke selectie door verminderde vruchtbaarheid of sterfte (gewoonlijk onomkeerbaar)
Beperkingen in de omgeving om de genetische aanleg te uiten (vaak omkeerbaar)