IJzergebrek in Coniferen

Gewas: Coniferen

Groep: gebreksziekten

Araucaria araucana met ijzergebrek in het groeipunt
Chamaecyparis lawsoniana 'Alumii', links controle, rechts ijzergebrek

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Symptomen

Symptomen

De planten met ijzergebrek zijn korter dan de gezonde. Zij zijn bovendien smaller van vorm, meer open en minder vertakt. De plant verkleurt het eerst geel in de top.

Vanaf de top van de plant breidt zich dit uit naar de toppen van de lager ingeplante scheuten. In de volgende fase wordt de gehele plant geel, voorzover het groene en blauwe exemplaren betreft. In de zomermaanden kan onder droge omstandigheden, necrose ontstaan aan de groeipunten en takken. De aangetaste planten zijn dan niet meer verkoopbaar.

Bladanalyses

Bladanalyses

IJzergebrek uit zich grofweg bij een gehalte beneden 0,1 g per kg droge stof.

Voorkomen en genezen

Voorkomen en genezen

IJzergebrekssymptomen aan de gewassen worden meestal aangetroffen op gronden, die kalkrijk zijn en een te hoge pH bezitten.

Afhankelijk van het gewas en de grond zal boven een pH KC1 van 5,5 à 7,5 ijzergebrek aan het gewas ontstaan. Door kennis van de pH en de kalkrijkdom van de grond alsmede van de eisen van de gewassen, kan een verantwoorde gewassenkeuze worden gemaakt, waardoor zoveel mogelijk ijzergebrek wordt voorkomen. Bovendien is het belangrijk, dat de grond goed is ontwaterd. Op lichte slempgevoelige kleigronden hebben de planten eerder last van ijzergebrek. Wanneer de vochtvoorziening wordt verbeterd door bijvoorbeeld beregening, wordt de beschikbaarheid van ijzer voor het gewas beter.

Het effect van deze beregening is nog groter, wanneer veenprodukten (b.v. 2 à 5 m3 tuinturf per 100 m2) worden opgebracht en doorgemengd. Voor onder andere. Ericaceeën en coniferen is dit tevens positief voor de kluithoudendheid. Bij een hoge pH kunnen zuurreagerende meststoffen worden gebruikt.

Wanneer ijzergebrek wordt verwacht in de vollegrond dan kan voor het planten 5 à 10 g Fe EDDHA (Chel 138 Fe of Librel Fe 80) per m2 met zand worden gemengd, gestrooid en doorgewerkt. Wanneer ijzergebrek wordt waargenomen in het gewas, kan afhankelijk van de aantasting 5 à 10 g Fe EDDHA per m2 worden gegeven. Contact van de ijzermeststof met het gewas moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarom moet de meststof direct na de behandeling van het gewas worden afgespoeld en vervolgens in de grond worden geregend.

Aan de potgrond wordt door de fabrikant ongeveer 20 g Fe DTPA (Chel 330 Fe of Librel Fe DP) per m3 toegevoegd. In het algemeen is dit voor  boomkwekerijgewassen in pot voldoende. Wanneer een begin van ijzergebrek wordt waargenomen is het aan te bevelen om bij te mesten met 2 g Fe EDDHA (Chel 138 Fe of Librel Fe 80) per m2 potten of 20 à 25 g Fe EDDHA per m3 potgrond. Direct na de behandeling moet het gewas goed worden afgespoeld om bladverbranding te voorkomen.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â