Hoofdstuk 1: Wat is fokkerij?
In dit eerste hoofdstuk wordt de geschiedenis van de veefokkerij gepresenteerd. Het belang van natuurlijke selectie en andere belangrijke aspecten van het domesticatieproces worden beschreven. De mensheid begon 250 jaar geleden rassen te creëren en maakte daarbij gebruik van kunstmatige selectie. Tegenwoordig is het fokken van hoogproductieve boerderijdieren, zoals koeien, varkens en pluimvee in handen van multinationale ondernemingen die veel geld investeren in fokprogramma’s waarin moderne technieken toegepast worden. Het fokken van schapen, geiten, paarden en gezelschapsdieren zoals de hond is gebaseerd op samenwerking van individuele fokkers in een stamboek of rasvereniging. Het fokken van dieren is gericht op de verbetering van de dieren door het veranderen van hun genetische aanleg voor belangrijke eigenschappen. Deze eigenschappen worden bepaald door de eisen en wensen van de samenleving die in de tijd kunnen veranderen. Het fokken van dieren wordt sterk beïnvloed door onderzoek en ontwikkeling in populatie-, kwantitatieve- en moleculaire genetica. Soms worden onverwachte negatieve effecten van het fokken van dieren vastgesteld die vragen om adequate correcties. Een fokprogramma zal hier als een cirkelvormige activiteit worden gepresenteerd. Elke generatie begint het programma met het formuleren van het fokdoel en eindigt met een kritische beoordeling van de resultaten die in de volgende generatie behaald zijn. De evaluatie kan leiden tot een heroverweging van het fokdoel voor de volgende ronde van de selectie. Dit blijkt uit het volgende plaatje dat centraal staat in dit boek en waarvan in elk hoofdstuk een onderdeel uitgelegd wordt.