9.6: Selectie respons: de algemene aanpak
Als je de fenotypische variantie en de geselecteerde fractie weet, kun je de superioriteit van de geselecteerde ouders (hoeveel beter ze zijn dan de gemiddelde populatie) van te voren bepalen. Dit is alleen gebaseerd op de variantie en de geselecteerde fractie, dus voordat de beste dieren echt zijn geïdentificeerd. Dit is erg handig! We kunnen deze informatie gebruiken om de genetische respons op selectie te voorspellen, gegeven een bepaalde fractie. Deze respons kan dan worden geëvalueerd en als dat de bedoeling is, vergeleken worden met voorspelde selectie resultaten wanneer een grotere of kleinere fractie wordt geselecteerd. De selectie intensiteit is een belangrijke hulpmiddel in het proces van beslissingen nemen.
Naast de geselecteerde fractie en de fenotypische variantie is de vertaling van het fenotype in een schatting van de genetische aanleg (EBV) nodig. We moeten weten hoe nauwkeurig die schatting is en hoe dat fenotype vertaald kan worden in de genetische aanleg. Er is een generieke formule om de genetische vooruitgang te voorspellen:
ΔG = i * rIH * σa
Ook al ziet deze formule er anders uit, deze formule is in feite hetzelfde als die voor massa selectie die eerder in dit hoofdstuk was gegeven:
ΔG = i * rIH * σa = S/σp * σa/ σp * σa (= S * h2)
Als we de componenten van de formule voor genetische vooruitgang in acht nemen, valt het te snappen. De S/σp geeft de genetische superioriteit van de ouders aan, uitgedrukt in σp. De σa/σp vertaalt de σp naar σa, dus naar de genetische aanleg. De laatste σa vertaalt het resultaat in units van de eigenschap onder selectie (bijv. kg melk, of berijdbaarheid). En weer: het voordeel van werken met geselecteerde fracties (en dus met selectie intensiteit) is dat resultaten kunnen worden voorspeld voordat de echte selectie beslissing is gemaakt.
Vanaf nu gebruiken we ΔG = i * rIH * σa als de generieke formule en niet alleen voor massa selectie. Let op dat de volgorde van de componenten in de formule er niet toe doen.